Al tientallen jaren gaat het aantal boerenlandvogels alarmerend hard achteruit. De afgelopen 30 jaar zijn de aantallen meer dan gehalveerd. Deze cijfers tonen aan dat er een flinke verandering nodig is in de agrarische bedrijfsvoering. In het kader van de vergroening van het nieuwe EU-landbouwbeleid zouden er zogenoemde Ecologische Focusgebieden moeten komen. Hierdoor zou op bedrijfsniveau 5% van het areaal akkerbouwgrond uit productie genomen moeten worden en een ecologische focus moeten krijgen. Daar is de LTO het niet mee eens. Namens LTO Nederland heeft Jaap Haanstra een beroep gedaan op staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) en de Tweede Kamer om de uitvoering van zogenoemde ‘Ecologische focusgebieden’ zo aan te pakken, dat geen grond braak komt te liggen. Afgelopen vrijdag stuurde staatssecretaris Dijksma haar langverwachte brief naar de Tweede Kamer over de manier waarop Nederland het nieuwe landbouwbeleid (GLB) gaat invullen.
In de brief stelt Dijksma met landbouwgeld boeren te willen aansporen om duurzamer te werken. De staatssecretaris heeft daarvoor nu een voorzet gegeven. Haar ambitie: achteruitgang van biodiversiteit in het landelijk gebied afremmen. De Vogelbescherming denkt dat het nog iets ambitieuzer kan. Op basis van het nieuwe Europese Landbouwbeleid zouden waardevolle weiden buiten de natuurgebieden extra beschermd kunnen worden, met behulp van subsidies. Toch kiest Dijksma er voor dit niet in Nederland in te voeren voor landbouwgrond met zeldzame soorten of met een hoog aandeel van Europese - of wereld populaties van vogelsoorten. Zoals bijvoorbeeld de grutto (Limosa Limosa), waarvan 90 procent van de populatie van Noord West Europa in ons land broedt. Boeren die deze gronden beheren zouden hiervoor een passende vergoeding moeten ontvangen vindt Vogelbescherming.
De grutto Limosa limosa gaat nog steeds met gemiddeld vijf procent per jaar achteruit in Nederland. Vogelbescherming maakt zich grote zorgen over deze voortdurende achteruitgang omdat Nederland voor deze soort een sleutelrol vervult in Europa. Dankzij tellingen weten we nu dat in 2011 maar de helft van het benodigde aantal jongen vliegvlug is geworden. In 2011 is voor het eerst het totaal aantal jonge grutto's in Nederland geschat. Deze kwam uit op 6.500, terwijl er, uitgaande van een populatie van 44.000 paren, circa 13.000 jongen nodig waren om verdere achteruitgang te voorkomen.
Bronnen: Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op vrijdag 8 juni 2012
http://www.natuurbericht.nl/?id=8368
Vogelbescherming, 9-12-13
http://www.vogelbescherming.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/q/ne_id/1309
- Log in to post comments
Als het aan LTO ligt komt er helemaal geen vergroening
De invulling van het nieuwe EU-landbouwbeleid (2014-2020) in Nederland komt in belangrijke mate tegemoet aan de wensen van het agrarisch bedrijfsleven. “We hebben gepleit voor een geleidelijke overgang naar een nieuw premiestelsel. Die mogelijkheden worden nu maximaal benut. Wel resteren enkele knelpunten met bijvoorbeeld de vergroening en de sterke inkomensteruggang voor enkele groepen boeren. De hoofdlijnen zijn goed, maar wij zijn er nog niet.” Dit zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland in een reactie op de brief, die staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd over de uitwerking van het Europese landbouwbeleid (GLB). De dreiging dat in verband met vereiste vergroening goede landbouwgrond uit productie gehaald zou moeten worden, is tot voldoening van LTO achterhaald. Voor akkerbouwers zijn de meeste nu voorgestelde alternatieven werkbaar, maar nog onvoldoende flexibel in de dagelijkse bedrijfsvoering. “Het is beter dan de aanvankelijke plannen, maar het moet breder”, reageert Maat. Wat LTO betreft vallen onder vergroening ook pakketten met hennep, vlinderbloemige gewassen en bestaande landschapselementen. “Maatwerk voor de akkerbouw is nodig om perspectief te houden. Hierover gaan we dus nog stevig in gesprek”, aldus de LTO-voorzitter.
De vergroening van het Europese landbouwbeleid mag niet leiden tot het uit productie nemen van landbouwgrond. Dure grond ongebruikt laten is aan de samenleving niet uit te leggen, vindt de vakgroep LTO Akkerbouw. “De strijd tegen honger is wereldwijd, er moet de komende decennia veel meer voedsel geproduceerd worden. Dan gaan we hier toch geen goede landbouwgrond braak laten liggen. Het is de wereld op z’n kop”, zegt vakgroepvoorzitter Jaap Haanstra.
