Blootstelling aan neonicotinoiden tijdens de zwangerschap kan de ontwikkeling van de hersenen negatief beinvloeden

Baby ratten die blootgesteld worden aan nicotine tijdens de zwangerschap lopen meer kans op leerproblemen. Blootstelling aan nicotine tijdens de zwangerschap leidt tot een teruggang van volwassen stamcellen en een verandering in de synaptische plasticiteit in de hippocampus van het nageslacht, volgens nieuw onderzoek van de Universiteit van Alabama in Birmingham. Onderzoekers zeggen dat dit een mogelijke oorzaak voor gedragsproblemen kan zijn zoals ADHD (attention-deficit hyperactivity disorder), vaak gezien bij kinderen wiens moeder rookte tijdens de zwangerschap (bijlage). Een recente Japanse studie (bijlage) toont aan dat neonicotinoiden zoals imidacloprid zich bij ratten precies zo gedragen als nicotine. Dezelfde problemen kunnen dus ontstaan bij blootstelling aan neonicotinoiden tijdens de zwangerschap. Neonicotinoïde insecticiden gaan een binding aan met nicotinerge acetylcholine receptoren (nAChRs) die vrijwel onomkeerbaar is omdat deze stoffen door het enzym acetylcholinesterase niet kunnen worden afgebroken. Deze receptoren zijn betrokken bij cognitieve functies zoals concentratie en geheugen en spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het zenuwstelsel, die bij de mens grotendeels voor de geboorte plaats vindt. Prenatale blootstelling aan organofosfaat insecticiden, die indirect met nAChRs interfereren door remming van acetylcholinesterase, werd onlangs door verschillende Amerikaanse wetenschappers in verband gebracht met verminderde intelligentie bij 7-jarige schoolkinderen.

Voor imidacloprid is de zogenaamde ADI (acceptable daily intake), d.w.z. de toelaatbare hoeveelheid die iedere dag door mensen mag worden opgenomen, 0,06 mg per kg lichaamsgewicht. Uit de toxicokinetiek van imidacloprid bij ratten (bijlage) valt af te leiden, dat daarbij concentraties in de weefsels ontstaan, die dicht bij de concentraties komen waarbij in de Japanse studie schadelijke effecten werden waargenomen. De huidige ADI voor imidacloprid is dus onaanvaardbaar hoog en kan de volksgezondheid in gevaar brengen. In de Verenigde Staten werd een sterke toename van ADHD gezien sinds de invoering van de neonicotinoiden begin jaren 1990. In een reactie heeft een woordvoerder van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) laten weten dat het college het Japanse onderzoek op waarde zal beoordelen. "Als het onomstotelijk vaststaat dat een middel een negatieve invloed heeft op de gezondheid, dan moeten we de toelating opnieuw toetsen", aldus het Ctgb.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft op 7 juli 2011 aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu een reactie gegeven op recente publicaties over de risico's van imidacloprid voor de mens. Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft op 24 augustus 2011 de Tweede Kamer over dit advies geinformeerd (zie bijlage). 'Risicogrenzen van de EFSA (European Food Safety Authority) voor neonicotinoiden staan niet ter discussie', aldus het RIVM toen (zie bijlage). Het College voor toelating van bestrijdingsmiddelen en biociden (Ctgb) stemde in met deze reactie (zie bijlage). Volgens de toxicoloog Henk Tennekes hebben RIVM en Ctgb daarbij zijn publicate van 2010 over het werkingsmechanisme van neonicotinoide insecticiden in het wetenschappelijk tijdschrift Toxicology volkomen genegeerd. Recentelijk toonden Henk Tennekes en Francisco Sanchez-Bayo aan dat de blootstellingstijd een versterkende werking op de toxiciteit van imidacloprid en thiacloprid heeft (zie bijlage). Ook zeer lage concentraties van neonicotinoiden hebben bij lange blootstellingsduur een werking en de voor een werking benodigde hoeveelheid van de stof wordt lager naarmate de blootstellingstijd toeneemt. Lange termijn effecten van imidacloprid kunnen dus ook bij de mens niet meer worden uitgesloten. Uit een recente studie van Li et al. blijkt dat de neonicotinoide insecticiden imidacloprid en clothianidin zwakke agonisten van neuronale nAChRs bij de mens zijn (zie bijlage). Imidacloprid bleek een hoge affiniteit voor humane nAChRs te hebben, net zoals dat voor insecten het geval is. Nicotinerge acetylcholine receptoren zijn betrokken bij cognitieve functies zoals concentratie en geheugen en spelen ook een rol in specifieke aandoeningen, zoals epilepsie, schizofrenie, en de ziekte van Alzheimer. Prenatale blootstelling aan organofosfaat insecticiden, die indirect met nAChRs interfereren door remming van acetylcholinesterase, werd onlangs door verschillende Amerikaanse wetenschappers in verband gebracht met verminderde intelligentie bij 7-jarige schoolkinderen. Volwassen stamcellen in de hippocampus, het gebied van de hersenen dat het meest verbonden is met leren en geheugen, gaan door met delen en maken nieuwe cellen gedurende het hele leven. Het team van de universiteit van Alabama toonde aan dat het blootstellen van ratten tijdens de zwangerschap aan nicotine leidt tot een verlaagd aantal nieuwe cellen in de hippocampus.
Bronnen:
http://www.leefbewust.com/nieuws/1301_25.html
Informatie over het verband tussen roken tijdens de zwangerschap en hyperactiviteit bij het nageslacht:
Kotimaa AJ, Moilanen I, Taanila A, Ebeling H, Smalley SL, McGough JJ, et al J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2003; 42: 826–833 (artikel in de bijlage)

