Bijen

Neonicotinoids are now the most widely used insecticides in the world. They act systemically, travelling through plant tissues and protecting all parts of the crop, and are widely applied as seed dressings. As neurotoxins with high toxicity to most arthropods, they provide effective pest control and have numerous uses in arable farming and horticulture. However, the prophylactic use of broad-spectrum pesticides goes against the long-established principles of integrated pest management (IPM), leading to environmental concerns. It has recently emerged that neonicotinoids can persist and accumulate in soils. They are water soluble and prone to leaching into waterways. Being systemic, they are found in nectar and pollen of treated crops. Reported levels in soils, waterways, field margin plants and floral resources overlap substantially with concentrations that are sufficient to control pests in crops, and commonly exceed the LC50 (the concentration which kills 50% of individuals) for beneficial organisms. Concentrations in nectar and pollen in crops are sufficient to impact substantially on colony reproduction in bumblebees..Although vertebrates are less susceptible than arthropods, consumption of small numbers of dressed seeds offers a route to direct mortality in birds and mammals. Major knowledge gaps remain, but current use of neonicotinoids is likely to be impacting on a broad range of non-target taxa including pollinators and soil and aquatic invertebrates and hence threatens a range of ecosystem services.

Een meerderheid van de Kamer schaarde zich vandaag achter een motie van de Partij voor de Dieren voor een verbod op de verkoop van neonicotinoiden aan particulieren. De Partij voor de Dieren pleit al sinds haar entree in de Tweede Kamer voor een verbod op deze bestrijdingsmiddelen. Eerder dit jaar steunde een Kamermeerderheid een motie van de Partij voor de Dieren voor een Europees verbod. Mede daardoor wordt de verkoop van drie soorten neonicotinoïden aan boeren en particulieren eind dit jaar aan banden gelegd. Dat gaat maar om een klein deel van het grote aanbod van de gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. De Kamer steunde vandaag een motie van de Partij voor de Dieren waardoor ook de verkoop van andere neonicotinoïden aan particuliere klanten wordt verboden. Daarmee mogen ook producten zoals vlooienbandjes en mierenmiddelen waar het middel imidacloprid in zit niet meer verkocht worden. Dat is belangrijk, omdat wetenschappers erop wijzen dat de neonicotinoïden ook een bedreiging zijn voor de gezondheid van mensen. Een brief van staatssecretaris Dijksma (EZ) aan de Tweede Kamer van 1 juli 2013 over de motie rond een verbod op de verkoop van neonicotinoïden aan particulieren in de bijlage.

Une nouvelle étude publiée par l'Agence britannique de recherche sur l'alimentation et l'environnement (Fera) tendrait à montrer que les pesticides néonicotinoïdes n'affectent pas les bourdons et donc les abeilles. Mais l'Agence de Sécurité alimentaire européenne (Efsa) n'est pas d'accord avec les conclusions de cette étude. Les fabricants de pesticides n'ont pas encore digéré l'avis de l'Agence Européenne de Sécurité Alimentaire publié en janvier 2013 et qui pointait la responsabilité de trois familles de pesticides néonicotinoïdes dans la mortalité des abeilles, l'imidaclopride (Gaucho, Coboy 350, Confidor, Provado), la clothianidine (Poncho , Elado, Modesto, Smaragd) et le thiaméthoxame ( Cruiser, Actara) très utilisés en Europe dans l'agriculture. De nouvelles études visant à démontrer à l'Efsa qu'elle s'est trompée dans son évaluation sont donc régulièrement lancées. Ainsi l'étude publiée par l'Agence britannique de recherche sur l'alimentation et l'environnement (Food and Environment Research Agency - Fera) et intitulée " Effects of neonicotinoid seed treatments on bumble bee colonies under field conditions" (Thompson et al.) suggère que les pesticides néonicotinoïdes n'ont pas d'effet majeur sur les colonies de bourdons en conditions réelles. Mais L'Efsa vient de préciser dans un communiqué diffusé ce mercredi 5 juin qu'elle avait identifié plusieurs faiblesses dans l'étude et qu'elle ne changeait donc pas son avis.