In het kader van de vergroening van het nieuwe EU-landbouwbeleid komen er zogenoemde Ecologische Focusgebieden. Hierdoor zal op bedrijfsniveau 5% van het areaal akkerbouwgrond uit productie genomen moet worden en een ecologische focus moet krijgen. Wat dat laatste inhoudt, is nog niet duidelijk, daar lidstaten ruimte wordt gelaten daar een eigen invulling aan te geven. Maar dat die gebieden ten koste gaan van de productie is wel duidelijk.
Namens LTO Nederland heeft Haanstra een beroep gedaan op staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) en de Tweede Kamer om de uitvoering van zogenoemde ‘Ecologische focusgebieden’ zo aan te pakken, dat geen grond braak komt te liggen.
Bronnen: LTO, 13-10-13 & 6-12-13
http://www.lto.nl/actueel/nieuws/10833021/
http://www.lto.nl/actueel/Nieuws/10837706/LTO-op-hoofdlijnen-achter-nie…
LTO hekelt Alterra advies over nationale invulling vergroening
De vergroening van het GLB geeft lidstaten de vrijheid om daaraan nationaal een eigen invulling te geven. Onze overheid heeft Alterra daarom om advies gevraagd voor onze nationale invulling op drie onderdelen: de EFA’s (Ecologische Focus Area’s), aanscherping maatregelen blijvend grasland en ‘top-up’ voor gebieden met natuurlijke handicaps. Ten aanzien van de verplichte gewasdiversificatie is er geen ruimte voor nationale invulling. Het Alterra rapport met het advies over die nationale invulling werd op maandag 4 november 2013 te Utrecht gepresenteerd, en de onderzoekers gaven een uiteenzetting over het document aan de belangstellende aanwezigen. Met name de EFA’s zijn voor de akkerbouw in ons land van belang. In de EU verordening staan hiervoor verschillende vormen benoemd: braakliggend land, buffer stroken, terrassen, landschapelementen, agro-forestry, stroken zonder gewas langs bos, snelgroeiend hout met korte omlooptijd, tijdelijk bos op landbouwgrond, vanggewassen en groenbemesters,en als laatste stikstofbindende gewassen. Onder de landschapselementen wordt verstaan: heggen, bomenrijen, groepen bomen tot 0,3 ha per groep en minder dan 25% van het perceel, stenen perceelsomheiningen en oevervegetatie. Ook worden twee blauwe landschapselementen genoemd: natuurlijke poelen tot 0,5 ha en maximaal 25% van het perceel, en greppels en sloten van maximaal 4 meter breed inclusief talud of dijk.
In het rapport wordt gesteld dat een EFA erkent kan worden als het daadwerkelijk bijdraagt aan vergroening van de percelen waarover een hectaretoeslag wordt ontvangen. Het gaat de onderzoekers om de extra ‘netto vergroening’, terwijl erkenning van een bestaande situatie als vergroeningsmaatregel uiteindelijk weinig extra zal opleveren, omdat er niets verandert aan de bestaande situatie. Zo is het voorstel in het rapport om sloten niet te erkennen voor de vergroening. Allereerst zijn de deskundigen de mening toegedaan dat Nederlandse sloten weinig biodiversiteitswaarde hebben. Bovendien wordt beargumenteerd dat sloten weinig kans hebben om te verdwijnen als er geen erkenning voor vergroening is. Als sloten worden erkend, zou er globaal in ons land niets hoeven te veranderen, alhoewel dat nog erg varieert per gebied.
En dat is nu juist bepalend voor de intentie waarmee er gekeken wordt naar vergroening. De wetenschappers adviseren dat er een positief netto effect nagestreefd moet worden en dat kan alleen als er landbouwgrond uit productie genomen wordt. De argumentatie dat er dan elders extra landbouwgrond in productie genomen wordt om de voedselvoorziening op peil te houden, wordt weggewuifd omdat er volgens sommige studies in de EU een krimp van de vraag naar voedsel tot 2020 zou plaatsvinden. Dat boeren veel geld geïnvesteerd hebben in hun landbouwgrond en dat het voor hen het belangrijkste productiemiddel is om inkomen te verdienen, is kennelijk evenmin relevant. Omdat er een subsidie wordt verstrekt, wordt het recht geclaimd om privaat eigendom van 40-80 duizend euro per hectare uit productie te nemen. Dat is gemakkelijk als je daar zelf niet van hoeft te leven.
