Er is de laatste 10 jaar sprake van een significante afname van de steltkluut in Nederland
In tegenstelling tot de kluut (Recurvirostra avosetta) komt de steltkluut (Himantopus himantopus) weinig in Nederland voor. In 1931 broedde er voor het eerst een paar in Nederland. De habitat is rustig zoet, brak of zout water, met name met drijvende vegetatie, zoals in moerassen en stroompjes. In Nederland zijn vooral ondiepe zoetwatermoerassen van belang als broedgebied. Door de extreem lange poten is de steltkluut een opvallende verschijning. In de vlucht steken de poten ver achter het lichaam uit. Het voedsel bestaat uit ongewervelden (vooral waterinsecten) die van wateroppervlak, van vegetatie of uit water worden opgepikt. Het broedbestand in Nederland werd in 2005-2008 geschat op 1 - 18 paar. Volgens SOVON is er de laatste 10 jaar sprake van een significante afname van <5% per jaar.