Honeybees

BAYER libel action on the neonicotinoid insecticide thiacloprid dismissed

A judge has ruled on Wednesday that the environmental association BUND (Friends of the Earth Germany) has a right to voice concerns over potential harms to bees from a neonicotinoid pesticide, Thiacloprid. The judge at the Duesseldorf Regional Court revoked a previous injunction in favour of BAYER CropScience. Thiacloprid is used on crops such as oilseed rape and apples and is sold to the public in garden bug-killing products. According to BUND, there is scientific evidence that the substance can make bees more likely to die from common diseases and can impair their navigational abilities. By printing a "not toxic to bees" logo on products containing Thiacloprid there arose "the suspicion of a deliberate deception of the consumer by BAYER." Friends of the Earth is now asking the European Commission to take a precautionary approach by suspending all uses of Thiacloprid and to review its safety. A scientific paper by Professor Randolf Menzel used in evidence by BUND, says: “Sublethal doses of neonicotinoids interfere selectively with the homing flight component based on this cognitive map memory, reducing the probability of successful returns to the hive. Chronic exposure to the neonicotinoid Thiacloprid reduces the attractiveness of a feeding site and the rate of recruitment." Findings by toxicologist Dr. Henk Tennekes suggest that bees are not the only victims: “The risks of the neonicotinoid insecticides Imidacloprid and Thiacloprid to arthropods in water and soil may be seriously underestimated. The acceptable limits are based mainly on short-term tests. If long-term studies were to be carried out, far lower concentrations may turn out to be hazardous. This explains why minute quantities of Imidacloprid may induce bee decline in the long run.”

Gefährdung von Bienen durch das Neonikotinoid Thiacloprid

Aufgrund der vorliegenden Daten nahm die EU-Kommission mit Wirkung zum 1. Dezember 2013 europaweit die Neonikotionidwirkstoffe Clothianidin, Thiamethoxam und Imidacloprid für zwei Jahre für alle bienenrelevanten Kulturen vom Markt, da sie im Verdacht stehen, das Bienenvölkersterben wesentlich mit zu verursachen. Weitere Neonikotinoide, wie z.B. auch das Thiacloprid, wurden noch nicht verboten, obwohl es bereits genügend Forderungen aus der Wissenschaft sowie von Imker- und Naturschutzverbänden gibt, alle Neonikotinoide zu verbieten. Die Geschichte der Chemikalienpolitik und der Regulierung gefährlicher Chemikalien zeigt, dass sich Ersatzstoffe aus derselben Substanzklasse bei weiteren wissenschaftlichen Untersuchungen häufig als ebenso gefährlich herausgestellt haben. Dies gilt auch für das Thiacloprid. Seit Frühjahr 2014 liegen hierzu zwei Studien vor, die der Neurobiologe Dr. Menzel von der Freien Universität Berlin zusammen mit anderen Wissenschaftlern veröffentlichte.

Beeswax mirrors decades of agricultural malpractice contaminating the environment with pesticides

In a Belgian pilot study, honey bee wax combs from ten hives were analyzed on the presence of almost 300 organochlorine and organophosphorous compounds by LC–MS/MS and GC–MS/MS. Traces of 18 pesticides were found and not a single sample was free of pesticide residues. The number of residues found per sample ranged from 3 to 13, and the pesticides found could be categorized as (1) pesticides for solely apicultural (veterinary) application, (2) pesticides for solely agricultural (crop protection) application, (3) pesticides for mixed agricultural and apicultural (veterinary) application. The frequencies and quantities of some environmental pollutants bear us high concerns. Most alarming was the detection of lindane (gamma-HCH) and dichlorodiphenyltrichloroethane (DDT) (including its breakdown product dichlorodiphenyldichloroethylene), two insecticides that are banned in Europe. The present comprehensive residue analysis, however, also reveals residues of pesticides never found in beeswax before, i.e. DEET, propargite and bromophos.

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

De door bestrijdingsmiddelen veroorzaakte neerwaartse spiraal: minder planten, minder bijen, minder bijen, minder planten

Uit onderzoek van stuifmeel van bijen uit museumcollecties blijkt dat het verlies aan bloemen in het landschap wel eens een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van wilde bijensoorten zou kunnen zijn. Dit werd al langer vermoed, maar tot op heden ontbrak hiervoor het bewijs. Dat bewijs is nu geleverd aan de hand van museumcollecties. De achteruitgang van wilde bijen wordt vaak toegeschreven aan de achteruitgang van het landschap, in die zin dat er steeds minder bloeiende planten voorkomen en de bijen dus minder voedsel kunnen verzamelen. Alterra-onderzoeker Jeroen Scheper heeft samen met collega’s van onder andere de universiteiten van Wageningen, Leiden en Nijmegen het stuifmeel van bijen in museumcollecties onderzocht. Aan de hand hiervan konden zij bepalen welk planten door die ‘historische’ bijen (van vòòr 1950) als waardplant werden gebruikt. Zij onderzochten daarbij 57 bijensoorten.

