LTO ziet geen aanleiding voor verbod neonicotinoiden

Studies van de European Food Safety Authority (EFSA) naar de gevolgen van zaadbehandeling met neonicotinoiden kunnen volgens LTO Nederland geen aanleiding zijn voor de overheid om een algeheel verbod in te stellen op gebruik van imidacloprid, clothianidine, thiamethoxam. "Van een verbod van deze neonicotinoiden bij zaadbehandeling kan al helemaal geen sprake zijn", reageert Sjaak Langeslag, LTO dossierhouder Gewasbescherming. LTO Nederland zet op de eerste plaats in op maatregelen die telers zelf op bedrijfsniveau kunnen nemen om de mogelijke risico’s voor bijen te verkleinen. Bijvoorbeeld door aanpassen van de zaaimachines kan stofdrift worden voorkomen. Langeslag: "Juist in Nederland hebben we op dit terrein veel ervaring opgedaan. Na een herbeoordeling door het College toelating Gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) in 2011 kennen we in Nederland de strengste gebruiksvoorschriften van alle Europese landen." De toxicoloog Henk Tennekes vraagt zich in een reactie af of de LTO zich überhaupt aangesproken voelt door de verontreiniging van het Nederlandse landschap met voor insecten dodelijke bestrijdingsmiddelen. De LTO bejubelt de verdiensten van de Nederlandse land- en tuinbouw voor de export, en deze lofzang wordt door onze beleidsmakers braaf nagekakeld (zoals de staatssecretaris EZ dat bijvoorbeeld deed tijdens de Grüne Woche in Berlijn). Aan de andere kant is de LTO stekeblind voor de natuurbedreigende milieuvervuiling die de Nederlandse land- en tuinbouw op een roekeloze manier sinds jaar en dag teweeg brengt. Welke prijs moet de Nederlandse natuur betalen voor het overschot op onze handelsbalans, mevrouw Dijksma?, aldus Tennekes.

EFSA constateert wel dat een aantal toepassingen in door bijen bevlogen gewassen, een potentieel hoog risico kunnen vormen. Aan de andere kant concludeert EFSA ook dat veel toepassingen in niet door bijen bevlogen gewassen veilig zijn voor bijen. "In die laatste categorie bevinden zich de meeste voor Nederland belangrijke zaaizaadtoepassingen, zoals in suikerbieten en de in kassen gezaaide groentezaden voor de opkweek van diverse sla- en koolplanten."
Als aanvullende beperkingen nodig zijn, na beoordeling volgens de nieuwe Europese richtlijnen, pleit LTO Nederland voor één Europese aanpak. "Er is in Europa vrij verkeer van behandeld zaaizaad en een uiteenlopende aanpak per lidstaat zorgt niet alleen voor een ongelijk speelveld, maar ook voor een oncontroleerbare situatie", aldus de LTO-bestuurder. Namens zijn organisatie roept hij het kabinet op om hierin het voortouw te nemen om snel tot een uniforme Europese aanpak te komen: "Dat is in het belang van de bij en van het agrarisch bedrijfsleven."

Bron: Groene Ruimte, 17-01-2013
http://www.groeneruimte.nl/nieuws/artikel.html?id=145116

