Beleid en debat

planet e.: Tod im Bienenstock

Im Sommer 2008 starben am Oberrhein innerhalb weniger Stunden Millionen Bienen. Verantwortlich war offiziell ein technischer Fehler an Saatgutmaschinen, durch den große Mengen eines neuartigen Pflanzenschutzmittels aus der Gruppe der so genannten Neonikotinoide in die Umwelt gelangten. Ein einmaliges Ereignis, sagen die einen. Die Logik eines extrem gefährlichen Pestizids, sagen die anderen. Schon lange stehen die Neonikotinoide im Verdacht, nicht nur akut toxisch zu wirken, sondern auch in geringen Dosen das Immun- und Navigationssystem der Nektarsammler zu stören. Im Frühjahr konnten Wissenschaftler des französischen staatlichen Agrarforschungsinstitut INRA diesen Effekt nachweisen - mit der Folge, dass ein Verbot des Pestizids sehr wahrscheinlich ist.

Korneuburger Grundwasser: Unabhängige Experten leiten Sanierung

Im Zusammenhang mit dem durch Pestizide verunreinigten Korneuburger Grundwasser ist nun ein unabhängiges Expertenteam am Wort, das die Sanierungsmaßnahmen leiten wird. Die Herkunft der Verunreinigung sei durch Probennahmen und Überprüfungen auf das Werksgelände der Kwizda Agro GmbH eingeengt worden, teilte die Bezirkshauptmannschaft am Donnerstag mit. Als wahrscheinliche Ursache gilt ein undichter Abwassersammelbehälter. Univ.-Prof. Werner Wruss, der das Expertenteam leitet, sprach von einem mehrstufigen Konzept, das umgesetzt werden soll. Eine Sofortmaßnahme sei die Wasserhaltung auf dem Kwizda-Werksgelände, damit es zu keinen weiteren Emissionen komme. Außerdem gehe es um die Quellsanierung und die Inbetriebnahme bzw. Aktivierung von Sperrbrunnen, die nachgerüstet werden müssten, um auch das zuletzt entdeckte Herbizid Clopyralid zurückzuhalten. Dass derartige Grundwasserreinigungen selbst Jahrzehnte dauern könnten, ließ Wruss nicht unerwähnt. Darüber hinaus sei mit "einigen Millionen" Euro an Kosten zu rechnen.

Veel bestrijdingsmiddelen uit de bloembollenteelt, kasteelt en bloemisterij worden in te hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen

De grote uitdaging voor de landbouw is te komen tot een robuuste, duurzame landbouw, die tegemoet komt aan de wensen van de samenleving nu en in de toekomst. Daarbij gaat het om een omschakeling naar teeltwijzen waarbij het huidige productieniveau kan worden gehandhaafd of vergroot, met een minimale belasting van het milieu. Om dat te bereiken moet de milieubelasting van bestrijdingsmiddelen verder omlaag. De mate waarin de milieunormen in het oppervlaktewater worden overschreden is sterk verschillend per regio. De grootste problemen voor wat betreft de milieubelasting zijn veelal te vinden in het westen van het land. In verhouding worden veel bestrijdingsmiddelen uit de bloembollenteelt, kasteelt en bloemisterij in te hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen. In gebieden met grootschalige teelten zoals bijvoorbeeld aardappelen en granen wordt door een kleiner aantal stoffen de milieunorm overschreden, maar wel op veel plaatsen in Nederland.

Het oppervlaktewater in en om de Bommelerwaard blijkt een grote verscheidenheid aan bestrijdingsmiddelen te bevatten

Bij het innamestation van Dunea in Brakel, bij drie gemalen langs de Afgedamde Maas en bij de Maas bij Keizersveer troffen we op alle meetdagen in 2008 meerdere stoffen aan. Dat de aantallen stoffen bij gemaal Brakel zo hoog zijn is zorgwekkend, aangezien dit gemaal slechts enkele honderden meters van het innamestation van Dunea ligt. Bij het innamestation zelf is de vervuiling ook zeer divers; regelmatig troffen we meer dan tien verschillende middelen tegelijkertijd aan. De afgelopen jaren zijn er steeds rond de 70 verschillende bestrijdingsmiddelen per jaar aangetroffen. De samenstelling van de aangetroffen stoffen is vrij constant over de jaren. Carbendazim, mecoprop, bentazon, diuron, imidacloprid, isoproturon, tolclofos-methyl en aminometylfosfonzuur (AMPA, een afbraakproduct van glyfosaat) zijn stoffen die het meest worden aangetroffen.

