Het rapen van kievitseieren kunnen de Friezen voorlopig wel vergeten
Onderzoek door vogelonderzoekbureau Sovon toont aan dat de stand van de kievit in Fryslân ongunstig is. In officiële termen: de kievit bevindt zich in een ongunstige staat van instandhouding. Sovon onderzocht verschillende zaken die van invloed zijn op de kievitstand. Hierbij gaat het onder andere om het aantal kieviten dat broedt, de beschikbare habitat (leefgebied) en de verspreiding. Daarnaast is onder meer gekeken naar het nestsucces, kans op herleg en de overleving van kuikens. De vogelonderzoekers concluderen dat de stand van de kievit in de periode 2003-2014 gemiddeld met 2,8 % per jaar achteruit ging. En dat het leefgebied en de verspreiding van de vogel afneemt. Dit onderzoek werd in opdracht van de provincie Fryslân verricht en was nodig naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State begin 2015. Het college van gedeputeerde staten neemt begin 2016 officieel een besluit op bezwaar in het kader van deze uitspraak. Ze betrekt daarbij het Sovon-rapport. In deze uitspraak werd de ontheffing die de provincie afgaf voor het rapen van kievitseieren in de periode 2013-2015 beoordeeld. De Raad vond dat eerst voldoende onderbouwd moest worden hoe het met de kievitstand gaat. Volgens de RvS heeft het Friese college van Gedeputeerde staten bij het verlenen van een ontheffing niet voldoende onderzocht of de Friese kievitenpopulatie zich in een "gunstige staat van instandhouding bevindt".