Het rapport kent meer negatieve adviezen ten aanzien van elementen voor de vergroening uit de Europese lijst. Vanggewassen zouden niet erkend moeten worden, omdat ze slechts gedurende een deel van het jaar worden toegepast. Niet vlinderbloemige groenbemesters zouden niet erkend moeten worden, omdat die geen of weinig meerwaarde voor de biodiversiteit hebben. Ook willen de auteurs van het rapport dat eenjarige vlinderbloemige gewassen worden uitgesloten als EFA. Het gaat om peulvruchten, conservenerwten, veldbonen, lupinen en vlinderbloemige groenbemesters. Er bestaat namelijk een reële kans dat het EFA areaal grotendeels zal worden ingevuld met zulke eenjarige stikstofbindende gewassen, zonder de beoogde meerwaarde voor natuur en biodiversiteit te realiseren. Voor de onderzoekers is dat voldoende reden om een negatief advies op te stellen.
In feite worden daarmee een aantal maatregelen die de Europese Commissie heeft erkend voor vergroening, door de adviseurs van onze overheid gediskwalificeerd. En dat is niet omdat onze omgeving die factoren anders maakt dan bijvoorbeeld in Duitsland of België. Het rapport is een advies aan de overheid en de nationale invulling moet nog gerealiseerd worden, maar het zou toch wel schrijnend zijn als ook de vergroening van het GLB de concurrentieverhoudingen binnen de EU verstoord. Het landbouwbeleid is als een van de dragers van de Europese Unie ontwikkeld en streeft juist één, open Europese markt zonder grensbelemmeringen na. Beleidsmakers laten die basisgedachte kennelijk steeds meer en vaker los en zijn al lang blij als er een besluit genomen wordt. Om iedereen zijn zin daarin te geven, zullen de vrijheden op lidstaatniveau alleen maar groter worden.
Bron: LTO, 5-11-2013
http://www.ltonoord.nl/nieuws/nationale-invulling-vergroening-glb
Sharon Dijksma wikt, maar de LTO beschikt
Europa moet af van „het oude denken” over landbouw, vindt Albert Jan Maat. Verwijzend naar een toenemende wereldbevolking die gevoed moet worden, noemt de voorzitter van LTO Nederland het vrijmaken van 5 procent van de akkerbouwgrond voor ”boerenlandnatuur”, zoals voorgesteld door de Europese Commissie, een achterhaald „geitenwollensokkenvoorstel.” Vergroening van de landbouw is prima, maar dan alleen in de betekenis van efficiencyverbetering: meer voedsel produceren met minder grondstoffen. Deze uitspraken van Maat vormen een regelrechte provocatie aan het adres van al degenen die zich zorgen maken over de teloorgang van natuurwaarden in het landbouwgebied. Intensivering van de landbouw heeft met name in West-Europa geleid tot een kaalslag van de natuur op het platteland. Deze afname is al dertig jaar aan de gang en is voor sommige soorten dramatisch. Duidelijke Nederlandse voorbeelden zijn boerenlandvogels als grutto (-70 procent sinds 1960), patrijs (-95 procent), veldleeuwerik (-95 procent) en ortolaan (uitgestorven sinds 1994). Voor het behoud van levende agrarische cultuurlandschappen is verzoening van de productiefunctie van landbouw met andere publieke doelen, zoals biodiversiteit, noodzakelijk.
Bron: Jules Bos en Ben Koks in het Reformatorisch Dagblad, 19-11-2012
http://www.refdag.nl/opinie/landbouw_draait_ook_om_beheer_van_natuur_en_...
De auteurs zijn respectievelijk onderzoeker aan Wageningen Universiteit en Research Centrum en teamleider van de Werkgroep Grauwe Kiekendief.
De Vogelbescherming mag toezien hoe onze vogels verdwijnen
Het aantal vogels op het boerenland is de afgelopen 50 jaar in Nederland met meer dan 60% afgenomen. In 1960 zaten er nog 1000 vogels op een vierkante kilometer, nu zijn dat er 300. Daarmee gaat het aantal boerenlandvogels in ons land harder achteruit dan in de rest van Europa. Het aantal broedparen is in 50 jaar tijd op het platteland met gemiddeld 61-73% afgenomen, dat komt neer op 3,3 tot 5,7 miljoen vogels minder. Het meest zorgwekkend is de afname van de aantallen veldleeuwerik (Alauda arvensis), patrijs (Perdix perdix) en zomertortel (Streptopelia turtur), alle drie met meer dan 90%.
