Nederlandse banken weigeren de verkoop van kleding gemaakt van biologisch katoen te faciliteren

Infact verkoopt kleding gemaakt van biologisch katoen. Deze zomer kreeg het bedrijf een lening van een Duitse bank. Sindsdien groeit het als kool. Toen hij zijn businessplan verzegeld en wel kreeg teruggestuurd door Trio­dosbank, ‘deed dat wel een beetje pijn’. Roland Wiechert (31) produceert met zijn bedrijf Infact kleding van louter biologische katoen, betaalt zijn personeel in India meer dan het minimumloon en is van plan om daar een school op te zetten. Hoe duurzaam kun je zijn? Maar de afwijzing sloot naadloos aan bij de queeste van Wiechert naar financiering, die bijna stukliep op de banken. ‘Ik had anderhalve ton nodig om de groei van mijn bedrijf te financieren. Voor een bank is dat peanuts. Ik heb alle Nederlandse banken gehad. Driekwart jaar ben ik ermee bezig geweest. Door ABN werd ik niet teruggebeld, Rabobank vond het bedrag te laag. De ene bank zei dat ik het bedrijf onmogelijk in mijn eentje kon runnen, de andere bank wilde niet investeren in personeel. Zo was er elke keer wel iets.'

Ondertussen had ik al orders binnen van Audi, dat ik bedrijfskleding zou leveren. Audi! Ik had geld nodig om die deal te financieren. Maar ik kreeg van de banken niets.’

Terug naar het begin. Wiechert is een selfmade ondernemer. Een doener. ‘Ik hou van werken.’ Zonder duidelijke opleiding belandde hij jaren geleden op het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar hij het vervoer regelde voor alle Nederlandse ministers. Hij kreeg een riant salaris, maar na anderhalf jaar was de spanning er wel af. Wiechert vertrok naar Amsterdam, waar hij zijn studie voor makelaar pal voor de laatste tentamens afbrak. ‘Dat zag ik mezelf niet voor de rest van mijn leven doen.’

Twee maanden lang sloot Wiechert zich op in zijn kamer om na te denken. Toen wist hij het: biologisch katoen. Dat zou de toekomst worden. ‘Ik heb een ticket geboekt en ben naar India gegaan. Ik had afspraken gemaakt met een aantal grote kledingbedrijven.’

Wiechert weet dan nog nauwelijks iets van de industrie. Hij had geen winkel, geen geld, geen ervaring. Alleen een idee. Na de eerste presentatie keerde hij terug naar het hotel, overtuigd dat het niets was geworden. Amper op zijn kamer werd hij gebeld door een van de mensen die bij de presentatie aanzaten. ‘Ik nodig je uit om vanavond te gaan dineren’, zei de man aan de andere kant van de lijn. ‘Die avond reed er een verlengde Audi A8 voor’, vertelt Wiechert. ‘Een van de mannen die ik had gesproken bleek een enorme textielbaron te zijn. Hij heeft twaalf fabrieken. De helft van de kleding die in de Kalverstraat ligt, komt van hem. Maar dat wist ik allemaal niet. “Ik zie het in je zitten”, zei hij om twee uur ’s nachts. “Ik ga je groot maken.”’

Terug in Nederland kreeg Infact gestalte. Het idee is simpel: basic kleding in effen kleuren van biologisch katoen. Dat is goed voor het milieu in India en bovendien is de kwaliteit van het katoen beter, zegt Wiechert. Hij begon met pop-upstores. ‘Leiden, Rotterdam, Den Haag, Utrecht. Ik was er zeven dagen per week mee bezig. Van de banken kreeg ik niets.’ Hij liep tegen zijn grenzen aan. ‘Ik ben geen webbouwer, maar ik moest wel een website hebben. Uiteindelijk doe je dan alles maar half.’ Daarbij: de voorraden hoopten zich op. ‘Ik had € 85.000 aan voorraad. Zoveel kan ik in mijn winkel in Haarlem onmogelijk verkopen. Dus dat was dood geld.’

Driekwart jaar trok Wiechert aan de financiering. Tot hij in contact kwam met GLS. ‘De Duitse Triodos, maar dan een veelvoud groter.’ Eén belletje was voldoende. ‘“Wanneer heb je geld nodig”, vroeg de man aan de telefoon. “Gisteren”, antwoordde ik. “Wanneer kunnen we een afspraak maken?” vroeg hij. “Gisteren”, zei ik weer. Twee dagen later was hij hier. En in een ommezien had ik geld.’

Deze zomer leende hij een ton. Minder dan de anderhalve ton waar Wiechert op hoopte, maar toch voelde het als een sluis die openging. ‘Zonder lening was ik wellicht doodgebloed, hoewel ik daar nooit serieus aan heb gedacht. Toen ik de lening kreeg, zei mijn vader nog: “Je moet ervan genieten.” Maar ik ben bezig. Het geld is niet voor mezelf, maar voor het pand, de voorraad en het personeel.’

In het vierde kwartaal steeg de omzet met 500%. Wiechert levert nu met Infact kleding aan Audi, Vogue en Staatsbosbeheer. Geregeld vliegt hij naar India. ‘We hebben de hele keten in de hand. Van producent tot winkel. Daardoor kunnen we concurreren.’ Voor 2015 hoopt hij op een omzet van € 800.000 tot € 1 mln.

Ondertussen gaat de zoektocht naar groeigeld verder. Niet bij de banken, ‘want die zijn er voor je als je ze niet meer nodig hebt’, maar bijvoorbeeld bij potentiële financiers in Dubai. Weer boekte Wiechert een ticket, dit keer naar de Emiraten, en maakte afspraken met investeerders. ‘Ik stond al met mijn bagage op Schiphol, maar uiteindelijk ben ik niet gegaan: het voelde toch niet goed.’

Bron: Financieel Dagblad, 17-1-15
http://fd.nl/fd-outlook/1088687/twee-maanden-heb-ik-nagedacht-toen-wist…