Henk Tennekes was invited to lecture at Harvard on new approaches to pesticide risk assessment

The Radcliffe Institute for Advanced Study at Harvard extended an invitation to Dutch toxicologist Henk Tennekes to participate in the workshop, “Colony Collapse Disorder (CCD) & Neonics: Can we reverse the trend of losing honeybees?” The workshop was held on the Radcliffe Institute campus in Cambridge, MA. It began on the morning of Wednesday, February 11 and concluded at noon on Thursday, February 12, 2015. The workshop convened a panel of international and U.S. experts with backgrounds relevant to public health, toxicology, entomology, governmental policy affairs, and commercial beekeeping to discuss the science on the hazards of neonics to bees and other pollinators, and the public policy implication to save bees and other pollinators.

Bee brains and colony health jeopardised by pesticide exposure

Research at the Universities of Dundee and St Andrews has confirmed that levels of neonicotinoid insecticides accepted to exist in agriculture cause both impairment of bumblebees’ brain cells and subsequent poor performance by bee colonies. The contribution of the neonicotinoids to the global decline of insect pollinators is controversial and contested by many in the agriculture industry. However, the new research, published in the Journal of the Federation of American Societies for Experimental Biology, demonstrates for the first time that the low levels found in the nectar and pollen of plants is sufficient to deliver neuroactive levels to their site of action, the bee brain.

Henk Tennekes in Boerderij Vandaag over het conflict tussen wetenschap en industrie over neonicotinoïden

Bedrijven in de branche van gewasbeschermingsmiddelen maken hun omzet met een beperkt aantal producten. Het is daarom niet verwonderlijk dat producenten de marktpositie van succesvolle producten verdedigen. In de landbouw worden insecticiden toegepast om plaaginsecten te bestrijden. Nuttige insecten zoals bijen en vlinders mogen daarbij geen schade oplopen. Resten van het bestrijdingsmiddel op het gewas (residuen) mogen ook geen ongewenste effecten op de gezondheid van mens en dier hebben. Niemand verwijt producenten van gewasbeschermingsmiddelen dat zij toxicologisch onderzoek niet naar behoren hebben uitgevoerd. Maar er is een levensgroot probleem ontstaan door nieuwe inzichten in de risicobeoordeling.

De door milieuverontreiniging met imidacloprid veroorzaakte kaalslag is niet meer te overzien

Gezamenlijk zijn de vogels van het landelijk gebied sinds 1990 (toen het neonicotinoide insecticide imidacloprid op de markt werd toegelaten) met ongeveer de helft afgenomen. De afgelopen tien jaar nam het aantal kieviten en scholeksters met gemiddeld 5% per jaar af en de grutto en tureluur met 3%. Niet alleen vogels verdwijnen uit het landelijk gebied, ook bijen, vlinders en het bodemleven. Niet langzaam maar zeker, maar snél en zeker wordt ons agrarische areaal leger en stiller. De teloorgang van de biodiversiteit beperkt zich niet tot ons land. Uit een onderzoek van de universiteit van Exeter blijkt dat we nu in Europa 421 miljoen vogels minder hebben dan dertig jaar geleden; vooral gewone vogels van het platteland. Sinds het begin van deze eeuw wordt het cultuurlandschap verontreinigd met imidacloprid, dat zich door goede oplosbaarheid in water met neerslag gemakkelijk kan verplaatsen en ook in het grond- en oppervlaktewater terechtkomt. Alles wat groeit en bloeit wordt zo extreem giftig voor insecten, die onmisbaar zijn voor de voortplanting van veel vogelsoorten. Dat doet akkervogels de das om.

Neonicotinoïden verhogen de vatbaarheid van insecten voor infectieziekten

Net als zoogdieren hebben ook insecten een aangeboren immuunsysteem dat in staat is veroorzakers van infecties te herkennen. Een team van Italiaanse onderzoekers, onder leiding van Francesco Pennachio van de Universiteit van Napels heeft nu ontdekt dat een bepaalde groep insecticiden – neonicotinoïden – veranderingen in het immuunsysteem van insecten veroorzaakt. Insecten zijn hierdoor extra kwetsbaar. Door het blokkeren van een regulator van het aangeboren immuunsysteem, NF-kB (een bepaald eiwit) kwamen onderzoekers erachter dat neonicotinoïden het immuunsysteem beïnvloeden. Dat is te lezen in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences. De methode werd eerst op fruitvliegjes getest en daarna op bijen. Uit het onderzoek bleek dat bijen die geen neonicotinoïden kregen, bestand waren tegen een infectie. Bijen die wel werden blootgesteld, vertoonden wel reacties. Hoe groter de dosis neonicotinoïden, hoe groter de kans op infectie en hoe groter de kans dat het beestje dus sterft.