Insecticides

Bee brains and colony health jeopardised by pesticide exposure

Research at the Universities of Dundee and St Andrews has confirmed that levels of neonicotinoid insecticides accepted to exist in agriculture cause both impairment of bumblebees’ brain cells and subsequent poor performance by bee colonies. The contribution of the neonicotinoids to the global decline of insect pollinators is controversial and contested by many in the agriculture industry. However, the new research, published in the Journal of the Federation of American Societies for Experimental Biology, demonstrates for the first time that the low levels found in the nectar and pollen of plants is sufficient to deliver neuroactive levels to their site of action, the bee brain.

Stéphane Le Foll veut réduire les pesticides de 50 % d’ici 2025

Suite au fiasco du plan Ecophyto, Stéphane le Foll, le ministre de l’Agriculture sort un nouveau projet concernant les pesticides. Son objectif est de diminuer les pesticides de 50 % entre 2018 et 2025. C’est un projet assez compliqué. Suite au Grenelle de l’environnement en 2008, le plan Ecophyto a été rejeté malgré son ambition de réduite l’utilisation des pesticides à 50%. En effet, le projet n’a pas réussi à limiter l’utilisation des produits chimiques en agriculture. L’emploi du pesticide a plutôt augmenté de 5 % entre 2009 et 2013.

Neonicotinoid insecticide travels through a soil food chain, disrupting biological control of non-target pests and decreasing soya bean yield

Neonicotinoids are the most widely used insecticides world-wide, but their fate in the environment remains unclear, as does their potential to influence non-target species and the roles they play in agroecosystems. We investigated in laboratory and field studies the influence of the neonicotinoid thiamethoxam, applied as a coating to soya bean seeds, on interactions among soya beans, nontarget molluscan herbivores and their insect predators. In the laboratory, the pest slug Deroceras reticulatum was unaffected by thiamethoxam, but transmitted the toxin to predaceous beetles (Chlaenius tricolor), impairing or killing >60%. In the field, thiamethoxam-based seed treatments depressed activity–density of arthropod predators, thereby relaxing predation of slugs and reducing soya bean densities by 19% and yield by 5%. Neonicotinoid residue analyses revealed that insecticide concentrations declined through the food chain, but levels in field-collected slugs (up to 500 ng g1) were still high enough to harm insect predators. Our findings reveal a previously unconsidered ecological pathway through which neonicotinoid use can unintentionally reduce biological control and crop yield. Trophic transfer of neonicotinoids challenges the notion that seed-applied toxins precisely target herbivorous pests and highlights the need to consider predatory arthropods and soil communities in neonicotinoid risk assessment and stewardship.

Het is stil geworden in de Krimpenerwaard - over 20 jaar is er geen grutto meer over

De Krimpenerwaard is een gebied dat wordt omsloten door de Hollandse IJssel, de Lek en de Vlist. Er zijn meerdere polders in het gebied. Ten oosten ligt de Lopikerwaard, ten westen de Zuidplaspolder. Ooit was de Krimpenerwaard met zijn drassige weiden vol gras- en kruidensoorten een ideaal leefgebied voor weidevogels als de grutto (Limosa limosa). “Die tijden zijn helaas voorbij”, verzucht Klaas de Mik, coördinator van de weidevogelwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Grutto’s hebben een slecht broedjaar achter de rug. Zo ook in de Krimpenerwaard waar het aantal al jaren gestaag afneemt. De populatie grutto’s in de Krimpenerwaard loopt nu jaarlijks met zo’n 3 tot 5 procent terug, zo blijkt uit tellingen. “Dat klinkt misschien niet dramatisch”, zegt De Mik, “maar in dit tempo is er over twintig jaar geen grutto meer over.” In het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is het neonicotinoide insecticide imidacloprid de grootste probleemstof: in 64% van de metingen in 2012 werd de stof in normoverschrijdende concentraties in het oppervlaktewater aangetoond. Imidacloprid is uitzonderlijk giftig voor insecten, die de belangrijkste voedingsbron voor gruttokuikens zijn. Zuid-Holland veroorzaakt met deze groteske milieuverontreiniging met een uiterst giftig bestrijdingsmiddel een ramp onder de weidevogels. Uit de Weidevogelbalans 2013 van SOVON blijkt dat in Zuid-Holland de Kievit met 7,3% per jaar achteruit is gegaan, de Scholekster met 5,6 % per jaar, Grutto met 3% en Tureluur met 6% per jaar. Kritische soorten als Watersnip, Kemphaan en Zomertaling zijn in Zuid-Holland inmiddels uit het agrarisch gebied vrijwel verdwenen.

