Zwaluwen

Présence d’un gradient géographique dans le déclin des insectivores aériens

Les populations d’oiseaux nord-américains qui se nourrissent d’insectes aériens montrent un déclin à grande échelle. Une analyse des données de tendance du Relevé des oiseux nicheurs (BBS) en Amérique du Nord de 1966 à 2006 indique que les déclins dans cette guilde sont plus importants que ceux qui sont observés chez les passereaux en général, et ce, de façon significative.

Sterke daling van de huiszwaluw in Nederland sinds 1970

De huiszwaluw maakt nest onder uítstekende dakranden, onder bruggen, soms ook aan de ingang van grotten, en komt soms in enorme kolonies in dorpen en steden voor. Het voedsel bestaat uit vliegende ongewervelden. Eén ouderpaar vangt in de periode dat er jongen zijn zo’n 150.000 insecten. In de omgeving van gebouwen zoekt de huiszwaluw vooral op waterrijke plekken naar voedsel. Daar houden de grootste aantallen vliegende insecten (muggen) zich op. Helaas loopt het aantal huiszwaluwen de laatste decennia fors terug. Sinds 1970 daalde het aantal broedparen voortdurend. In 1970 broedde er nog 450.000 huizwaluwen in Nederland. SOVON schatte in 2007 het aantal tussen de 60.000 en 125.000 paar. De huiszwaluw Delichon urbicum staat als gevoelig op de Nederlandse en Duitse rode lijst. De huiszwaluw staat als kwetsbaar op de Vlaamse rode lijst.

De gierzwaluw is in grote delen van Europa in een steile duikvlucht

Zoals vissen in het water zijn gierzwaluwen Apus apus bijna altijd in de lucht. Na het uitvliegen komen ze de eerste 3-4 jaar niet meer aan de grond. De vogel is bruin-zwart met vleugels die in de vlucht een boog van 40 cm. vormen en waarmee tot wel 180 km/u kan worden gehaald. Niet-broedvogels slapen op 1-3 kilometer hoogte in de lucht in een slaap-zweefvlucht. Pas in het 3e of 4e jaar komen ze tot broeden. Eind april arriveren de eerste vogels uit het overwinteringgebied in zuidelijk Afrika. Na een week of twee-drie wordt begonnen met broeden. Het menu bestaat uit 20.000 muggen, vliegen, en andere insecten per dag voor een gezin met drie jongen. Gierzwaluwen zijn gespecialiseerd in het vangen van insecten in volle vlucht. Daarvoor zoeken ze meestal de luchtlagen op die op dat moment de meeste insecten bevatten, en dat kan best een flinke hoogte zijn. De laatste 30-40 jaar is de gierzwaluwstand in Nederland met bijna de helft afgenomen naar ca. 60.000 broedparen. Ook elders in Europa (Ierland, Engeland, Luxemburg, Duitsland, Zwitserland, Zweden, Finland, Slowenië, Kroatië, Albanië en Griekenland) daalde het broedbestand in de jaren 1990 (gegevens Birdlife International, zie bijlage). De Chimney Swift Chaetura pelagica, nauw verwant met de gierzwaluw, gaat sinds de jaren 1990 eveneens hard achteruit in Noord Amerika.

Zwaluwloze hemelen anno 2010

Mocht ik de laatste jaren afgegaan zijn op de komst van de zwaluwen als signaal dat de lente er was, ik stond nog te wachten in mijn deurgat. De tijd dat deze F 16’s onder de vogels zowat het zomerse luchtruim domineerden, ligt al een tijdje achter ons. Deze ongrijpbare kwetterende stippen die, net als bliksemschichten, onvoorspelbare parcours maken, mijden onze verstedelijkte habitat meer en meer. De herfst nadert en de elektriciteitsdraden in mijn straat, vroeger ingenomen door samenklittende zwaluwen die hun zuidelijke reisroute zaten te bespreken, blijven onbezet. Een nieuwe generatie medemensen zal dit plaatje nooit missen en de ouderen, die zijn morgen ook vertrokken naar het eeuwige zuiden!

Onrustwekkende achteruitgang van de boerenzwaluw in Europa en Noord Amerika door insectenschaarste

Het gaat niet goed met de boerenzwaluw Hirundo rustica in Vlaanderen. De populatie wordt nu geschat op 20 à 30.000 broedparen tegenover 200 à 300.000 in het begin van de jaren zeventig. Een dramatische achteruitgang van ongeveer 90 procent in 35 jaar. Volgens de Vogelbescherming is de Nederlandse broedpopulatie sinds 1980 ook met 50-75% geslonken. De schaalvergroting en intensivering van de landbouw is een belangrijke reden voor de achteruitgang van de boerenzwaluw in onze streken. Veel van de kleine gemengde familiebedrijven zijn gestopt en vervangen door industriële veehouderijen met moderne stallingen die veel minder geschikt zijn als broedplaats voor boerenzwaluw. Ook het gebruik van insecticiden is één van de redenen voor de steile achteruitgang van het aantal broedende boerenzwaluwen. Boerenzwaluwen zijn voor hun voeding en het grootbrengen van hun jongen immers volledig aangewezen op insecten.

A Disaster in the Making: A new book on the hazards of imidacloprid

A 72-page 2010 publication raises new and troubling questions about a widely used insecticide's potential for harm to bees, beneficial insects, and bird populations. Using imidacloprid as an example, Dutch toxicologist Dr. Henk Tennekes reports on the hazards of imidacloprid to insects and birds. Imidacloprid is a neonicotinoid chemical, and has systemic action in plants. Other European researchers have linked this insecticide to significant risks for honey bee populations, including possible links to Colony Collapse Disorder.

Dr. Tennekes' findings indicate that imidacloprid (and possibly other neonicotinoid-type insecticides) can bind irreversibly to critical receptors in an insect's nervous system. If these receptors are permanently blocked, the insecticide would not follow a typical dose-response curve. He provides evidence that long term low level to imidacloprid exposure can lead to neurological problems and eventual death of insects.

Studies have shown imidacloprid to be highly persistent in the environment (RCC Compendium of Pesticide Information). In his book, Tennekes presents data showing that imidacloprid has contaminated most of the waterways in the Netherlands.

Systemic activity in plants combined with long-term persistence in the environment and toxicity at low concentrations can be a dangerous combination. Many vulnerable species over large areas could be exposed to this insecticide on land, in surface water following runoff from treated areas and in groundwater due to its potential for leaching through certain soil types.

Several previous studies have shown that imidacloprid is highly toxic to various forms of wildlife, including honey bees, certain beneficial insects, upland game birds, and crustaceans

Tennekes further suggests that imidacloprid has led to a general decline in the insect populations in the Netherlands, and this lack of food in turn has been responsible for declines in bird populations.

Dramatische achteruitgang van broedvogelsoorten in landbouwgebieden van Klein-Brabant 1988-2001

Bij een vergelijkende broedvogelinventarisatie in 1988 en 2001 in Klein-Brabant (provincie Antwerpen) deden zich de grootste veranderingen voor bij de broedvogels van landbouwgebieden. Sommige vogelsoorten van het boerenland kenden een dramatische afname. Graspieper Anthus pratensis: -96%; Veldleeuwerik Alauda arvensis: -77%; Ringmus Passer montanus: -82%; Boerenzwaluw Hirundo rustica: -69%; Zomertortel Streptopelia turtur: -61%. De Grauwe Gors Miliaria calandra en kwartel Coturnix coturnix zijn zo goed als uitgestorven in het gebied.