Het Ctgb stelt een beslissing over een versnelde herbeoordeling van thiacloprid en acetamiprid uit tot februari 2014

De stoffen acetamiprid en thiacloprid uit de neonicotinoïdengroep zijn tot op heden nog niet herbeoordeeld op het risico voor bijen. Het Ctgb stelt dat nieuwe studies waarin het effect op bijen van de individuele stoffen is onderzocht, geen directe aanleiding geven om versneld een herbeoordeling te maken. Echter, de studies waarin het effect op bijen van combinaties van stoffen is onderzocht, tonen aan dat de toxiciteit voor bijen van deze stoffen mogelijk verhoogd wordt als de stoffen in combinatie met andere gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast. In principe wordt het potentieel effect van synergisme in risicobeoordelingen meegenomen. Bij sterke synergetische interacties is het echter mogelijk dat het risico voor bijen wordt onderschat. Het zal moeten worden onderzocht of hiervoor aanvullende maatregelen nodig zijn in de risicobeoordeling of bij het risicomanagement. Er wordt op dit moment ook onderzocht in hoeverre andere stofcombinaties synergisme vertonen. De Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA zal worden gevraagd om, in samenwerking met Ctgb en andere kennisinstituten, een prioriteitenlijst van stoffen met synergistische interacties te maken die als eerste zullen worden onderzocht. Het Ctgb zal hierover met een eerste conclusie komen in februari 2014.

Bron: AgriHolland Nieuws, 10-10-2013
http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=152695

Henk Tennekes

Fri, 18/10/2013 - 18:00

Laboratory bioassays conducted to determine the contact honey bee toxicity of commercial neonicotinoid insecticides showed that the nitro-substituted compounds were the most toxic to the honey bee with LD50 values of 18 ng/bee for imidacloprid and 30 ng for thiamethoxam. The cyano-substituted neonicotinoids exhibited a much lower toxicity with LD50 values for acetamiprid and thiacloprid of 7.1 and 14.6 µg/bee, respectively. However, piperonyl butoxide and propiconazole increased honey bee toxicity of acetamiprid 6.0- and 105-fold and thiacloprid 154- and 559-fold, respectively, but had a minimal effect on imidacloprid (1.70 and 1.52-fold, respectively). A broad survey of pesticide residues conducted on samples from North American apiaries during the 2007–08 growing seasons revealed the presence of 121 different pesticides and metabolites within wax, pollen, bee and associated hive samples, including acetamiprid, thiacloprid, imidacloprid, thiamethoxam, piperonyl butoxide and propiconazole. Thus, under practical circumstances, acetamiprid and thiacloprid can be as toxic to honey bees as imidacloprid and thiamethoxam.

References:
Iwasa, T. et al. (2004). Crop Protection 23: 371–378
Mullin CA et al. (2010) High Levels of Miticides and Agrochemicals in North American Apiaries: Implications for Honey Bee Health. PLoS ONE 5(3): e9754. doi:10.1371/journal.pone.0009754

Henk Tennekes

Fri, 18/10/2013 - 18:07

Volgens het CBS is het gebruik van het neonicotinoide insecticide thiacloprid gestegen van 320 kg op 1.191 ha in 2004 tot 7954 kg op 59.041 ha in 2008. Met het EUSES model (European Union System for the Evaluation of Substances) kan worden uitgerekend dat bij het gebruik van thiacloprid op het niveau van 2008 normoverschrijdingen in het oppervlaktewater onvermijdelijk zullen zijn. Deze normoverschrijdingen vormen een dodelijke bedreiging voor insecten. De Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes heeft ook voor thiacloprid aangetoond dat de blootstellingstijd aan deze stof een versterkende werking op de toxiciteit voor ongewervelde dieren heeft. Thiacloprid heeft dus dezelfde kwalijke eigenschappen als imidacloprid en kan bij langdurige blootstelling net zo toxisch zijn voor bijen als imidacloprid. Bovendien wordt de werking van thiacloprid door de pesticiden piperonyl butoxide en propiconazole, die ook in bijenkasten zijn aangetroffen, enorm versterkt, zodat er in de praktijk nauwelijks een verschil in giftigheid voor bijen is tussen imidacloprid en thiacloprid

Bronnen: deze website