Herbicides

Gewas­beschermings­middelen blijven in normoverschrijdende gehalten voorkomen in de Maas

Uit het jaarrapport van RIWA-Maas, de vereniging van bedrijven die uit Maaswater drinkwater produceren, blijkt dat de streefwaarden van het Donau-, Maas- en Rijnmemorandum (afgekort: DMR-streefwaarden) in 2011 vaker overschreden werden dan in 2009 en 2010. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door röntgencontrastmiddelen, genees­middelen (carbamazepine, metoprolol, sotalol, ibuprofen, metformine), industriële en consumenten­producten (EDTA, urotro­pine en fluoride), glyfosaat en zijn belangrijkste metaboliet AMPA. Het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat geldt al jaren als probleemstof nummer één voor de bereiding van drinkwater uit Maaswater, maar ook andere gewas­beschermings­middelen blijven in normoverschrijdende gehalten voorkomen in de Maas.

Haarlem stopt gebruik Roundup

De gemeente Haarlem is gestopt met het gebruik van het chemische onkruidbestrijdingsmiddel Roundup. In Roundup zit het bestanddeel glyfosaat. Wetenschappers van de Shanghai Jiao Tong University hebben bewijs gevonden dat glyfosaat invloed kan hebben op het menselijk zenuwstelsel. Ze noemen dit een ’neurodegeneratieve’ werking; bij mensen kan zich uiteindelijk de ziekte van Parkinson ontwikkelen. De gemeente zegt geen enkel risico te willen lopen en heeft daarom besloten te stoppen met de toepassing van dit onkruidbestrijdingsmiddel. De negatieve werking van het onkruidgif is echter al jaren bekend.

Intensive Landwirtschaft vernichtet sich selbst

Deutschland verliert seinen fruchtbaren Boden. Jedes Jahr geht durch Erosion zwanzigmal mehr fruchtbarer Boden verloren als sich nachbilden kann. Hauptgrund ist die bereits jetzt intensive Landwirtschaft, die sich aber immer noch steigert. Kunstdünger soll dabei den fehlenden Humus ersetzen, aber die Vielfalt und Zahl der Bodenorganismen, die den Pflanzen die Nährstoffe erst verfügbar machen, wird dabei immer mehr dezimiert. Trotz (und durch) immer mehr Kunstdünger sinkt die Leistung der Böden. Das Netzwerk-Forum zur Biodiversitätsforschung Deutschland (NEFO) verdeutlicht deshalb mit dem NeFo-Schwerpunkt „Ökosystem-Leistungen" die Rolle der Bodenvielfalt. Während gesunde und leistungsfähige Böden Humusgehalte zwischen 3,5 und sechs Prozent haben, liegen die meisten landwirtschaftlich intensiv genutzten Flächen in Deutschland bei lediglich ein bis zwei Prozent Humus oder weniger. In diesem Bereich gehen die Ertragsmengen deutlich zurück.

Normoverschrijdingen in het water kunnen bij een aantal bestrijdingsmiddelen niet eens worden gemeten

Voor een aantal gewasbeschermingsmiddelen (Abamectine, deltamethrin, esfenvaleraat, fenamiphos, fenoxycarb, lambdacyhalothrin, metsulfuron-methyl, pirimifos-methyl, pyridaben, pyriproxyfen, teflubenzuron) blijkt dat de laagste gehalten die in water kunnen worden aangetoond, hoger zijn dan de norm. Dit betekent dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld of aan de normen wordt voldaan. Deze stoffen zijn in 2010 aan de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water (KRW) toegevoegd. Dit beeld klopt grotendeels met de informatie in de Bestrijdingsmiddelenatlas, maar daar worden voor de meeste stoffen ook een paar locaties gemeld waar de norm meer dan vijf keer wordt overschreden. Dat stelt het RIVM in het rapport 'Specifieke verontreinigende en drinkwater relevante stoffen onder de Kaderrichtlijn water' (bijlage).

Brabantse Milieufederatie: Better safe than sorry

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen, zowel binnen als buiten de landbouw, moet beperkt worden. Volgens de Brabantse Milieufederatie zijn veel middelen zeer schadelijk voor het milieu en de gezondheid en doet het gebruik een aanslag op de biodiversiteit. De belangen van mens, dier en milieu dienen daarom uitgangspunt te zijn bij plaagbestrijding. Wanneer in de landbouw niet voor een biologische teelt wordt gekozen kan op het beginsel van geïntegreerde teelt worden voortgebouwd. Daarbij hebben niet-chemische methoden, technieken en praktijken voorrang boven chemische bestrijdingsmethoden. Voor de overheid is hierbij een stimulerende en ondersteunende rol weggelegd. Onafhankelijkheid bij onderzoek en toelatingsbeleid is een voorwaarde.