De bittere keerzijde van de bollenteelt - in Berkheide sterven de insectivore broedvogels uit

Berkheide is een relatief onbekend maar belangrijk natuurgebied, een overwegend open duinlandschap met struweel. Al vanaf 1975 wordt Berkheide jaarlijks geïnventariseerd op broedvogels. In de beginjaren alleen een gedeelte, maar gaandeweg werd dat bijna het hele gebied tussen Katwijk, de Wassenaarse Slag en de N 441. In Berkheide zijn gedurende de onderzoeksperiode 31 soorten vastgesteld die op de Rode Lijst staan. Kuifleeuwerik Galerida cristata, Paapje Saxicola rubetra, Tapuit Oenanthe oenanthe, Boomvalk Falco subbuteo, Patrijs Perdix perdix, Slobeend Anas clypeata, Visdief Sterna hirundo, Wintertaling Anas crecca, Zomertaling Anas querquedula, Zomertortel Streptopelia turtur en Veldleeuwerik Alauda arvensis zijn geen broedvogel meer. Watersnip Gallinago gallinago, Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus, Porseleinhoen Porzana porzana, Grutto Limosa Limosa en Tureluur Tringa totanus staan alleen op de lijst door artefacten van de inventarisatiemethode, want broed(d)en hier echt niet. Boerenzwaluw Hirundo rustica, Huiszwaluw Delichon urbicum, Huismus Passer domesticus, Ringmus Passer montanus en Spotvogel Hippolais icterina spelen geen enkele of een toevallige rol in een duingebied als Berkheide. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de Bollenstreek is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan veel vogelsoorten volkomen afhankelijk zijn. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten die door de bollenteelt de ondergang tegemoet gaan.

De tapuit wordt het slachtoffer van de bollenteelt in de Kop van Noord-Holland

De tapuit, een karakteristieke zangvogel voor duin en heide, lijkt uit Nederland te verdwijnen. Rond 1960 hebben naar scrhatting 2.500 - 3.000 tapuiten Oenanthe oenanthe in Nederland gebroed. Tot in de '80er jaren was de tapuit nog een wijdverbreide broedvogel in de kustduinen. Vanaf 1990 is er een zeer sterke afname van >5% per jaar van broedende tapuiten en in 1998-2000 was de tapuit verdwenen uit de Zuid- en Midden-Nederlandse heide- en stuifzandgebieden. De belangrijkste resterende bolwerken in 2005 waren Ameland, Texel en Noordduinen/Botgat in de Kop van Noord-Holland. De aantallen broedvogels in de Kop van Noord-Holland zijn dit voorjaar sterk achteruitgegaan. Zo broeden er momenteel nog maar vier paren in het Noord-Hollands Duinreservaat. In 1988 waren dit er nog 165. Tussen Callantsoog en Den Helder zijn de aantallen ten opzichte van voorgaande jaren met bijna een kwart afgenomen en resteren nog vijftig broedparen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Bargerveen en Sovon. De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau en de kop van Noord-Holland is één van de meest vervuilde gebieden. Door de bollenteelt komen neonicotinen via regenwater in nabijgelegen sloten terecht. Imidacloprid is vooral op lange termijn uitzonderlijk giftig voor insecten waarvan de tapuit volkomen afhankelijk is. De vervuiling van het oppervlaktewater met imidacloprid correleert dan ook met achteruitgang van insectivore vogelsoorten. De tapuit gaat door de bollenteelt zijn ondergang tegemoet.