Directeur Fred Wouters van Vogelbescherming Nederland: "Het is 2 voor 12. Op deze manier sterven vogelsoorten uit die je vroeger overal tegen kwam, zoals de veldleeuwerik. Toen ik nog jong was, hoorde je zijn prachtige zang de hele zomer en overal. Nu hoor je 'm nog amper. De urgentie is nu zo groot dat een nieuw kabinet dit probleem niet kan en mag laten liggen, anders verdwijnen eens algemeen voorkomende vogels uit ons land." Dat de vogels op het boerenland het zo moeilijk hebben, komt vooral door de intensivering van de landbouw. Er is geen voedsel in de vorm van insecten die op de bloemen en kruidenveldjes afkomen en er zijn geen plekken waar de vogels kunnen schuilen.
Bronnen:
Vogelbescherming, september 2012
http://www.vogelbescherming.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/q/ne_id/859
Compendium voor de Leefomgeving, augustus 2013
http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl1479-Vogels-van...
Het wordt steeds stiller op het platteland door falend beleid
Dat blijkt uit de Vogelbalans 2012, de jaarlijkse graadmeter van de Nederlandse vogelpopulatie. Van de broedvogels op het platteland is de voorbije vijftig jaar driekwart verdwenen, berekent Sovon. Grootste verliezer is de veldleeuwerik (Alauda arvensis), waarvan de populatie sinds 1960 met 96 procent is afgenomen. Andere prominente verliezers zijn de patrijs Perdix perdix (-93 procent), de zomertortel Streptopelia turtur (-92 procent), de ringmus Passer montanus (-93 procent) en de grutto Limosa limosa (-68 procent). De Vogelbescherming Nederland is geschrokken. 'Het gaat slechter dan we al vreesden', aldus woordvoerster Marieke Dijksman. Zij is bang dat de financiering van de maatregelen om de vogels te redden, onder druk komt te staan. 'Er wordt officieel gewerkt aan vergroening van het Europese landbouwbeleid, maar in de praktijk komt daar niets van terecht.'
Bron: Volkskrant, 23-11-2012
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieuws/article/detail/3352513/2012/1...
Boer wil geld, geen grutto
Nederland is rijk aan dier- en plantensoorten die typerend zijn voor het boerenland. Althans, het boerenland van vroeger. Van voor de grote herverkaveling en eigenlijk van voor de industriële revolutie. Gronden waren arm en nat, omdat de boer het niet kon bemesten en ontwateren. Er groeiden akkeronkruiden, omdat de boer deze niet kon bestrijden. Er broedden vogels in heggen, omdat de boer geen prikkeldraad had. De boer wilde geen natuur, maar kon er weinig tegen doen. Gelukkig was daar de vooruitgang en kon de boer beter en efficiënter produceren. Voor natuur was geen plek meer.
Bron: Netwerk Platteland, 12-05-2011
http://www.netwerkplatteland.nl/np20/grutto
De ambassadeur van het polderlandschap gaat vertrekken
Van alle grutto's in Noordwest-Europa broedt 90 procent in Nederland. De grutto eet wormen, insecten en larven van insecten zoals larven van langpootmuggen (emelten), broedt in vochtige weilanden en natte venen en heeft, tot recentelijk, een uitstekend habitat gevonden in graslanden in agrarisch gebruik. Grutto's Limosa limosa zijn dè ambassadeurs van het Nederlandse polderlandschap. In grote delen van het land is het aantal grutto's tot in de jaren vijftig toegenomen. De toegenomen voedselrijkdom door de intensievere bemesting was daar debet aan. Omstreeks midden jaren zestig kon de grutto het tempo van de agrarische veranderingen niet meer bijbenen. Sindsdien is het bergafwaarts gegaan.
Een schatting van de totale populatie voor midden jaren tachtig komt op 85.000 tot 100.000 paar. Inmiddels is de stand opnieuw drastisch afgenomen: er resteren nog 46.000 paren (2000) en de populatie neemt nog steeds fors af. Volgens de Vogelbescherming is het bestand sinds 1980 met 60% afgenomen. De achteruitgang van de grutto blijkt niet alleen plaats te vinden in agrarische gebieden, maar ook, en in nog sterkere mate in de natuurreservaten. Ook de broedpopulaties in Duitsland, Polen, Ukraine en Rusland gingen in de periode 1990-2000 achteruit (gegevens Birdlife International). De soort staat op de rode lijst van Duitsland als met uitsterven bedreigd.
Bronnen:
http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=5320&lang=nl
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/p...
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/det...
http://www.aviflevoland.nl/html/Grutto.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Grutto
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&record=Limosa+...
http://www.natuurbericht.nl/?id=6552