Honeybees

New papers bring neonic risk assessments into question

Two new papers question the validity of risk assessment methodologies widely accepted by regulators while registering neonicotinoid pesticides, commonly accepted to be a significant contributor to the widespread die-off of honeybees. The papers point toward new research to better understand the complexities of determining the role pesticides play in the bees’ mortality, both directly and indirectly. For instance, some experts question anecdotal evidence about why some bees exposed to neonicotinoids apparently do not show the concerning mortality rates that other bees do when exposed to the toxins. The recently published papers point to the need to better understand the molecular action of the pesticides on the bees and how different routes of exposure affect their health.

De neonicotinoiden veroorzaken met de uitroeiing van de geleedpotigen een breuk in de voedselketen en vernietigen de 'web of life'

In minder dan 20 jaar zijn de neonicotinoiden wereldwijd uitgegroeid tot de meest gebruikte insecticiden met een marktaandeel van meer dan 25%. Dat deze stoffen ook de meest gevaarlijke insecticiden zijn die ooit op de markt zijn gekomen, begint velen zo langzamerhand te dagen. Neonicotinoiden verontreinigen het milieu overal daar waar ze gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld is aangetoond in het Westen van Nederland, op de Southern High Plains van Texas, in de Central Valley van Californië, en op de uitgestrekte Canadese prairies. De stoffen worden maar langzaam afgebroken, en hebben halfwaardetijden die op sommige bodems kunnen oplopen tot bijna 20 jaar, en ze zijn bovendien uitzonderlijk giftig voor geleedpotige dieren, vooral op langere termijn. Zo is een scenario voor een milieu catastrofe ontstaan zoals de Amerikaanse biologe Rachel Carson heeft beschreven in haar boek Silent Spring ('dode lente'). Sinds 2009 verzamelt de toxicoloog Henk Tennekes op deze website gegevens over geleedpotigen (bijen, hommels, vlinders, en vele andere soorten) en dieren die van geleedpotigen afhankelijk zijn (vogels, vissen, amfibieën, reptielen en zoogdieren). Na vijf jaar verzamelen van gegevens maakt de website het overduidelijk dat het bar slecht gaat met deze soorten en ze met uitsterven worden bedreigd. Als niet op korte termijn wordt ingegrepen met een verbod op alle toepassingen van de neonicotinoiden, zal een ineenstorting van het ecosysteem onvermijdelijk worden, waardoor vrijwel alle levensvormen met uitsterven worden bedreigd.

Beyond the Birds and the Bees

Beyond the Birds and the Bees moves the spotlight from the risks neonicotinoids pose to bees to the impacts of neonicotinoids to invertebrates such as earthworms or lady beetles. The report provides a comprehensive review of published articles and pulls together the growing body of research that demonstrates risks from neonicotinoids to these beneficial insects. These risks occur particularly in agricultural systems, but are also found in urban and suburban ornamental landscapes. This report details potential negative impacts of neonicotinoid insecticides on important beneficial insects. It also makes recommendations on how we can better protect important beneficials like beetles and wasps.

De hele gemeenschap van de bestuivende insecten kan plotseling ineenstorten met weinig hoop op herstel, stellen Wageningse onderzoekers

Wereldwijd hebben bestuivers het moeilijk. Insecticiden, parasieten, ziekten en verlies van leefgebied zitten de bestuivers in de weg. En ze hebben steeds meer moeite om te overleven. En wanneer hun omstandigheden verder verslechteren, ziet het er niet best uit, zo stellen Wageningse onderzoekers. Het kan wel eens leiden tot het uitsterven van heel veel soorten. Stel dat de omstandigheden van de bestuivers nog verder verslechteren: welke gevolgen heeft dat dan? Onderzoekers van de Wageningen University zochten het met behulp van wiskundige modellen uit. Ze tonen aan dat de toekomst van de bestuivers mede bepaald wordt door de manier waarop interactienetwerken in elkaar zitten. De structuur van deze netwerken zorgt ervoor dat bestuivers elkaar in moeilijke tijden ondersteunen. Het betekent tegelijkertijd dat soorten in één gebied in moeilijke tijden sterk van elkaar afhankelijk zijn. Wanneer de omstandigheden echt heel slecht worden, bestaat dus het gevaar dat de hele gemeenschap van bestuivers – denk aan bijen, vlinders, zweefvliegen, hommels, enzovoort – instort. En het is bijzonder lastig om zo’n ingestorte gemeenschap weer te herstellen. Daarvoor moeten de omstandigheden van deze soorten namelijk heel sterk verbeteren: nog sterker dan deze verslechterd zijn.

