Blootstelling tijdens de zwangerschap aan hormoonverstorende chemicaliën kan het IQ bij het nageslacht verlagen
Gebromeerde difenylethers (PBDEs) en organofosfaat pesticiden (OPs) zijn twee voorbeelden van hormoonverstorende chemicaliën (‘Endocrine Disrupting Chemicals’ - EDCs), die worden geassocieerd met negatieve effecten op de hersenontwikkeling bij kinderen. In deze studie is de socio-economische impact voor de Nederlandse samenleving berekend in verband met het mogelijk dalen van de IQ door blootstelling aan PBDEs en OPs tijdens de zwangerschap. Studies met kinderen in de Verenigde Staten hebben een rekenkundige relatie vastgesteld voor de verlaging van de IQ en de mate van blootstelling aan PBDEs en OPs tijdens de zwangerschap. Deze relaties zijn toegepast op de gegevens van blootstellingswaarden in zwangere Nederlandse vrouwen in de periode 2000 -2006. De Nederlandse blootstellingswaarden voor PBDEs waren gemiddeld een ordegrootte lager dan die in de Verenigde Staten. Op grond van onze berekeningen kan toch verwacht worden dat in de hoogst blootgestelde 5% van de pasgeborenen in Nederland eveneens een verlaging van de IQ met 1.0 punt (95% betrouwbaarheidsinterval (B.I.): 0.02 – 1.9) is opgetreden. Omdat deze PBDEs persistent zijn in het milieu en de mens is de verwachting dat deze stoffen nog steeds negatieve invloed op de hersenontwikkeling in Nederland kunnen hebben bij een deel van de kinderen. De Nederlandse blootstellingwaarden voor OPs, zijn juist 3 tot 5 maal hoger dan de gemiddelde waarden in de Verenigde Staten. Toepassing van de Nederlandse waarden op de Amerikaanse blootstellings-respons relatie gaf aan dat een IQ daling van 5.1 punten (95% B.I. 2.0 – 8.1) voor kinderen in de 5% hoogst blootgestelde groep mogelijk is. IQ verlies is ook berekend voor enkele lager blootgestelde groepen, namelijk die tussen het 50e en 75e percentiel (1.7 IQ punten verlies; 95% B.I. 0.7 – 2.7) en 75e en 95e percentiel (3.1 IQ punten verlies; 95% B.I. 1.2 – 5.0).