De Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) is opgelucht dat de discussie over het gebruik van een aantal neonicotinoïden, denkbare veroorzakers van bijensterfte, in een wat rustiger vaarwater is terecht gekomen. Het door de Europese Commissie opgelegde moratorium van het gebruik van een aantal toepassingen tot eind 2015 geeft gelegenheid tot grondig onderzoek naar de effecten ervan op bijen, ander insectenleven en vogels en de ontwikkeling van modernere testen, nodig voor verantwoorde toelating van dit soort producten op de markt. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het hoofdbestuur van de NBV met haar tendentieuze houding ten aanzien van de oorzaken van bijensterfte de controverse onder haar leden over de neonicotinoiden alleen maar heeft aangewakkerd en helemaal niets heeft bijgedragen aan het door de Europese Commissie opgelegde moratorium van het gebruik van een aantal toepassingen van neonicotinoiden. De zogenaamde 'opluchting' van de NBV is niets meer dan een ongeloofwaardige constructie om de aansluiting bij het Europese beleid niet te verliezen. Het hoofdbestuur van de NBV heeft ten aanzien van de neonicotinoiden, de grootste bedreiging van insecten ooit, compleet verzaakt en zou dientengevolge af moeten treden, aldus Tennekes.
Bron: NBV, 2 mei 2013 (bijlage)
- Login om te reageren
NBV heeft de controverse over neonicotinoiden aangewakkerd
Met haar tendentieuze houding ten aanzien van de oorzaken van bijensterfte heeft het hoofdbestuur van de NBV de controverse over de neonicotinoiden aangewakkerd. Uit een brief van 24 oktober 2012 van NBV voorzitter Dr. Ir. J (Jan) Dommerholt aan de informateurs Wouter Bos en Henk Kamp (bijlage) blijkt overduidelijk welke visie (over de oorzaken van bijensterfte) het hoofdbestuur heeft uitgedragen. Dommerholt schrijft "Als belangrijkste oorzaken van de zogenaamde bijensterfte wordt algemeen erkend dat deze gelegen is in de achteruitgang van het permanente aanbod van gevarieerd stuifmeel en van nectar. Daarnaast is de parasiet, de Varroa destructor, een spinachtig beestje, een grote bedreiging. Deze parasiet beschadigt de individuele bijen en brengt bacteriën en virussen over". Dommerholt maakt geen gewag van bestrijdingsmiddelen als oorzaak van bijensterfte en negeert daarmee de zich stapelende bewijslast tegen de neonicotinoiden. De Bijenstichting was daarom boos op het bestuur van de NBV. In de brief van de NBV aan de informateurs Kamp en Bos wordt aandacht gevraagd voor de bijensterfte, maar niets gezegd over bestrijdingsmiddelen in land- en tuinbouw. ,,Jammer en kwalijk’’, zegt voorzitter Jaap Molenaar van de Bijenstichting. Molenaar, zelf imker én lid van de NBV, probeert al jaren met zijn club de landelijke politiek te bewegen de toelating in te trekken van het landbouwgif imidacloprid, een zogenoemde neonicotinoïde. In een reactie (bijlage) schreef secretaris Rob Plomp namens de NBV groep Veluwe-Zuid aan het NBV hoofdbestuur: "Dat staat in schril contrast met de aangenomen motie van de ALV 2012 van de NBV waarin de NBV een actieve houding aanneemt om het gebruik van deze middelen te verbieden (niet gebruiken tenzij). De brief aan de informateurs zijn geen blijk van deze actieve houding. De groep Veluwe-Zuid sluit zich dan ook volledig aan bij de brief van de Bijenstichting van 24 oktober 2012." De brief van Jaap Molenaar, voorzitter van de Bijenstichting, van 24 oktober 2012 is bijgevoegd.