Akkervogels

Het gebruik van insecticiden in Vlaanderen wordt duur betaald met een catastrofale achteruitgang van insecten en insectivore soorten

Van de 1996 soorten op de gevalideerde Rode Lijsten, zijn 139 soorten de laatste 100 jaar uit Vlaanderen verdwenen. Van de overige geëvalueerde 1857 soorten zijn ongeveer één vierde Rode Lijstsoorten. Ze zijn sterk achteruit gegaan en/of hebben een kritisch niveau bereikt waardoor de soort op het punt staat te verdwijnen uit Vlaanderen. Uit de recente Rode Lijst van de dagvlinders in Vlaanderen blijkt dat 66 % van alle soorten dagvlinders die sinds het begin van de vorige eeuw in Vlaanderen voorkwamen in gevaar of uitgestorven zijn. In 2012 werden twee nieuwe Rode Lijsten opgesteld nl. de Rode Lijst amfibieën en reptielen en de Rode Lijst zoetwatervissen. In totaal is de helft van alle soorten amfibieën en reptielen in gevaar en/of uitgestorven. In de nieuwe Rode Lijst zoetwatervissen wordt 62 % van de zoetwatervissen in Vlaanderen als bedreigd of uitgestorven beschouwd.

Heute lebt die Grauammer in Nordrhein-Westfalen fast nur noch in der Zülpicher Börde

Die Bestände vieler bekannter Feldvogelarten wie Rebhuhn, Feldlerche, Feldsperling, Kiebitz und Grauammer sind in Nordrhein-Westfalen stark zurückgegangen und zum Teil in ihrer Existenz bedroht. Heute lebt die Grauammer in Nordrhein-Westfalen fast nur noch in der Zülpicher Börde. Um das Aussterben dieses Ackervogels zu verhindern, führen die Biologischen Stationen der Region ein Projekt durch. Ziel des dreijährigen Projektes ist es, den Lebensraum der Grauammer in der modernen Agrarlandschaft zu verbessern. Die gewonnenen Erkenntnisse fließen in den Schutz der Feldvögel ein. Die Bereitschaft der Landwirte, die vorgeschlagenen Maßnahmen in der Region umzusetzen, hat in den letzten Jahren zugenommen.

Pflanzenschutzmittel in der Landwirtschaft rauben Vögeln und Säugetieren die Nahrungsgrundlage und tragen so zum Artenschwund bei

Zu diesem Ergebnis kommt eine neue Studie des NABU im Auftrag des Umweltbundesamtes (UBA). Viele Vogelarten, darunter Rebhuhn, Feldlerche und Goldammer, finden durch den Chemikalieneinsatz weniger Nahrung, weil mit den Schädlingen auch Futtertiere wie Schmetterlingsraupen und andere Insekten getötet werden. Herbizide beseitigen außerdem Wildkräuter auf den Äckern, auf denen Insekten leben und die Kleinsäugern und Jungvögeln Schutz bieten. „Es ist dringend nötig, in der Agrarlandschaft mindestens zehn Prozent Vorrangflächen ohne Spritzmittel einzurichten, wenn die Biodiversitätsziele der EU für 2020 noch erreicht werden sollen“, sagte NABU-Präsident Olaf Tschimpke.

Biolandbouw zorgt voor meer biodiversiteit

Dat hebben onderzoekers van de universiteit van Oxford berekend. Zij voerden een meta-analyse uit op basis van bijna honderd studies uit de voorbije dertig jaar en vergeleken de biodiversiteit tussen biologische en traditionele landbouwmethoden. Biodiversiteit wordt door de onderzoekers gedefinieerd als ‘het aantal of de hoeveelheid van soorten (organismen) die voorkomen’. Het verschil tussen bio- en traditionele landbouw ligt in het al dan niet gebruiken van pesticiden, herbiciden en kunstmatige bemesting. De algemene conclusie is dat de aanwezige biodiversiteit gemiddeld één derde groter is waar biologische landbouwmethoden worden gebruikt. Planten hebben het meeste voordeel bij biolandbouw, hoewel ook grote positieve effecten gevonden worden op andere organismesoorten als vogels en microben. Biolandbouw heeft de grootste positieve effecten op het aantal aanwezige bestuivers, zoals bijvoorbeeld de honingbij. Met betrekking tot het gewastype, is de hogere biodiversiteit vooral opvallend bij de verbouwing van graangewassen. Minder grote effecten worden gevonden bij de verbouwing van groenten en bij boomgaarden.