Bee-Toxic Pesticides Found in “Bee-Friendly” Plants Sold at Garden Centers Nationwide

Friends of the Earth conducted a pilot study to determine the extent of neonicotinoid contamination of common nursery plants purchased at retail garden centers in cities across the U.S. This is the first investigation of neonicotinoid insecticide concentrations in “bee-friendly” nursery plants sold to consumers
at garden centers in cities across America. The findings indicate that bee-friendly nursery plants sold at U.S. retailers may contain systemic pesticides at levels that are high enough to cause adverse effects on bees and other pollinators — with no warning to consumers.

Was haben die Hirne von Bienen und Kleinkindern miteinander zu tun? Es sieht so aus, als würden beide durch Neonicotinoide geschädigt

Neonicotinoide sind Pestizide. Pestizide werden vor allem in der Landwirtschaft eingesetzt, um die Gesundheit von Kulturpflanzen zu erhalten und ihrer Vernichtung durch Krankheiten und Schädlingsbefall vorzubeugen. Die Neonicotinoide sind ja seit langem Thema im Zusammenhang mit dem Sterben von Bienenvölkern in den letzten Jahren. Es gibt nun eine Untersuchung des Bee Research Laboratory in Beltsville im US-Staat Maryland. Dort wurden die Pollen verschiedener Bienenstöcke analysiert. Danach enthielt eine Pollenprobe im Schnitt neun Pestizide, der Maximalwert waren 21 Pestizide. Insgesamt konnten 35 verschiedene Pestizide festgestellt werden. Herbizide waren in ca. einem Viertel, Insektizide und Fungizide in jeder Probe enthalten. Eine weitere Untersuchung der University of Dundee in Schottland ergab, dass die Neonicotinoide sich auf das Hirn von Bienen auswirken. Frühere Forschungen hatten festgestellt, dass sie die Orientierungsfähigkeit, die Lernfähigkeit und damit den Erfolg beim Pollensammeln beeinträchtigen. In der jetzigen Untersuchung wurden Konzentrationen eingesetzt, die die Bienen in der Natur vorfinden. Und es zeigte sich, dass Nervenzellen lahmgelegt wurden, so dass diese keine Impulse mehr weiterleiten konnten. Und jetzt komme ich zu dem Grund, der mich zu diesem Beitrag veranlasste. Es gibt eine weitere Untersuchung, die sich mit dem Einfluss auf Menschen befasst und zu dem Ergebnis kommt, dass Neonicotinoide das im Wachstum befindliche Hirn von Kindern beeinflussen. Dies haben japanische Forscher in Tierversuchen festgestellt.

Harald Ebner sprach mit Blick auf das Moratorium von einer „kurzen Schonfrist“ für die Bienen

Der grüne Bundestagsabgeordnete Harald Ebner sprach vorige Woche mit Blick auf das Moratorium (das zweijährige Teilverbot für die drei neonikotinoiden Wirkstoffe Clothianidin, Imidacloprid und Thiamethoxam) von einer „kurzen Schonfrist“ für die Bienen. Das zweijährige Moratorium für die drei Neonikotinoide sei zwar ein großer Erfolg für die Imker- und Umweltverbände gegenüber der mächtigen Lobby der Pflanzenschutzmittelhersteller, der nicht nur den Bienen, sondern auch wilden Bestäubern, Vögeln und Wasserorganismen eine Atempause verschaffe, die sie dringend brauchten. „Doch aufgeschoben ist nicht aufgehoben: Das Teilverbot ist befristet und die betroffenen Pestizidkonzerne klagen bereits gegen das Verbot“, kritisierte Ebner. Dabei belegten immer mehr Studien ernste Risiken bereits durch sehr geringe Mengen an Neonikotinoiden. Die Wirkstoffe könnten mehrere Jahre in der Umwelt überdauern und reicherten sich in Pflanzen und Böden an. Daher sei es fraglich, ob zwei Jahre ausreichten, um belastbare Schlussfolgerungen zu allen ökologischen Risiken der Neonikotinoide und deren Anteil am Bienensterben zu ziehen.

