Insecticides

Killing Bees: Are Government and Industry Responsible?

There is growing evidence that a new class of pesticides -- nerve toxins called neonicotinoids, which are used on most US crops including almost all corn -- may be toxic to bees. The Environmental Protection Agency allowed neonicotinoids on the market without adequate tests to determine their toxicity to bees. Environmentalists want neonicotinoids banned until needed safety tests are done. While the US government is slow to act and neonicotinoid sales reap billions for the chemical industry, bees continue to die. Earth Focus reports: http://www.linktv.org/video/8123/killing-bees-are-government-and-indust…

Resistance to neonicotinoid insecticides in field populations of the Colorado potato beetle

Neonicotinoid insecticides were first used commercially for Colorado potato beetle control in the United States in 1995. Field populations from the northeastern and midwestern United States were tested from 1998 to 2010 for susceptibility to imidacloprid and thiamethoxam using standard topical dose assays with adults. From 1998 to 2001, imidacloprid resistance was present in only a few locations in the eastern United States. By 2003, imidacloprid resistance was common in the northeastern Unites States. In 2004, imidacloprid resistance in Colorado potato beetle was detected for the first time in the midwestern United States. In 2003, the first case of resistance to thiamethoxam was found in a population from Massachusetts. Neonicotinoid resistance in summer-generation adults was higher than in overwintered adults from the same locations. By 2009, 95% of the populations tested from the northeastern and midwestern United States had significantly higher LD50 values for imidacloprid than the susceptible population.

Herbicides and insecticides can both affect the abundance of insect prey available to bats

Bats are intriguing animals – the world’s only true flying mammals and one of the most diverse mammal groups on Earth – second only to the rodents in number of species, they occur on every continent except Antarctica. Throughout Great Britain and Northern Ireland – as elsewhere in western Europe – bat populations have declined dramatically in recent years. Several species of bats are now seriously threatened, and in the last decade one species – the greater mouse-eared bat – became extinct as a UK breeding species. Even the more common bats have suffered dramatic declines. Pipistrelle numbers, for example, are estimated to have dropped by about 70% during the 15-year period 1978-1993. In the UK, bats eat only insects and changes in agricultural practices appear to be an important factor in declining bat numbers. Herbicides and insecticides can both affect the abundance of insect prey available to bats. Hedgerows and ponds, both widely used by bats, have been lost from the countryside at an alarming rate – even in recent years. For example 23% of hedgerows and 75% of ponds were lost during the period 1984 to 1990. Woodland habitats, including old trees, have declined also.

Volgens Jaap Molenaar (Bijenstichting) gaat het de goede kant op met de bewustwording van publiek en agrarische sector over de risico's van neonicotinoiden

Voorzitter Jaap Molenaar van de Bijenstichting heeft een positief gevoel over het Jaar van de Bij. ,,We hebben veel mensen bereikt'', zegt hij. ,,Maar ik voel een soort kater dat in dit Jaar van de Bij het neonicotinoïde gif thiacloprid een ruimere toelating heeft gekregen. Dat is voor veel agrariërs een opvolger van imidacloprid.'' Dat het mondiaal mis dreigt te gaan met de bij, heeft Molenaar en zijn geestverwanten op de barricaden gedreven. ,,In Nederland dreigt 40 procent van de bijensoorten op de rode lijst te komen'', zegt hij fel. ,,Dat betekent dat er gevaar is van uitsterven. Dat moeten we voorkomen.'' Volgens de Kolhorner gaat het langzaam de goede kant op met de bewustwording van publiek en agrarische sector.

Insekten-Schwund

Unser Planet unterliegt seit Jahrmillionen einem steten Klimawandel. Flora und Fauna haben sich dieser Situation immer angepasst. Eine „globale Erwärmung“ jedoch als alleinige Ursache für den Rückgang in der Vogelwelt zu sehen, ist einäugig. Denn fast alle Vogelarten sind Insektenfresser und ausnahmslos alle benötigen Insekten für die Aufzucht ihrer Küken. Aber Insekten fehlen immer mehr in ihren Lebensräumen und Rastplätzen. Die Ursache sieht ein holländischer Toxikologe Dr. Henk Tennekes (Das Ende der Artenvielfalt) und andere Wissenschaftler im Einsatz von Insektiziden der Stoffgruppe der Neonikotinoide. Dies sind Nervengifte und wirken bis zu 10 000fach stärker als das verbotene DDT und sie töten nicht nur Bienen, sondern alle Insekten. Imidacloprid und Clothianidin bei Mais und Sonnenblumen wurde zwar in Deutschland und Frankreich verboten. Bei anderen Nutzpflanzen und in anderen Ländern jedoch sind diese Neonikotinoide hingegen unverändert zugelassen. Insekten stehen am Anfang unserer Nahrungskette. Wenn sie von diesem Planeten verschwinden, verschwindet auch der Mensch. Es wird nur noch die selbstbestäubenden Pflanzen geben. Gräser, Farne einige Baumarten. Die Evolution darf von Neuem beginnen und am Ende vielleicht doch ein Wesen schaffen, das intelligenter ist als der Mensch.