Zuid-Holland krijgt nu de rekening gepresenteerd van jarenlange bezoedeling van het cultuurlandschap met pesticiden

In navolging van vorige jaren blijkt uit een recent verschenen rapport van het Kennisinstituut Alterra dat de Zuid-Hollandse biodiversiteit een dalende trend blijft vertonen. De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) roept de provincie op om deze onderzoeksresultaten niet slechts voor kennisgeving aan te nemen, maar actie te ondernemen. De resultaten van het onderzoek liegen er niet om. Als het om alle landnatuur in heel de provincie Zuid-Holland gaat, dan is er een jarenlange constante dalende trend zichtbaar. Deze wordt met name veroorzaakt doordat het 'zeer slecht' gaat met de agrarische natuur: de akker- en weidevogels. In 12 jaar tijd zijn deze met meer dan 30% achteruit gegaan. Ook met de bedreigde soorten van de zogenaamde rode lijst is het slecht gesteld: ten opzichte van 1990 is circa 70% van de populatieomvang van deze soorten nu verloren gegaan.

Rondetafelgesprek in de gemeente Westerveld over lelieteelt en pesticiden

Omwonenden van leliepercelen in Westerveld voelen zich niet serieus genomen. Dat bleek op donderdagavond 6 maart 2014 tijdens een bijeenkomst over de lelieteelt in het gemeentehuis in Diever. Verschillende partijen konden hun standpunten toelichten over de effecten van gewasbeschermingsmiddelen. Het ging er fel aan toe in het bomvolle gemeentehuis. Omwonenden vrezen voor hun gezondheid als bollenboeren gebruik maken van middelen zoals metam-natrium om bijvoorbeeld grond te ontsmetten. De stoffen waaien uit over hun tuinen en onduidelijk is wat de effecten daarvan zijn op de volksgezondheid. Bijgevoegd een documentatie over dit thema van de hand van de toxicoloog Henk Tennekes. Naar het oordeel van Tennekes laat het Ctgb middelen toe die in de landbouw niets te zoeken hebben: het gebruik van metam-natrium verhoogt het risico op longziekten en het gebruik van imidacloprid roeit de insecten uit en daarmee ook alle soorten die van insecten afhankelijk zijn, zoals veel vogels van het boerenland. De gespreksleider in Westerveld deed pogingen de mensen met elkaar in gesprek te brengen. Tennekes, die deelnam aan de discussie, vroeg zich af waar je het in godsnaam over moet hebben als het cultuurlandschap door de boeren mag worden bezoedeld met uiterst giftige pesticiden.

Die Zahl der Fasane nimmt in Niedersachsen drastisch ab

Die Zahl der Fasane (Phasianus colchicus) nimmt in Niedersachsen drastisch ab. Schaumburg bildet eine der wenigen Ausnahmen. Im Landkreis hat sich der Rückgang der Fasanenpopulation schon vor vielen Jahren vollzogen und ist seitdem auf einem konstant niedrigen Stand. Landesweit ist jüngst ein Rückgang von 21,2 Prozent verzeichnet worden. Das geht aus der Jagdstrecke hervor, die über die Zahl der durch Jagd oder andere Ursachen tot aufgefundenen Tiere Auskunft gibt. Die Strecke im vergangenen Jagdjahr, das vom 1. April 2012 bis zum 31. März 2013 dauerte, zählte 45 231 Fasane. Im vorausgegangenen Jagdjahr wurden hingegen noch 56 645 tote Tiere gezählt. Auch im Jagdjahr 2010/2011 war bei dem Vogel in ganz Niedersachsen ein Rückgang von etwa 20 Prozent in der Strecke im Vergleich zum Vorjahr zu verzeichnen.

Besluit Ctgb tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft tijdens de collegevergadering van januari 2014 besloten tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG. Aanleiding daartoe is nieuwe wetenschappelijke kennis over emissies en restwaterzuivering en een recente publicatie over het effect van imidacloprid op waterorganismen. Het verzoek tot herregistratie van Gaucho per 31 januari 2014 is niet toegekend vanwege het risico van het middel voor vogels. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het - gezien de extreme verontreiniging van het oppervlaktewater met imidacloprid die sinds 2004 vooral in het westen van Nederland goed gedocumenteerd is (zie bijgevoegde tabel) - absoluut onverteerbaar is dat het Ctgb sinds 2009 bij de (her)beoordeling van imidacloprid het werk van zeer gerenommeerde toxicologen buiten beschouwing heeft gelaten en pas maatregelen nam nadat na een inhaalslag (in het laboratorium van Paul van den Brink) in Wageningen de al lang bekende risico's van imidacloprid voor geleedpotigen volledig werden bevestigd.

The decline of the Sarus crane, the tallest flying bird in the world, is causing concern for conservationists

Less than 2,000 members of the Indochinese subspecies are left in Cambodia, extreme southern Laos, Myanmar and southern Viet Nam. Every November, the birds migrate to Tram Chim National Park in the Cuu Long (Mekong) Delta's Dong Thap Province. In 1998, about 1,100 Sarus cranes (Grus antigone) arrived in the national park. But in recent years, that number has dwindled to approximately 200, said Nguyen Van Hung, director of the national park.