Die meisten Tierarten auf den Britischen Inseln sehen sich einem anhaltend dramatischen Rückgang ausgesetzt, und der Bestand etwa jeder dritten Spezies hat sich in den letzten 50 Jahren halbiert. Das ist das Fazit einer beispiellosen Studie. Die aktuelle Botschaft zur Lage der Natur wurde von 25 Umweltgruppen erarbeitet. Sie beruht auch auf jahrelangen Zählungen von Millionen Freiwilliger im Lande und zeigt: Egal ob im Wald oder auf Wiesen, in Bächen, Flüssen oder Meer - viele Säuger und Amphibien, Vögel, Fische und Insekten stecken in Schwierigkeiten. Auf und über landwirtschaftlich genutzten Flächen - sie machen drei Viertel im Königreich aus - ist der Vogelbestand seit 1970 um die Hälfte, die Zahl der Schmetterlinge um ein Drittel gesunken. Eine ähnliche Tendenz bei Sommerlerchen. Besonders dramatisch ist die Lage bei einem kleinen Säugetier. Der »Guardian«: »Der Igel verschwindet heute ebenso rasch wie der Tiger.« Doch während große und exotische bestandsgefährdete Tiere wie Tiger und Pandabären nach Ansicht des Ökologen Hugh Warwick »heute vom Status als Hollywood-Berühmtheiten in bestimmtem Maße« profitierten und Aufmerksamkeit auf sich zögen, vollzieht sich der Rückgang anderer Spezies oft unbemerkt - und alarmierend rasch.

Neue Untersuchungen von WissenschaftlerInnen der Universität Utrecht in den Niederlanden zeigen, dass Belastungen von Oberflächengewässern mit dem Pestizid Imidacloprid zu einem Rückgang wirbelloser Kleinlebewesen in Gewässern führt (1). Die schädigende Wirkung des Neonikotinoids Imidacloprid auf Gewässerorganismen wurde auch durch Schweizer Forscher bestätigt: Besonders lang anhaltende Belastungen mit niedrigen Konzentrationen von Imidacloprid können dazu führen, dass Bachflohkrebse geschädigt werden und verhungern (2).

Henk Tennekes, toxicólogo holandés, ha estudiado a 360 grados los efectos de la difusión de los neonicotinoides en el ambiente y las consecuencias que ello supone para los insectos y otros animales no Diana. La presentación del Doctor Tennekes en el congreso de la Asociación de apicultores de Hampshire (traducido en español e italiano por Unaapi).

Honeybee disorders and high colony losses have become global phenomena. An international team of scientists synthesized recent findings on the effects of neonicotinoid pesticides on bees. Scientists conclude in the scientific journal Current Opinion in Environmental Sustainability that owing to their large scale prophylaxic use in agriculture, their high persistence in soil and water, and their uptake by plants and translocation to flowers, neonicotinoids put pollinator services at risk.

A central question confronting scientists investigating the causes of bee decline is the impact of the low concentrations of neonics now widespread in the environment that honey bees are likely to encounter. A new review paper by Henk A. Tennekes and Francisco Sanchez-Bayo in the journal Toxicology (Volume 309, July 5, 2013, pages 39–51, attached) suggests that very low concentrations of neonics can have devastating effects on bees and—here’s the most important part—that conventional risk assessment approaches can miss or underestimate those effects.

Wereldwijd kampen imkers met abnormaal hoge volksterfte en verzwakte bijen. Een internationaal team van wetenschappers bracht de recente wetenschappelijke stand van kennis over de effecten van neonicotinoide-insecticiden op bijen in kaart. Grootschalig preventief gebruik in de landbouw, in combinatie met hoge persistentie in bodem en water en opname door planten die het gif doorgeven aan hun stuifmeel en nectar, leiden tot substantiële risico’s. De wetenschappers concluderen in het wetenschappelijke tijdschrift Current Opinion in Environmental Sustainability dat de bestuiving van bloeiende planten en landbouwgewassen op het spel staat.