Nederland is een ontwikkelingsland voor biologische babyvoeding

Moeders hechten bij babyvoeding minder belang aan de prijs en acties of aanbiedingen dan bij hun eigen voeding. De meest genoemde redenen voor moeders om voor biologische babyvoeding te kiezen is dat deze natuurlijk is, onbespoten en gezond. Dit blijkt uit het onderzoek Prille moeders; Kansen voor biologisch? dat het LEI heeft uitgevoerd in opdracht van innovatienetwerk Bio-Connect. Voor het onderzoek zijn 510 vrouwen ondervraagd die tot twee jaar geleden hun eerste of tweede kind kregen. Het aanbod van biologische babyvoeding in Nederland steekt echter op dit moment nog schril af bij het aanbod in het buitenland. In Nederland is 5% van de aangeboden babyvoeding van biologische kwaliteit, tegen 43% in Engeland. In Duitsland heeft op dit moment een bepaald merk biologische babyvoeding een marktaandeel van 60% en bij een supermarktketen in Denemarken heeft biologische babyvoeding zelfs een marktaandeel van meer dan 90%. Biologische baby- en kindervoeding is het gemakkelijkst te vinden in gespecialiseerde natuurvoedingswinkels, reformzaken en drogisterijen. Maar er zijn inmiddels legio websites waar deze producten ook online kunnen worden besteld.

De akkerbouw op hogere zandgronden veroorzaakt normoverschrijdingen van bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater

De normen voor bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater worden in Overijssel vaak overschreden (32% van de metingen in het grondwater en 40% van de metingen in oppervlaktewater). De belangrijkste overschrijdingen in het grondwater worden aangetroffen in de (hogergelegen) zandgronden. De belangrijkste probleemteelten voor uitspoeling naar het grondwater zijn uien, lelies, wintertarwe, suikerbieten, consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen. Akkerbouwgebieden op bodems met een laag organisch stof gehalte zijn gevoelig voor uitspoeling van bestrijdingsmiddelen.

Normoverschrijdende concentraties van bestrijdingsmiddelen in het grondwater van Noord- en Midden-Limburg

In het grondwater in het stroomgebied van de Maas worden met grote regelmaat bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Deze vormen een bedreiging voor een duurzame drinkwatervoorziening. Recent is een integraal onderzoek afgerond naar bestrijdingsmiddelen in 14 kwetsbare Limburgse grondwaterbeschermingsgebieden. In de zandgebieden van Noord- en Midden-Limburg zitten bestrijdingsmiddelen in het grondwater en de concentraties overschrijden de drinkwaternorm. Het lössgebied van Zuid-Limburg lijkt minder gevoelig voor uitspoeling van bestrijdingsmiddelen. In gebieden met een relatief hoge grondwaterstand, zoals de beekdalen, is uitspoeling echter wel te verwachten.

Inspectie spoelwater bij bloembollentelers

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier begint met controles bij bloembollentelers. De milieuinspecteurs beoordelen of zij zorgvuldig omgaan met het spoelwater dat ze gebruiken om de bollen schoon te wassen. In dit spoelwater kunnen hoge concentraties gewasbeschermingsmiddelen zitten. Die mogen ter voorkoming van grote milieuschade niet in het oppervlaktewater terechtkomen. De milieu-inspecteurs controleren op het mogelijk illegaal lozen van spoelwater vanuit de bollenspoelbassins. Verder kijken zij op de bloembollenbedrijven naar de opslag van afvalhopen en het lekken van gewasbeschermingsmiddelen naar de hemelwaterputten.

Glyfosaat (het werkzame bestanddeel van het herbicide Roundup) verontreinigt het oppervlaktewater

Drinkwaterbedrijf WML en de Limburgse waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei roepen inwoners van Limburg op om bij het tuinieren en het onkruidvrij houden van hun opritten en stoep geen gebruik te maken van chemische onkruidbestrijders die als actief hoofdbestanddeel glyfosaat bevatten (bijvoorbeeld Roundup). Uit jaarlijkse metingen blijkt er nog steeds glyfosaat in oppervlaktewater voor te komen. Glyfosfaat kan op termijn tot milieuschade en hogere kosten voor de bereiding van drinkwater uit Maaswater leiden. Veel onkruidbestrijdingsmiddelen die op bestratingen worden gebruikt, komen via het riool uiteindelijk in het oppervlaktewater terecht. Rioolwaterzuiveringsintallaties zijn niet ingericht op het verwijderen van dit soort bestrijdingsmiddelen uit het afvalwater, waardoor deze in het oppervlaktewater, zoals beken en de Maas terechtkomen.