Beleid en debat

Hoe zou het leven zijn zonder insecten?

Er zijn bijna 1 miljoen soorten insecten op de wereld bekend. Bijna ieder mogelijk habitat en niche op het land en in of op het zoete water zijn bezet. Slechts 200 soorten leven permanent aquatisch en nog veel minder soorten doen dit in zout water. Veel insecten hebben een belangrijke oecologische betekenis. Honderdduizenden soorten zijn op een of andere manier afhankelijk van bepaalde voedselplanten of bloemen. Op hun beurt zijn tweederde van alle planten ter wereld weer afhankelijk van meer of minder specifieke bestuivers. Zonder die bestuivers zouden sommige planten allang zijn uitgestorven. Insecten zijn ook belangrijke predators van andere insecten. Als roofvijanden hebben ze vaak grote invloed op de aantallen prooidieren die ze consumeren en daarmee zijn ze goede hulpjes bij biologische gewasbescherming. Insecten zijn zelf ook belangrijke voedseldieren voor dieren en planten.

Verband tussen imidacloprid en bijensterfte bewezen - onderzoekers Harvard bevestigen eerdere conclusie toxicoloog Tennekes

Onderzoekers van de Amerikaanse Harvard-universiteit zeggen overtuigend bewijs te hebben dat er een relatie is tussen minimale hoeveelheden van het landbouwgif imidacloprid en de sterfte van bijenvolken. ,,Ons experiment gaat om hoeveelheden gif ónder wat normaal is in gewassen of waar bijen normaal fourageren’’, zegt Harvard-milieubioloog prof. Alex Lu. In het onderzoek van Lu en collega’s in de staat Massachussetts blijkt dat er maar minieme hoeveelheden imidacloprid nodig zijn om op wat langere termijn effecten te krijgen. De Zutphense toxicoloog Henk Tennekes, die in 2010 al publiceerde dat er net als bij kankerverwekkende stoffen geen veilige doses zijn voor neonicotinoïden als imidacloprid, is blij met het onderzoek van Lu en de zijnen.

Janneke Snijder-Hazelhoff (VVD) over het nieuwe Europese natuurbeheer: ‘We zijn niet in Rusland'

In voorstellen van voor het nieuwe Europese landbouwbeleid, dat vermoedelijk pas in 2015 ingaat, staat onder meer dat boeren verplicht 7 procent van hun grond moeten omzetten in natuur. Het Europarlement moet de plannen nog goedkeuren, maar Tweede Kamerlid Janneke Snijder-Hazelhoff (VVD) laat zich nu al horen. Verplicht 7 procent van de Nederlandse landbouwgrond braak laten liggen is onbespreekbaar, aldus Snijder-Hazelhoff. Volgens Snijder-Hazelhoff gaat het om 80.000 hectare landbouwgrond die straks “braak” komt te liggen. Afhankelijk van het gebied is de grondprijs per hectare 60.000 euro. 'Die zijn dan wel eigendom van de boer, maar op bedrijfsniveau levert het niets op. Je krijgt wel een beetje toeslagrechten, maar hij kan er niet zijn brood op verdienen.’ Ook het verplicht verbouwen van drie verschillende gewassen is niet haalbaar, aldus Snijder-Hazelhoff. ‘We zijn niet in Rusland. Je kunt boeren hier niet voorschrijven wat ze moeten produceren'. Snijder-Hazelhoff gaat ervan uit dat staatssecretaris Bleker de komende tijd het lobbyspel in Brussel zal gaan spelen. ‘Als het nieuwe beleid in 2015 gaat lopen, zal het volgend jaar ingekaderd zijn. Je moet er dus vroeg bij zijn.’

Jonge huismussen verhongeren in de steden door een gebrek aan ongewervelde dieren

De Huismus (Passer domesticus) was tot voor kort een zeer algemene broedvogel in West-Europa. De eerste afname van de soort werd duidelijk op het platteland gedurende de jaren 1960, waar deze gepaard ging met de intensivering van de landbouw. In steden wordt sinds 1980 een achteruitgang van meer dan 75%, lokaal zelfs tot 90%, waargenomen. Momenteel wordt het best wetenschappelijk gefundeerde argument voor de teloorgang van de Huismus geleverd door onderzoekers aan de Universiteit van Leicester. Zij kwamen tot de vaststelling dat het 2de en 3de broedsel van Huismussen in sterk verstedelijkte gebieden vaak mislukte. De verhoogde mortaliteit bij de stedelijke pulli was te wijten aan verhongering, veroorzaakt door een gebrek aan ongewervelden, cruciaal als voedsel tijdens de eerste levensdagen van een Huismus. Pasgeboren musjes overleven de eerste dagen enkel op insecten. Een gebrek aan groen in de stad, het verdwijnen van kleine landschapselementen (houtkanten, struweel) in het buitengebied en het gebruik van pesticiden zorgen voor een tekort aan insecten. Hierdoor verhoogt de kans op sterfte bij de nestjongen. De jongen die overleven, kennen ook een lager lichaamsgewicht waardoor hun overlevingskansen de eerste 10 dagen lager zijn na het uitvliegen.