Henk Tennekes

vr, 18/01/2013 - 15:24

De grote uitdaging voor de landbouw is te komen tot een robuuste, duurzame landbouw, die tegemoet komt aan de wensen van de samenleving nu en in de toekomst. Daarbij gaat het om een omschakeling naar teeltwijzen waarbij het huidige productieniveau kan worden gehandhaafd of vergroot, met een minimale belasting van het milieu. Om dat te bereiken moet de milieubelasting van bestrijdingsmiddelen verder omlaag. De mate waarin de milieunormen in het oppervlaktewater worden overschreden is sterk verschillend per regio. De grootste problemen voor wat betreft de milieubelasting zijn veelal te vinden in het westen van het land. In verhouding worden veel bestrijdingsmiddelen uit de bloembollenteelt, kasteelt en bloemisterij in te hoge concentraties in het oppervlaktewater aangetroffen. In gebieden met grootschalige teelten zoals bijvoorbeeld aardappelen en granen wordt door een kleiner aantal stoffen de milieunorm overschreden, maar wel op veel plaatsen in Nederland.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in 2005 en 2006 op 5 locaties van boomteelt maandelijks gedurende het hele jaar de bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater gemeten. In 2005 lagen van 38 gemeten stoffen 11 stoffen boven de MTR (= maximaal toelaatbaar risiconiveau) norm (29%). In 2006 lagen van 31 gemeten stoffen 10 stoffen boven de MTR norm (32%). De hoogste gemeten concentratie van het voor bijen zeer giftige insecticide imidacloprid lag in 2005 meer dan 900x boven de norm en in 2006 meer dan 400x boven de norm. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in 2005 en 2006 ook in akkerbouw gebieden de bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater gemeten. Van 93 gemeten stoffen overschreden er 24 de concentratienormen (26%). Imidacloprid pieken zijn in mei waar te nemen veroorzaakt door aardappelbespuitingen. Het waterschap Hollandse Delta stelde in akkerbouwgebied in mei 2006 ook hoge normoverschrijdingen van imidacloprid vast, vlak na de toepassingsperiode in pootaardappelen. Het middel breekt langzaam af, waardoor het toch gedurende het hele jaar in sloten wordt teruggevonden. Onderzoek van Wetterskip Fryslan in 2009 heeft opnieuw bevestigd dat het gebruik van imidacloprid in de aardappelteelt normoverschrijdende verontreiniging van het oppervlaktewater veroorzaakt.
In 2008 is in 40% van alle metingen van imidacloprid in het oppervlaktewater van het bloembollenteelt areaal een overschrijding gevonden, veruit het hoogste percentage sinds de start van de metingen in 2001. Overschrijdingen vinden vooral plaats in het ‘Noord-Hollands Zandgebied’ (57% van de metingen) en ‘Noord-Hollands Kleigebied’ (56%), beide in het gebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK). Dit zijn de gebieden met het grootste areaal tulp, waarin het middel veel wordt ingezet. In de meetperiode 2003-2004 is imidacloprid voor het eerst in het meetnet bollenteelt normoverschrijdend aangetroffen. De hoogste gemeten concentratie van het voor bijen zeer giftige insecticide imidacloprid lag in 2005 meer dan 24000x boven de norm en in 2006 meer dan 15000x boven de norm. De bollenteelt concentreert zich in Nederland op zandgrond, dat zeer kwetsbaar is voor uitspoeling. Voelt de LTO zich eventueel aangesproken? Onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben onlangs een langjarig landelijk overzicht van de waterkwaliteit gepubliceerd. In het westen van Nederland is het oppervlaktewater sterk verontreinigd. Het gaat om de regio's Delfland, Rijnland en Bommelerwaard, waar de intensieve bollen- en bloementeelt grote hoeveelheden chemicaliën gebruikt. Gemiddeld verspreiden boeren zeven kilo chemicaliën over een hectare, in de bloembollenteelt is dat 42 kilo en in de bloementeelt 32 kilo. Ook in kleinere regio's zoals in de kop van Noord-Holland en in zuidoost-Drenthe is het water sterk vervuild door bestrijdingsmiddelen. In deze regio's is volgens de onderzoekers een tijdelijk spuitverbod nodig, zodat de sloten en binnenwateren zich kunnen herstellen. Maar volgens LTO Nederland raken de door ‘Leiden’ voorgestelde maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren kant noch wal. De waterproblematiek in de genoemde regio’s is volgens de LTO voor een belangrijk deel toe te schrijven is aan emissies uit kassen en maar in beperkte mate aan die uit open teelten, zoals de bollen- en boomteelt. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in die gebieden simpelweg verbieden is het paard achter de wagen spannen, aldus de LTO. Met het ontkennen van de problemen die de bollen- en boomteelt veroorzaken geeft de LTO aan stekeblind te zijn voor de natuurbedreigende milieuvervuiling die de Nederlandse land- en tuinbouw op een roekeloze manier sinds jaar en dag teweeg brengt. De LTO wil klaarblijkelijk een vrijbrief om het Nederlandse landschap met voor insecten dodelijke bestrijdingsmiddelen te mogen blijven verontreinigen.

Bronnen:
Geert R. de Snoo & Martina G. Vijver (2011) Bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit
http://www.rijnland.net/rijnland_0/bestuur/bestuursvragen/bestuursvragen
Deze website