Het recente Japanse onderzoek:
Kimura-Kuroda J, Komuta Y, Kuroda Y, Hayashi M, Kawano H (2012) Nicotine-Like Effects of the Neonicotinoid Insecticides Acetamiprid and Imidacloprid on Cerebellar Neurons from Neonatal Rats. PLoS ONE 7(2): e32432. doi:10.1371/journal.pone.0032432 (bijlage)
Link naar het onderzoek van de Universiteit van Alabama in Birmingham:
http://main.uab.edu/Sites/MediaRelations/articles/82203/
Het artikel van Ping Li, Jason Ann, Gustav Akk in het Journal of Neuroscience Research (waaruit blijkt dat de neonicotinoide insecticiden imidacloprid en clothianidin zwakke agonisten van neuronale nAChRs bij de mens zijn) in de bijlage.
Links naar het onderzoek over de gevolgen van prenatale blootstelling aan organofosfaat insecticiden voor de latere intelligentie:
Bouchard et al. (artikel in de bijlage)
http://ehp03.niehs.nih.gov/article/info:doi/10.1289/ehp.1003185
Persbericht University of California - Berkeley
http://newscenter.berkeley.edu/2011/04/20/p
Rauh et al. (artikel in de bijlage)
http://ehp03.niehs.nih.gov/article/info:doi/10.1289/ehp.1003160
Persbericht Columbia University
http://www.mailman.columbia.edu/print/3587
Engel et al. (artikel in de bijlage)
http://ehp03.niehs.nih.gov/article/info:doi/10.1289/ehp.1003183
Persbericht Mount Sinai School of Medicine
http://mssm.edu/about-us/news-and-events/new-mount-sinai-stu
De artikelen van Henk Tennekes en Francisco Sanchez-Bayo (waaruit blijkt dat de blootstellingstijd een versterkende werking op de toxiciteit van imidacloprid en thiacloprid heeft) in de bijlage.
Het zogenoemde Draft Assessment Report van de EU over Imidacloprid met informatie over de toxicokinetiek bij ratten in de bijlage.