The toxic landscape - is it possible to lay down such a barrage of poisons on the surface of the earth without making it unfit for all life?

In “Silent Spring”, Rachel Carson gave society a warning about the dangers of organochlorine insecticides such as DDT or dieldrin: “These sprays, dusts, and aerosols are now applied almost universally to farms, gardens, forests, and homes - non-selective chemicals that have the power to kill every insect, the "good" and the "bad", to still the song of birds and the leaping of fish in the streams, to coat the leaves with a deadly film, and to linger on in soil - all this, though the intended target may be only a few weeds or insects. Can anyone believe it is possible to lay down such a barrage of poisons on the surface of the earth without making it unfit for all life?.” The situation is not much different today. Wild pollinators and honeybees alike have been facing an increasingly toxic landscape since the introduction and rapid uptake of neonicotinoids in the late 1990s. Mining data from USDA, EPA, industry and California's pesticide use reporting system (the only one of it's kind), here's a snapshot of what bees are facing in the field:
- Over 2 million pounds of clothianidin, imidacloprid and thiamexotham (three neonicotinoids) are used in an average year.
- At least 143 million of our 442 million acres of cropland is planted with crops treated with one of three neonicotinoids: clothianidin, imidacloprid and/or thiamexotham.
- 83+ million of these acres are corn, upon which honeybees rely for core nutrition (corn is wind pollinated, it doesn't need bees for pollination, but its sheer abundance of pollen makes it a staple source of bee forage).

Gert Jan Jansen: De rentmeesters van de verschroeide aarde

Ja, het land ís dood. De bodems zijn dood, de biodiversiteit verpulverd. En dat in nauwelijks 50 jaar. En het land werd kaler en kaler. Schaalvergroting op schaalvergroting om verarming van de boerenstand te voorkomen. Echter, de helft van de boeren verdween elke 20 jaar. En het land werd kaler. Het boerenfront, dat zo ferm gevochten had voor haar halve overlevenden kwam elke keer bedrogen uit. Ik heb het opgegeven te hopen dat ‘het systeem’ te veranderen is. Wat koop ik nog voor congressen, symposia, prijsvragen, nóg een netwerk bijeenkomst, recepties en studiereizen. Ik ben maar gewoon begonnen. Op mijn bedrijf, de Hof van Twello, oogsten wij volop brandnetels en rozenbloemen, rozenblaadjes en vlierbessen, teunisbloemen, vogelmuur, hazelnoten, paddenstoelen en kliswortel, hondsdraf en berenklauw. Wat eerst een kaal weiland was is nu een prachtig kleinschalig (18 ha) landschap geworden, doorsneden met lanen en singels, hagen en bosschages. En in de beste traditie van de moderne verbrede landbouw maken we daar producten mee. Immers, een boer die alleen de grondstoffen mag produceren verliest. Niet voor niets zijn de eerst verguisde kleine boertjes die weer zelf gingen verwerken, nu vaak de lachende derde. Zij maken kaas, of jam, advokaat of wijn en weten hun publiek te bereiken met recreatieve en educatieve activiteiten. Zij blijken crisisbestendig. Grote traditionele boeren en tuinders, de dode boeren van Braks en Bleker, gaan net zo hard ten gronde als de kleine, tenzij ze de weg naar een onderscheidende markt wisten te vinden. En die markt groeit.

Imidacloprid movement in soils and impacts on soil microarthropods in southern Appalachian eastern hemlock stands

Imidacloprid is a systemic insecticide effective in controlling the exotic pest Adelges tsugae (hemlock woolly adelgid) in eastern hemlock (Tsuga canadensis) trees. Concerns over imidacloprid impacts on nontarget species have limited its application in southern Appalachian ecosystems. We quantified the movement and adsorption of imidacloprid in forest soils after soil injection in two sites at Coweeta Hydrologic Laboratory in western North Carolina. Soils differed in profile depth, total carbon and nitrogen content, and effective cation exchange capacity. We injected imidacloprid 5 cm into mineral soil, 1.5 m from infested trees, using a Kioritz soil injector. We tracked the horizontal and vertical movement of imidacloprid by collecting soil solution and soil samples at 1 m, 2 m, and at the drip line from each tree periodically for 1 yr. Soil solution was collected 20 cm below the surface and just above the saprolite, and acetonitrile-extractable imidacloprid was determined through the profile. Soil solution and extractable imidacloprid concentrations were determined by high-performance liquid chromatography. Soil solution and extractable imidacloprid concentrations were greater in the site with greater soil organic matter. Imidacloprid moved vertically and horizontally in both sites; concentrations generally declined downward in the soil profile, but preferential flow paths allowed rapid vertical movement. Horizontal movement was limited, and imidacloprid did not move to the tree drip line. We found a negative relationship between adsorbed imidacloprid concentrations and soil microarthropod populations largely in the low-organic-matter site; however, population counts were similar to other studies at Coweeta.