De oeverzwaluw heeft in Vlaanderen zware klappen gekregen

Het gaat niet goed met onze zwaluwen. Recente tellingen van de aantallen wijzen uit dat alle zwaluwsoorten met 50 % tot 80 % achteruit gegaan zijn. In Vlaanderen zijn de belangrijkste oorzaken de daling van het aantal insecten door gebruik van insecticiden en de achteruitgang van het broed- en leefgebied. Van onze drie inheemse zwaluwsoorten is de oeverzwaluw (Riparia riparia) wellicht de minst bekende soort. Hij broedt, in tegenstelling tot z’n bekende neven de Boerenzwaluw (Hirundo rustica) en Huiszwaluw (Delichon urbicum), niet in schuren, stallen of onder dakgoten, maar wel in zandige oevers, afgravingen en zanddepots. Het aantal broedparen in Vlaanderen wordt momenteel op 5.000 geraamd. Een daling van maar liefst 70 % ten opzichte van 1968 (ca. 15.400 broedparen).

Lethal and sublethal effects of imidacloprid and buprofezin on the sweetpotato whitefly parasitoid Eretmocerus mundus

The parasitoid Eretmocerus mundus Mercet (Hymenoptera: Aphelinidae) is one of the key natural enemies of Bemisia tabaci (Gennadius) (Hemiptera: Aleyrodidae). Lethal and sublethal effects of imidacloprid and buprofezin on emergence and key biological and population parameters of E. mundus exposed during different developmental stages were studied. Dose–response bioassays were carried out on adult wasps using a leaf dipping method. The emergence rates of adults were reduced significantly by the field-recommended concentrations of the insecticides. However, the emergence rates were not affected either by the stage of the parasitoid at the time of exposure (larval and pupal stages), and there was no interaction between treatments and time of exposure. No significant mortality of E. mundus adults was observed following buprofezin treatment. The LC50 of imidacloprid on adults was 4.75 ppm. The results showed that the longevity and fecundity of E. mundus adults were reduced significantly by the two insecticides, though the sex ratio of E. mundus offspring was not affected. Population parameters of the parasitoid such as R0, rm and T were also significantly reduced by the insecticides. Our results indicated that, in addition to lethal effects, sublethal effects should also be considered when these insecticides are applied in IPM programs for this pest.

De opvolger van imidacloprid: uitbreiding van de toelating van thiacloprid door Ctgb

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft ingestemd dat Calypso een uitbreiding krijgt in de veredeling en zaadteelt van bloemisterijgewassen. De insecticide is via een gewasbehandeling toe te dienen. Calypso is al ruim toegestaan in bloemisterijgewassen. Voornamelijk als bestrijder van bladluizen, maar ook tegen larven van kaswittevlieg. In gladiool is de insecticide inzetbaar tegen gladiolentrips.

The Scientific American: Doubt is their product (Twijfel is hun product)

Weinig wetenschappelijke uitdagingen zijn complexer dan het begrijpen van de gezondheids- of milieurisico's van een chemische stof. Onderzoekers kunnen nu eenmaal giftige verbindingen niet aan mensen toedienen om te zien welke doses kanker veroorzaken. In plaats daarvan vertrouwen laboratorium onderzoekers op dierproeven, en epidemiologen onderzoeken de humane blootstelling die in het veld kan optreden. Beide soorten studies hebben veel onzekerheden, en wetenschappers moeten extrapoleren om oorzakelijke gevolgtrekkingen te kunnen maken en beschermende maatregelen aan te bevelen. Omdat absolute zekerheid zelden een optie is, zouden regelgevingprogramma's niet effectief zijn als een dergelijk bewijs vereist zou zijn. Overheidsfunctionarissen moeten de beste beschikbare gegevens gebruiken om grenswaarden voor schadelijke chemische stoffen vast te stellen en de veiligheid van geneesmiddelen te bepalen. Onzekerheid is een inherent probleem van de wetenschap, maar gefabriceerde onzekerheid is een heel andere kwestie. In de afgelopen drie decennia is de industrie vaak betrokken geraakt bij het ​​ wetenschappelijk onderzoek wanneer hun belangen werden bedreigd. Als, bijvoorbeeld, studies aantonen aan dat een bedrijf de bevolking of het milieu blootstelt aan gevaarlijke niveaus van een bepaalde chemische stof, reageert het bedrijf meestal met het inhuren van eigen onderzoekers om deze studies in twijfel te trekken. Eclatante voorbeelden van deze strategie zijn de wetenschappelijke controverses die zijn ontstaan over de relaties tussen roken en longkanker en tussen bestrijdingsmiddelen en bijensterfte.

Voorzorgsprincipe dringt zich op voor neonicotinoïden

In opdracht van de milieucommissie van het Europees Parlement maakte het Oostenrijkse milieuagentschap een overzicht van de wetenschappelijke kennis over de rol van neonicotinoïden bij massale bijensterfte. Deze groep insecticiden wordt in toenemende mate verantwoordelijk gehouden voor de recente sterfte. Het rapport adviseert daarom de toepassing van het voorzorgsprincipe. De jongste jaren buigen steeds meer wetenschappers zich over de problematiek van de toenemende bijensterfte. Na afloop van zulke studies worden neonicotinoïden, een groep van systemische insecticiden, vaak als belangrijke mede-oorzaak aangewezen.