Henk Tennekes

Wed, 07/03/2012 - 10:23

Het moleculaire gewicht van imidacloprid is 255,66. Schadelijke effecten worden in de Japanse studie gevonden bij een concentratie van 255,66 microgram per liter = 0,25566 milligram per liter (1 microM). Op blz. 154 van de DAR van Imidacloprid wordt vermeld dat bij orale toediening van 1 milligram per kilogram lichaamsgewicht bij ratten een peak weefsel concentratie van gemiddeld 0,73 milligram per liter ontstaat. Aangezien de farmacokinetiek niet wordt beinvloed door de dosering, mag worden aangenomen dat bij toediening van de ADI (0,06 milligram per kilogram lichaamsgewicht) een peak weefsel concentratie kan ontstaan van 0,0438 milligram per liter. Dat is slechts een-vijfde van de concentratie waarbij in de Japanse studie schadelijke effecten worden waargenomen. Bovendien blijkt uit de (door het RIVM en Ctgb volkomen genegeerde) publicatie van de toxicoloog Henk Tennekes in het wetenschappelijk tijdschrift Toxicology van 2010 dat we het met een cumulatief gif te doen hebben, waardoor stapelingseffecten ontstaan. Uit deze publicatie blijkt dat de blootstellingstijd een versterkende werking op de giftigheid van imidacloprid heeft. Hopelijk gaan nu ook de alarmbellen rinkelen bij het RIVM en Ctgb. Als er ueberhaupt een ADI zou moeten worden gedefinieerd dient deze minstens een factor 1000 lager te liggen. Nog beter zou een onmiddeliijk verbod op toepassing van de stof zijn. Een verlaging van de ADI met een factor 1000 zou waarschijnlijk op hetzelfde neerkomen.

Henk Tennekes

Wed, 07/03/2012 - 12:49

The estimated number of office-based visits documenting a diagnosis of ADHD among children increased from 947 208 in 1990 to 3 234 180 in 1998. The rate of office-based visits documenting a diagnosis of ADHD among children increased from 19.4 per 1000 of the US population aged 5 to 18 years in 1990 to 59.0 per 1000 in 1998, a 3-fold increase (p < 0.05). The annualised mean number of office-based visits documenting a diagnosis of ADHD among girls tripled between 1991 to 1992 and 1997 to 1998 (from 296 389 to 886 798), whereas the number for boys increased 2.2-fold (from 1 006 243 to 2 200 021). The US population-adjusted rate of office-based visits documenting a diagnosis of ADHD among girls increased 2.7-fold between 1991 to 1992 and 1997 to 1998 (from 12.3 per 1000 girls to 33.4 per 1000; p < 0.05), whereas the rate among boys doubled (from 39.5 per 1000 boys to 78.7 per 1000; p < 0.05). Documentation of a diagnosis of ADHD and the prescribing of stimulant pharmacotherapy increased 2.8-fold for girls, from 7.5 per 1000 girls in 1991 to 1992 to 21.1 per 1000 in 1997 to 1998 (p < 0.05), as compared with a 2.2-fold increase among boys (from 25.5 per 1000 boys to 57.0 per 1000; p < 0.05).

Bron:
Robison L.M., et al. CNS Drugs, Volume 16, Number 2, 2002 , pp. 129-137(9)
http://www.ingentaconnect.com/content/adis/cns/2002/00000016/00000002/a…, 3, 6

Henk Tennekes

Thu, 22/03/2012 - 16:00

There have been a few studies of neonicotinoid-induced toxicity in the nervous systems of vertebrates, and these studies were conducted with only a few of the neonicotinoids, such as imidacloprid, thiamethoxam, and clothianidin. Imidacloprid has been reported to act as an agonist or an antagonist of nAChRs at 10 microM in rat pheochromocytoma (PC12) cells and to change the membrane properties of neurons at concentrations greater then or equal to 10 microM in the mouse cochlear nucleus. Exposure to imidacloprid in utero causes decreased sensorimotor performance and increased expression of glial fibrillary acidic protein (GFAP) in the motor cortex and hippocampus of neonatal rats. Furthermore, it has been reported that the neonicotinoids thiamethoxam and clothianidin induce dopamine release in the rat striatum via nAChRs and that thiamethoxam alters behavioral and biochemical processes related to the rat cholinergic systems. Recently, imidacloprid and clothianidin have been reported to agonize human alpha4beta2 nAChR subtypes. This study is the first to show that acetamiprid, imidacloprid, and nicotine exert similar excitatory effects on mammalian nAChRs at concentrations greater than 1 microM. In the developing brain, alpha4beta2 and alpha7 subtypes of the nAChR have been implicated in neuronal proliferation, apoptosis, migration, differentiation, synapse formation, and neural-circuit formation. Accordingly, nicotine and neonicotinoids are likely to affect these important processes when it activates nAChRs. Accumulating evidence suggests that chronic exposure to nicotine causes many adverse effects on the normal development of a child. Perinatal exposure to nicotine is a known risk factor for sudden infant death syndrome, low-birth-weight infants, and attention deficit/hyperactivity disorder. Therefore, the neonicotinoids may adversely affect human health, especially the developing brain.
Bron: Kimura-Kuroda J, Komuta Y, Kuroda Y, Hayashi M, Kawano H (2012) Nicotine-Like Effects of the Neonicotinoid Insecticides Acetamiprid and Imidacloprid on Cerebellar Neurons from Neonatal Rats. PLoS ONE 7(2): e32432. doi:10.1371/journal.pone.0032432 (bijlage)