Actieprogramma Bijengezondheid - een 'bijenmakelaar' moet kennis van imkers over bijengezondheid vergroten en onderzoeksprogramma wil factoren in kaart te brengen die van invloed zijn op bijengezondheid en wintersterfte

Er komt een 'bijenmakelaar' om kennis van imkers over bijengezondheid te vergroten. Deze bijenmakelaar zal ervoor zorgen dat beschikbare wetenschappelijke kennis bij trainers van cursussen voor imkeropleidingen terechtkomt. Ook zal de bijenmakelaar als taak hebben het bevorderen van het uitwisselen van kennis tussen imkerorganisaties, landbouw en overheden. Hij of zij zal in het groene onderwijs het invoeren van lesmodules over bijengezondheid bevorderen. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken in een brief waarmee ze het Actieprogramma Bijengezondheid aanbiedt aan de Tweede Kamer. Voor de komende 3 jaar wil de staatssecretaris de helft van de kosten voor zo’n bijenmakelaar voor haar rekening nemen, tot een maximum van €300.000. Tevens komt er een meerdere jaren doorlopend onderzoeksprogramma. Doel is door standaardinspecties op zo’n 150 locaties factoren in kaart te brengen die van invloed zijn op bijengezondheid en wintersterfte. Voor de komende vier jaar stelt staatssecretaris Dijksma voor dit onderzoek in totaal €600.000 beschikbaar.

Pesticides Annihilate Birds, Bees and Butterflies

Unless regulators take action, one of gifts in the lyrics to “Twelve Days of Christmas,” the turtle dove, may become extinct. The dove has experienced major population decline in England over the past 20 years, due in significant part to the destruction of turtle dove habitat and food sources from increasing herbicide use in English agriculture. Other species, such as Monarch butterflies and other pollinators around the world, are also experiencing similar loses of habitat and food sources through an increase in herbicide use. These increasing rates of population decline in wild species underscore the problem that chemical-intensive agriculture plays in the degradation of natural habitats.

De samenzwering tegen de toxicoloog Henk Tennekes, die de oorzaak van de bijensterfte ophelderde

Bij het doornemen van literatuur over bestrijdingsmiddelen kwam de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes in 2009 een publicatie tegen van de Spaanse ecotoxicoloog Francisco Sánchez-Bayo, die beschreef hoe de giftigheid van neonicotinoide insecticiden voor geleedpotigen (arthropoden) afhankelijk was van de blootstellingstijd. Toen Tennekes deze gegevens nader analyseerde, werd hem duidelijk dat het verband tussen het blootstellingsniveau en de tijd die verstrijkt totdat de giftige werking tot uiting komt precies hetzelfde was als voor genotoxische (DNA-beschadigende) kankerverwekkende stoffen, de meest gevaarlijke stoffen die we kennen. Hij zag dat de tijd de werking van de neonicotinoiden versterkt: hoe langer de latente periode tot het optreden van sterfte van geleedpotigen, hoe minder je van het bestrijdingsmiddel nodig hebt. Tennekes publiceerde zijn ontdekking in juli 2010 in het vaktijdschrift Toxicology, in november 2010 gevolgd door zijn boek ‘Disaster in the Making’, waarin hij beschrijft hoe de toepassing van neonicotinoiden een voor onze ogen plaatsvindende milieuramp tot gevolg heeft. Het kostte hem zijn naam, zijn klanten en een berg geld. Luister naar de reportage op radio 1: http://www.radio1.nl/item/132555-Bijensterfte%20een%20samenzwering.html