Kustvogels

Study: Lack of marine food cuts Strait of Georgia seagull population in half

Researchers from the University British Columbia say the number of seagulls in the Strait of Georgia has drastically declined and it could be because of what they're eating. A recent study shows the population Glaucous-winged Gulls, the most common species of seagull in the region, has declined by 50 per cent in the last three decades. Researchers say the decline reflects changes in the availability of marine food. “These birds are the ultimate generalist — they can eat whatever’s around,” says the study’s lead author Louise Blight. “If they are experiencing a population decline, the gulls may be telling us that there have been some fairly profound changes to local marine ecosystems.” Gulls historically relied on almost a purely marine diet, largely eating small fish and shellfish, but over time moved to a diet that incorporated more foods found on land, such as garbage and earthworms. “They’re presumably turning to land-based prey sources because the things they prefer to eat are less available,” says Blight, explaining that there are now likely both fewer forage fish and a lower diversity of these fish in coastal waters than there was prior to industrial fishing, and that gulls need fish foods to breed successfully.

De bittere keerzijde van de bollenteelt - in Berkheide sterven de insectivore broedvogels uit

Berkheide is een relatief onbekend maar belangrijk natuurgebied, een overwegend open duinlandschap met struweel. Al vanaf 1975 wordt Berkheide jaarlijks geïnventariseerd op broedvogels. In de beginjaren alleen een gedeelte, maar gaandeweg werd dat bijna het hele gebied tussen Katwijk, de Wassenaarse Slag en de N 441. In Berkheide zijn gedurende de onderzoeksperiode 31 soorten vastgesteld die op de Rode Lijst staan. Kuifleeuwerik Galerida cristata, Paapje Saxicola rubetra, Tapuit Oenanthe oenanthe, Boomvalk Falco subbuteo, Patrijs Perdix perdix, Slobeend Anas clypeata, Visdief Sterna hirundo, Wintertaling Anas crecca, Zomertaling Anas querquedula, Zomertortel Streptopelia turtur en Veldleeuwerik Alauda arvensis zijn geen broedvogel meer. Watersnip Gallinago gallinago, Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus, Porseleinhoen Porzana porzana, Grutto Limosa Limosa en Tureluur Tringa totanus staan alleen op de lijst door artefacten van de inventarisatiemethode, want broed(d)en hier echt niet. Boerenzwaluw Hirundo rustica, Huiszwaluw Delichon urbicum, Huismus Passer domesticus, Ringmus Passer montanus en Spotvogel Hippolais icterina spelen geen enkele of een toevallige rol in een duingebied als Berkheide. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de Bollenstreek is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan veel vogelsoorten volkomen afhankelijk zijn. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten die door de bollenteelt de ondergang tegemoet gaan.

De tapuit wordt het slachtoffer van de bollenteelt in de Kop van Noord-Holland

De tapuit, een karakteristieke zangvogel voor duin en heide, lijkt uit Nederland te verdwijnen. Rond 1960 hebben naar scrhatting 2.500 - 3.000 tapuiten Oenanthe oenanthe in Nederland gebroed. Tot in de '80er jaren was de tapuit nog een wijdverbreide broedvogel in de kustduinen. Vanaf 1990 is er een zeer sterke afname van >5% per jaar van broedende tapuiten en in 1998-2000 was de tapuit verdwenen uit de Zuid- en Midden-Nederlandse heide- en stuifzandgebieden. De belangrijkste resterende bolwerken in 2005 waren Ameland, Texel en Noordduinen/Botgat in de Kop van Noord-Holland. De aantallen broedvogels in de Kop van Noord-Holland zijn dit voorjaar sterk achteruitgegaan. Zo broeden er momenteel nog maar vier paren in het Noord-Hollands Duinreservaat. In 1988 waren dit er nog 165. Tussen Callantsoog en Den Helder zijn de aantallen ten opzichte van voorgaande jaren met bijna een kwart afgenomen en resteren nog vijftig broedparen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Bargerveen en Sovon. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de kop van Noord-Holland is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan de tapuit volkomen afhankelijk is. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten. De tapuit gaat door de bollenteelt zijn ondergang tegemoet.

Serious population decline of the red knot occurred in the 2000s

The rufa red knot (Calidris canutus) is truly a master of long-distance aviation. On wingspans of 20 inches, some knots fly more than 9,300 miles from south to north every spring and repeat the trip in reverse every autumn, making this bird one of the longest-distance migrants in the animal kingdom. Surveys of wintering knots along the coasts of southern Chile and Argentina and during spring migration in Delaware Bay on the U.S. coast indicate that a serious population decline occurred in the 2000s. The knot’s unique and impressive life history depends on suitable habitat, food and weather conditions at far-flung sites across the Western Hemisphere, from the extreme south of Tierra del Fuego to the far north of the central Canadian Arctic. Knots need to encounter these favorable habitat, food and weather conditions within narrow seasonal windows as the birds hopscotch along migration stopovers between wintering and breeding areas. For example, the knot population decline that occurred in the 2000s was caused primarily by reduced food availability from increased harvests of horseshoe crabs, exacerbated by small changes in the timing that knots arrived at the Delaware Bay. Horseshoe crab harvests are now managed with explicit goals to stabilize and recover knot populations.