Henk Tennekes

Thu, 22/03/2012 - 16:58

Today the major illnesses confronting children in the United States include a number of psychosocial and behavioral conditions. Neurodevelopmental disorders, including learning disabilities, dyslexia, mental retardation, attention deficit disorder, and autism – occurrence is more prevalent than previously thought, affecting 5 percent to 10 percent of the 4 million children born in the United States annually. Beyond childhood, incidence rates of chronic neurodegenerative diseases of adult life such as Parkinson’s disease and dementia have increased markedly. These trends raise the possibility that exposures in early life act as triggers of later illness, perhaps by reducing the numbers of cells in essential regions of the brain to below the level needed to maintain function in the face of advancing age. Prenatal and childhood exposures to pesticides have emerged as a significant risk factor explaining impacts on brain structure and health that can increase the risk of neurological disease later in life.
Bron:
Philip J. Landrigan & Charles M. Benbrook (2006) Impacts of the Food Quality Protection Act on
Children’s Exposures to Pesticides. Symposium on Opportunities and Initiatives to Minimize
Children’s Exposures to Pesticides. AAAS 2006 Annual Meeting, St. Louis, Missouri (bijlage)

Henk Tennekes

Sat, 24/03/2012 - 16:55

Imidacloprid is opnieuw in opspraak. Japans onderzoek duidt op een verband met een (negatieve) ontwikkeling bij ongeboren kinderen. "We willen snel weten of het verband er echt is", aldus het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) in een reactie. Luc Krekels van het Ctgb stelt dat het college het Japanse onderzoek op waarde zal beoordelen. "Dat gebeurt ook in Europees verband, want wij zijn onderworpen aan de Europese toelatingseisen voor middelen. Als het onomstotelijk vaststaat dat een middel een negatieve invloed heeft op de gezondheid, dan moeten we de toelating opnieuw toetsen." Hoe snel duidelijk wordt wat de waarde is van de Japanse studie kan Krekels niet inschatten. "Als het verband tussen het middel en het effect op de gezondheid reëel lijkt, willen we natuurlijk snel weten of het echt klopt."
Bron: Boerderij Vandaag, 21 maart 2012

Henk Tennekes

Fri, 27/07/2012 - 17:55

De conclusie van de stelling 'Imidacloprid is een zenuwgif dat de hersenen aantast' is gebaseerd op een Japans in-vitro onderzoek in ratten (Kimura-Kuroda et al. 2012). Dat wil zeggen dat er cellen geïsoleerd zijn uit hersenen en buiten het lichaam bestudeerd worden. De cellen worden daarbij kunstmatig in leven gehouden op een plastic schaaltje waar ze direct worden blootgesteld aan imidacloprid. Hiermee wordt voorbij gegaan aan de beschermingsmechanismen die het lichaam van mens en dier heeft ingebouwd tegen invloeden van buiten. Denk bijvoorbeeld aan de mate van opname, snelheid van afbraak of uitscheiding. Daarom is laboratoriumonderzoek op geïsoleerde hersencellen niet één op één te vertalen naar de situatie in mens of dier, maar geeft het alleen aan dat imidacloprid een neurotoxisch werkingsmechanisme heeft. Voor de afleiding van de risicogrenzen voor mensen, is het relevanter om effecten op de hersenen te bepalen in een studie met levende ratten. Een dergelijke neurologische studie op zwangere ratten naar de effecten op het centraal zenuwstelsel van de jongen is beschikbaar ten behoeve van het toelatingsproces van imidacloprid. De neurotoxiciteit van imidacloprid is dan ook meegenomen en afgedekt in de afleiding van de humaantoxicologische risicogrenzen zoals de ADI (Acceptable Daily Intake, de hoeveelheid die een mens dagelijks mag binnenkrijgen zonder dat dit leidt tot schadelijke effecten). Imidacloprid zal dus niet leiden tot aantasting van hersenen bij normaal gebruik in de markt.''
Bron: Fruitteelt Koerier, april 2012 (bijlage)