Henk Tennekes in Boerderij Vandaag over het conflict tussen wetenschap en industrie over neonicotinoïden

Bedrijven in de branche van gewasbeschermingsmiddelen maken hun omzet met een beperkt aantal producten. Het is daarom niet verwonderlijk dat producenten de marktpositie van succesvolle producten verdedigen. In de landbouw worden insecticiden toegepast om plaaginsecten te bestrijden. Nuttige insecten zoals bijen en vlinders mogen daarbij geen schade oplopen. Resten van het bestrijdingsmiddel op het gewas (residuen) mogen ook geen ongewenste effecten op de gezondheid van mens en dier hebben. Niemand verwijt producenten van gewasbeschermingsmiddelen dat zij toxicologisch onderzoek niet naar behoren hebben uitgevoerd. Maar er is een levensgroot probleem ontstaan door nieuwe inzichten in de risicobeoordeling.

Rechter: KLM moet onderzoek laten doen naar luchtkwaliteit

KLM moet de luchtkwaliteit van haar Boeing 737's laten onderzoeken. De rechter vindt zo'n onderzoek nodig, omdat een piloot zegt ziek te worden van de slechte luchtkwaliteit in de cockpit. KLM moet het onderzoek door een onafhankelijk instituut laten uitvoeren en de piloot daarbij betrekken. Willem Felderhof is gezagvoerder bij de KLM. Hij meldde zich meerdere keren ziek. Volgens hem worden zijn klachten veroorzaakt door te hoge concentraties van de giftige stof TCP. De airconditioning in Boeing's 737 maken gebruik van bleed air, ofwel lucht die uit de motor van het vliegtuig wordt afgetapt. Daarbij kan de oliedamp naar de cabine worden meegevoerd. In principe gaat dat om kleine hoeveelheden. KLM betwist dat te hoge concentraties TCP tot de gezondheidsklachten van de piloot leiden. Uit het onderzoek moet ook blijken hoe Felderhof op de concentraties reageert.

De door milieuverontreiniging met imidacloprid veroorzaakte kaalslag is niet meer te overzien

Gezamenlijk zijn de vogels van het landelijk gebied sinds 1990 (toen het neonicotinoide insecticide imidacloprid op de markt werd toegelaten) met ongeveer de helft afgenomen. De afgelopen tien jaar nam het aantal kieviten en scholeksters met gemiddeld 5% per jaar af en de grutto en tureluur met 3%. Niet alleen vogels verdwijnen uit het landelijk gebied, ook bijen, vlinders en het bodemleven. Niet langzaam maar zeker, maar snél en zeker wordt ons agrarische areaal leger en stiller. De teloorgang van de biodiversiteit beperkt zich niet tot ons land. Uit een onderzoek van de universiteit van Exeter blijkt dat we nu in Europa 421 miljoen vogels minder hebben dan dertig jaar geleden; vooral gewone vogels van het platteland. Sinds het begin van deze eeuw wordt het cultuurlandschap verontreinigd met imidacloprid, dat zich door goede oplosbaarheid in water met neerslag gemakkelijk kan verplaatsen en ook in het grond- en oppervlaktewater terechtkomt. Alles wat groeit en bloeit wordt zo extreem giftig voor insecten, die onmisbaar zijn voor de voortplanting van veel vogelsoorten. Dat doet akkervogels de das om.

Akkerranden zijn niet in staat het uitsterven van de boerenlandvogels te verhinderen

Boerenlandvogels hebben weinig baat bij akkerranden. Hun broedsucces gaat er niet op vooruit. Dit blijkt uit het proefschrift waarop Marije Kuiper op 9 januari promoveert in Wageningen. Er is meer nodig, concludeert zij, om soorten als de veldleeuwerik, de gele kwikstaart of de kwartel voor akkerbouwgebieden te behouden. Boeren krijgen in het kader van agrarisch natuurbeheer al zo'n twintig jaar een vergoeding als ze een strook langs hun akkers niet inzaaien met tarwe of een ander gewas, maar met een bloemenmengsel of verschillende grassen.