Los pesticidas de tipo neonicotinoide afectan al sistema nervioso de los insectos, según dos estudios publicados por la revista 'Science'

Ni el cambio climático, ni los parásitos, ni el frío extremo ni los abejarucos: detrás de la desaparición de las abejas está un tipo de pesticida muy común en las explotaciones agrarias, de la familia de los neonicotinoides, según dos estudios publicados ayer por la prestigiosa revista 'Science'. Científicos británicos y franceses han experimentado con dos plaguicidas diferentes, imidacloprid y tiametoxam, y en ambos casos obtuvieron el mismo resultado: las abejas se desorientaron y no pudieron regresar a la colmena, lo que causó la disminución de las poblaciones de obreras y la consiguiente muerte de las reinas. Estos estudios arrojan un poco de luz en el misterio en torno al síndrome de colapso de las colmenas (CCD, según sus siglas en inglés), que está provocando la desaparición de millones de insectos en todo el mundo y que, de continuar, podría poner en peligro el ciclo de la polinización. La investigación dirigida por Penélope Whitehorn, de la Universidad de Stirling (Reino Unido), consistió en la exposición de colonias de abejas jóvenes a bajos niveles de imidacloprid, cuyo uso está ampliamente extendido en la agricultura intensiva desde la década de los 90 del siglo pasado.
Los investigadores comprobaron que las colonias expuestas al pesticida no aumentaron tanto de peso como las colmenas con abejas no contaminadas: entre un 8% y un 12% menos, y además con un 85% de reinas menos.

El experimento de los científicos franceses fue aún más elaborado: implantaron microchips en el tórax de 650 abejas, lo que sirvió para descubrir que el contacto con el thiamethoxam se traducía en una «disminución significativa» de la tasa de regreso a la colmena. Junto con la mortalidad natural de los insectos, la ingesta de este plaguicida hace que aumente el porcentaje diario de pérdidas entre un 25% y un 50%, lo que triplica la tasa normal, que ronda el 15 %, según las conclusiones del Instituto Nacional de la Investigación Agronómica y la Asociación de Coordinación Técnica Agrícola.

Bienensterben im Maisfeld - Pestizid Clothianidin darf wieder angewendet werden

Bienenzüchter und Naturfreunde schlagen Alarm. Für eine begrenzte Zeit darf auf deutschen Äckern wieder das berüchtigte Bienengift Clothianidin ausgebracht werden. Das Bundesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit (BVL) hat von Mitte März bis Mitte Juli eine Ausnahmegenehmigung erteilt. Das Gift soll den Drahtwurm beseitigen, der Mais schädigt.

Ein BVL-Sprecher bestätigt das "hohe Giftpotential" des Wirkstoffes. Aber man habe sorgfältig abgewogen zwischen Nutzen und Schaden. Schließlich sei nur ein halbes Prozent der gesamten Mais-Anbaufläche betroffen. Die Ausnahmen gelten für Bayern, Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz, das Saarland und Schleswig-Holstein, und es gelten eine Reihe von Auflagen. Jeder Landwirt muss einen Berechtigungsschein erwerben und einen starken Befall durch Drahtwürmer nachweisen. Das Granulat muss in den Boden eingebracht werden. Sämtliche Imker im Umkreis von 60 Metern werden gewarnt, sie sollen ihre Bienenvölker beobachten.

Harvard-Biologen sehen Zusammenhang zwischen Bayer-Gift und Bienensterben

Imidacloprid, eines der gängigsten Insektizide aus der Gruppe der Neonicotinoide, ist mit hoher Wahrscheinlichkeit der Hauptgrund für den seit 2006 weltweit zu beobachtenden Rückgang der Bienenvölker. Das hat ein Team von Biologen um Professor Alex Lu an der Harvard School of Public Health (HSPH) herausgefunden, wie das Portal “sciencedaily.com” berichtet. In ihrer neuesten Studie, die in der Juniausgabe des Fachjournals “Bulletin of Insectology” erschienen ist (Beilage), fanden sie nach eigenen Angaben überzeugende Beweise für einen Zusammenhang zwischen dem Kontaktgift und dem Phänomen des Völkersterbens unter Bienen, auch bekannt als “Colony Collapse Disorder” (CCD).