In de dataset van HH Rijnland over 1985-2010 vertoont imidacloprid een stijgende trend

In 2011 is een trendanalyse uitgevoerd op de dataset van waterkwaliteitsgegevens van HH Rijnland over de periode 1985-2010. Dit onderzoek is de eerste statistische trendanalyse die Rijnland heeft laten uitvoeren om de ontwikkelingen van de waterkwaliteit – ook in ruimtelijke zin – in beeld te brengen en om vervolgens te kunnen duiden. Incidenteel treden nog hoge concentraties van gewasbeschermingsmiddelen op en vertoont het middel imidacloprid een stijgende trend.

HHNK controleert samen met de politie 290 bloembollenbedrijven op verontreiniging van het oppervlaktewater

De komende weken controleert Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) samen met de politie Noord-Holland Noord 290 bloembollenbedrijven op verontreiniging van het oppervlaktewater. Bij deze bedrijven wordt gecontroleerd of ze de juiste maatregelen treffen om verontreiniging van het oppervlaktewater tegen te gaan. Het doel is om uiteindelijk te komen tot een betere waterkwaliteit door onnodige schadelijke lozingen in het oppervlaktewater te voorkomen. Uit een recent RIVM rapport (bijlage) blijkt echter dat in de bollenteelt de hoeveelheid van bestrijdingsmiddelen zoals imidacloprid die in het oppervlaktewater terecht komt vooral bepaald wordt door drainage (ontwatering). Drainage is strikt noodzakelijk omdat een constant grondwaterpeil voor bollenteelt (bijvoorbeeld tulpen) zeer belangrijk is. De verantwoordelijkheid voor oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid door de bollenteelt kan dus niet op de bollenboeren worden afgeschoven. De actie van HHNK is zinloos. Een betere waterkwaliteit kan alleen worden bereikt door een verbod op het gebruik van imidacloprid in de bollenteelt.

EFSA noemt artikel in verband met GGO-maïs en tumoren bij ratten van onvoldoende wetenschappelijke kwaliteit

De Europese Voedselautoriteit (EFSA) stelt dat het recent gepubliceerde artikel met betrekking tot tumoren bij ratten die GGO-maïs en/of glyfosaat gevoederd kregen van onvoldoende wetenschappelijke kwaliteit is om als waardevol beschouwd te worden voor de evaluatie van de risico's. De eerste analyse door EFSA wijst er op dat het concept, het systeem van rapportering van de gegevens en de analyse van de studie, zoals in het artikel beschreven, inadequaat zijn.

Birdlife International kritisch over Europees natuurbeleid

De Europese Unie wil de achteruitgang van de biodiversiteit stoppen. Met de uitvoering van de plannen vlot het niet. Dat concludeert Birdlife International in een recent gepubliceerd rapport. Ook op Nederland heeft de organisatie kritiek. In Nederland zijn er 166 Natura 2000-gebieden. Maar veel natuur binnen die gebieden staat er niet best voor. De meeste gebieden hebben nog steeds geen beheerplannen. Het schrappen van de robuuste verbindingszones van de Ecologische Hoofdstructuur brengt natuurherstel verder buiten beeld. Ook buiten het Natura 2000-netwerk laat de bescherming van biodiversiteit zeer te wensen over. Dit geldt vooral voor gebieden met intensieve landbouw. De intensieve landbouw is volgens BirdLife International een belangrijke oorzaak voor het verlies aan biodiversiteit. Het aantal vogels op het boerenland is de afgelopen 50 jaar in Nederland met meer dan 60% afgenomen.

Het Nederlandse oppervlaktewater bevat hoge percentages van antibiotica-resistente bacteriën

In de grote Nederlandse rivieren Maas, Rijn en Nieuwe Maas, komen hoge percentages bacteriën voor die resistent zijn tegen een of meer soorten antibiotica. Dit blijkt uit ‘verkennend’ onderzoek van het RIVM, waarvan de resultaten in 2011 zijn gepubliceerd. De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen eerdere metingen van Rijkswaterstaat uit 2008 en onderzoek van het RIVM in 2010. De oorzaak wijst duidelijk in de richting van de intensieve veehouderij. Volgens het RIVM kunnen mensen antibioticaresistente bacteriën binnen krijgen als zij worden blootgesteld aan verontreinigd oppervlaktewater. Dit kan onder meer door te zwemmen in recreatiewater of door oppervlaktewater te gebruiken voor het besproeien van gewassen.