Broedvogels in het waddengebied gaan de ondergang tegemoet

Vogels die in het waddengebied broeden, zitten flink in de problemen. Dat blijkt uit een nieuwe studie waarbij alle beschikbare gegevens van de afgelopen twintig jaar over elkaar zijn gelegd. Het Vogeltrekstation (NIOO-KNAW) en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben data geanalyseerd over de populatieontwikkeling van 54 karakteristieke vogelsoorten van de Nederlandse Waddenzee. De conclusies voor broedvogels zijn verontrustend. Sommige wadvogels hebben het moeilijk,” concludeert Henk van der Jeugd, onderzoeker bij het Vogeltrekstation en hoofdauteur van het rapport. “Uit ons onderzoek komt duidelijk naar voren dat vooral soorten die de Waddenzee als broedgebied gebruiken vaak in aantal achteruit gaan. Aanvankelijk waren het vooral de soorten die afhankelijk zijn van de droogvallende wadplaten die achteruit gingen, maar recent komt achteruitgang bij alle soorten broedvogels voor. De vijf sterkste dalers onder de broedvogels zijn blauwe kiekendief, kluut, velduil, strandplevier en scholekster. En omdat we ook hebben gekeken naar de balans tussen geboorte en sterfte, weten we dat veel broedvogels voorlopig achteruit zullen blijven gaan.”

To save the birds, look to the fish

Birds that dive for fish while wintering in the Salish Sea, located between British Columbia and Washington, are more likely to be in decline than nondiving birds with less specialized diets, according to a study led by the School of Veterinary Medicine at the University of California, Davis. Diving birds were 11 times more likely to be in decline than nondiving birds, according to the study, published in the journal Conservation Biology. Also, populations of diving birds that rely on forage fish, such as Pacific herring, are 16 times more likely to decline than those with more varied diets. The study lends credence to what scientists have long suspected: “If you want to recover birds, you need to recover the food that they’re eating,” said co-author Joe Gaydos, a UC Davis wildlife veterinarian and director of the SeaDoc Society, a program of the UC Davis Karen C. Drayer Wildlife Health Center. “This could help puffins (Fratercula arctica), western grebes (Aechmophorus occidentalis), common murres (Uria aalge) and other diving species recover.”

American birds are in deep trouble - about a third of all bird species in the US are in decline

Martha the passenger pigeon, who died 100 years ago, is being remembered this month as a prescient symbol of what can happen when man meets nature. A comprehensive new report finds that many more American bird species could meet the same fate. "Right now, about a third of all bird species in the US are in decline," says Steve Holmer of the American Bird Conservancy, one of the 23 organisations that contributed to the State of the Birds report, the most comprehensive review of bird trends and data ever undertaken in the US. "The decline points to a very broad-scale problem where we're seeing habitat loss and a variety of threats," he says. "We're particularly concerned about the birds that live in deserts and grasslands in the West, such as the sage grouse (Centrocercus urophasianus). These lands are being heavily used and there's a great deal of oil and gas development, so it's created a huge conservation challenge." Birds living on the coasts are faring no better. Almost half of all shorebird species, such as ruddy turnstones (Arenaria interpres), red knots (Calidris canutus) and piping plovers (Charadrius melodus), are either endangered or at risk of becoming endangered.

Once-common marine birds are disappearing from the coast of Washington and British Columbia

From white-winged scoters and surf scoters to long-tailed ducks, murres, loons and some seagulls, the number of everyday marine birds here has plummeted dramatically in recent decades. The reasons are often complex, but for many the loss of forage fish like herring might hold a clue. Bird surveys done by plane are tracking a significant ecological shift — a major decline in once-abundant marine birds. Scoters are down more than 75 percent from what they were in the late 1970s. Murres have dropped even more. Western grebes have mostly vanished, falling from several hundred thousand birds to about 20,000. Several new studies link many dwindling marine bird populations to what they eat — especially herring, anchovies, sand lance and surf smelt, the tiny swimmers often dubbed forage fish.

Populations of the UK’s most familiar coastal waders have declined markedly in the last ten years

Multitudes of wintering birds on an estuary form one of the most magical wildlife spectacles each winter in the UK, but this scene is changing. Latest data collected by thousands of Wetland Bird Survey (WeBS) volunteers show that populations of the UK’s most familiar coastal waders have declined markedly in the last ten years. Dunlin (Calidris alpina)(-52%), Redshank Tringa totanus (-40%), Ringed Plover (Charadrius hiaticula) (-38%), Oystercatcher (Haematopus ostralegus) (-34%) and Curlew Numenius arquata (-23%) are among the eight most abundant waders on Scottish estuaries in winter, yet the populations of all of them are declining. The annual WeBS report, now published in conjunction with an online interactive interface, makes this information available to anyone with an interest in birds and the environment. The new report, covering the period up to June 2013, highlights worrying trends shown by the eight most abundant waders on UK estuaries, particularly in the most recent ten year period.

Toxicoloog Henk Tennekes wil dat tijdschrift Nature de vogelstudie van Nijmeegse biologen rectificeert

Henk Tennekes staat volledig achter de inhoud van het stuk dat vorige week werd gepubliceerd. Maar hij neemt het de auteurs kwalijk dat zij zijn wetenschappelijke publicaties niet hebben genoemd in hun lijst referenties. De schrijvers verwijzen naar 24 andere studies, maar niet naar twee wetenschappelijke artikelen en een Engelstalig boek van Tennekes, die al in 2010 een verband legde tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de teruggang van vogels. Tennekes stuurde de auteurs een mailwisseling met dierecoloog Bruno Ens van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Tennekes schreef Ens in juli 2011: "Het staat naar mijn oordeel buiten kijf dat onmisbare voedselbronnen van de kluut acuut bedreigd worden door extreme oppervlaktewaterverontreiniging met insecticiden, met name imidacloprid." Ens antwoordde in maart 2012 dat hij de stukken had bestudeerd, maar dat hij de analyses niet overtuigend vond. Maar, schreef Ens, inmiddels waren in Nijmegen biologen bezig met hun studie.