Hommels

Franklin’s bumble bee on edge of extinction

Robbin Thorp of the University of California, Davis, has been tracking the critically imperiled Franklin's bumble bee (Bombus franklini) since 1998. Surveys for Franklin's bumble bee clearly show declining population. Sightings decreased from 94 in 1998 to 20 in 1999 to 9 in 2000 to one in 2001. Sightings increased slightly to 20 in 2002, but dropped to three in 2003. Thorp saw none in 2004 and 2005; one in 2006; and none since. "I am still hopeful that Franklin's bumble bee is still out there somewhere," said Thorp, emeritus professor of entomology. "Over the last 13 years I have watched the populations of this bumble bee decline precipitously. My hope is this species can recover before it is too late."

Bugs in decline

To many people bugs are pests but in reality out of the millions of species worldwide only a tiny handful are actually true pests. The other, harsh, reality is that overall there definitely aren't as many species or numbers of bugs around as there were in the past. Why should that be important and why should we care - after all, insects are pests?

Well for one, many of the birds species we all know and love are declining because of either secondary pesticide poisoning or the lack of insect food available, especially at breeding time. Let's face it; every time we see a bug we don't want, we reach for the spray. Transfer that to an agricultural scale and you get mass extinction on the scale of the dinosaurs, but because many are tiny little inconspicuous creatures that we rarely see, we don't notice or care.

This is a fact: three of the 25 British species of bumblebees are already extinct and half of the remainder have shown serious declines, often up to 70%, since around the 1970s. In addition, around 75% of all butterfly species in the UK have been shown to be in decline. Insects of all sorts play a massive role in our lives and indeed our survival yet we disregard them so easily.

Achteruitgang van hommelsoorten heeft een negatieve werking op de zaadopbrengst van de rode klaver

De rode klaver (Trifolium pratense) is een overblijvende plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae ofwel Fabaceae). De rode klaver werd vroeger veel gebruikt als voedergewas en komt nu weer meer in de belangstelling voor de ecologische landbouw. Rode klaver wordt nu nog wel geteeld als stoppelgewas, dat wil zeggen dat de rode klaver in maart en april onder graan wordt gezaaid en na de oogst van het graan verder groeit. De bloemen hebben erg nauwe kelkbuizen. Daarom kan de rode klaver niet door bijen bestoven worden. Zij kunnen niet in de nauwe opening. De rode klaver kan wel bestoven worden door een hommel. Een hommel heeft een uitrolbare tong en kan daarmee gemakkelijk in de nauwe kelkbuis komen. Zweedse wetenschappers hebben onlangs aangetoond dat de achteruitgang van hommelsoorten sinds de jaren 1940 een negatieve invloed op de zaadopbrengst van de rode klaver heeft.

Het rozenkransje is zo goed als verdwenen uit Nederland door een gebrek aan bestuivers

Het Rozenkransje (Antennaria dioica) is een tweehuizige, kruipende plant, die zich behalve via zaad ook vegetatief kan uitbreiden. De soort was vroeger een algemene verschijning in schrale graslanden in de duinen en op de hogere zandgronden. Sinds 1950 is het Rozenkransje echter gestaag afgenomen, en nagenoeg ongemerkt behoort ze nu tot een van onze meest bedreigde planten. Momenteel resteren nog maar zes vindplaatsen: in het NoordHollands Duinreservaat, in Meijendel, op Texel en Schiermonnikoog, in het Goois Natuurreservaat bij Blaricum en in een heideterrein bij Havelte. De bestuiving van het Rozenkransje is mogelijk één van de factoren die de levensvatbaarheid en de kansen op herstel en uitbreiding beïnvloeden. De bloemhoofdjes worden bezocht door een breed scala aan insecten, verschillende soorten vliegen, zweefvliegen, bijen, mieren en dagvlinders. Het aantal insecten dat op de bloemhoofdjes wordt gezien is echter relatief laag.

Toxicoloog Henk Tennekes: 'Gif bedreigt insectenwereld'

,,Natuurlijk moet je wetenschappelijk bewijs hebben als je suggereert dat bijen en andere insecten massaal sterven door die neonicotinoïden, geeft de toxicoloog Henk Tennekes grif toe. ,,Maar de aanwijzingen worden steeds sterker en toch mogen alle 55 producten waar dit landbouwgif in zit, hier nog steeds gewoon worden gebruikt. Terwijl bijenvolken op grote schaal sterven, het aantal vliegen en muggen steeds kleiner wordt, het aantal vlinders in het westen daalt en talloze insecten zelfs met uitroeiing worden bedreigd. ,,Weet je , zegt hij, ,,ik denk echt dat we op een wereldwijde ramp afstevenen als we niet de moeite nemen om in te grijpen. Het oppervlaktewater in Nederland is vergeven van imidacloprid. Vooral in Noord- en Zuid-Holland. Ik ben ervan overtuigd geraakt, en langzamerhand steeds meer wetenschappers, dat je parallellen kunt trekken met kankeronderzoek. Een veilig blootstellingniveau is namelijk niet definieerbaar, net als met kankerverwekkende stoffen. Realiseren we ons wat dat betekent? Dat we er waarschijnlijk pas in de loop der jaren achterkomen hoeveel soorten insecten gewoon weg zijn en dat daardoor vogels verdwijnen uit Nederland en dan hebben we het nog niet eens over het effect op de mens."

US Studie untersucht Populationsrückgang bei Hummeln

Hummeln sind für die Bestäubung vieler Pflanzenarten von entscheidender Bedeutung. In den Vereinigten Staaten gibt es etwa 50 Hummelarten. Eine neue Studie zeigt, dass vier davon ernsthaft gefährdet sind. Die nationale Studie mit Daten von etwa 73 000 historischen Aufzeichnungen und 16 000 aktuellen Sammlungen und Proben ergab, das das Vorkommen von vier dieser näher untersuchten Arten um bis zu 96 Prozent zurückgegangen ist und die geografische Verbreitung zwischen 23 und 87 Prozent abgenommen hat.

Henk Tennekes' Presentation to Dutch Pesticide Board Committee on the Risk Profile of Neonicotinoids for Arthropods

The Dutch toxicologist Henk Tennekes was invited to give a presentation on the risk profile of neonicotinoid insecticides for arthropods to committee members of the Dutch Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides (Ctgb). An English version of the presentation, which took place on 25 May 2011 at the Bee House in Wageningen, The Netherlands, is attached. Attached also is an article on the influence of Bayer Cropscience on Dutch policy makers (which appeared in the magazine "Vrij Nederland" on April 4, 2012).

Decreased Functional Diversity and Biological Pest Control in Conventional Compared to Organic Crop Fields

We assessed 30 triticale fields (15 organic vs. 15 conventional) and recorded vascular plants, pollinators, aphids and their predators. Further, five conventional fields which were treated with insecticides were compared with 10 non-treated conventional fields. Organic fields had five times higher plant species richness and about twenty times higher pollinator species richness compared to conventional fields. Abundance of pollinators was even more than one-hundred times higher on organic fields.

Wildbienen sind dem Risiko der Pestizidbelastung besonders ausgesetzt

Pestizide stellen einen möglichen Grund für die Diversitäts- und Bestäuberabnahme dar. Es ist jedoch wenig über die Wirkung von Pestiziden auf wildlebende Bestäuber im Freiland bekannt. Mit dem Ziel die Auswirkungen von Pestizideinsätzen festzustellen wurden Bestäuberinsekten in einem landwirtschaflichen System in Italien gesammelt.