General

Pestizide: Erst sterben die Insekten – dann die Vögel

Paul Nothers ist diplomierter Landwirt, passionierter Jäger – und liebt die Natur. Als er vor mehr als 50 Jahren auf den Hof seiner Familie in Orbroich zog, war die Welt noch in Ordnung. „Insekten überall, Wild, Hasen, Rebhühner und Fasane im Überfluss“, erinnert er sich. Singvögel hörte und sah er ständig. Und wenn er eine längere Fahrt im Auto unternahm, musste er danach seine Windschutzscheibe von Insekten säubern. Das ist lange her. Heutzutage gibt es eine Fülle von heimischen Tierarten, die laut Bericht des Bundesumweltministeriums kurz vor dem Aussterben stehen. Für den 82-Jährigen ein triftiger Grund, in seiner Dankesrede zur Verleihung des Bundesverdienstkreuzes an die Gäste aus Verwaltung, Politik, Natur- und Umweltschutz in Krefeld einen dringenden Appell zu richten. Deutschland stehe vor einer ähnlichen Öko-Katastrophe wie die USA in den 60er Jahren, als neue Pestizide auf DDT-Basis und Herbizide wie Agent Orange auf den Markt kamen. Viele dieser tödlichen Gifte sind in den vergangenen Jahrzehnten verboten worden. Neue dafür nachgerückt. Beispielsweise die Neonikotinoide, eine neue Generation von Insektiziden. „Die sich anbahnende Katastrophe ist viel gefährlicher“, warnt Nothers. Man sehe nicht mehr massenweise tote Vögel, weil sie sang- und klanglos verschwinden. Auch die Insekten verschwinden und mit ihnen der Anfang der Nahrungskette. In der Folge sterben die Amphibien. Wespen, Heimchen und Schmetterlinge gehen stark zurück. „Wann haben Sie zuletzt mal ein Glühwürmchen gesehen?“, fragt er suchend in die Runde.

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

De slangenpopulaties zijn sinds 1998 dramatisch achteruit gegaan

Veel slangenpopulaties zijn vanaf 1998 vrij plotseling ingestort, meldt een internationaal biologengezelschap. Een groep biologen rapporteerde er in 2010 over in Biology Letters, en gebruikt daarbij meerdere malen het woord ‘alarmerend’. Ze hebben zo veel mogelijk slangentellingen samengevoegd. Chris Reading en zijn collega’s hadden gegevens van niet meer dan zeventien slangenpopulaties van in totaal elf soorten, meestal pas daterend vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw. Ze zagen bij elf van de zeventien slangenpopulaties een gelijktijdige, snelle afname van het aantal dieren. Tot 1998 was er nog niets aan de hand, maar daarna daalde het aantal slangen binnen enkele jaren tot een fractie van het oorspronkelijke aantal. Opvallend was dat het aantal vrouwtjes harder achteruitging dan het aantal mannetjes. Van de damesslangen verdween gemiddeld ruim 80 procent, van de heren ‘maar’ 64 procent.

De ringslang heeft het zwaar in Nederland

De Ringslang (Natrix natrix) is landelijk gezien zeer kwetsbaar. De achteruitgang heeft vooral te maken met intensivering van de landbouw, verdroging en versnippering van de leefgebieden, verkeersslachtoffers, enz. Ook het verdwijnen van geschikte eilegplaatsen (open stalmesthopen) spelen de dieren parten. (Rode Lijstsoort). Het is niet altijd even duidelijk te zien maar de Ringslang is het duidelijkst te herkennen aan de oranje kleurige vlekjes achter op de kop. Water is voor de Ringslang van levensbelang. Daar vindt hij de kikkers, de visjes en salamanders die hij voornamelijk eet. De Ringslang houd van beschutte plekjes uit de wind waar zon en schaduw elkaar afwisselen. Regelmatig worden ze gezien onder, maar soms ook in, bramenstruiken. Hier liggen ze veilig. Het dier is een echte zwerver en kan grote afstanden afleggen. De Ringslang is niet giftig en volkomen ongevaarlijk!

Ongefundeerde hetze tegen IUCN Task Force on Systemic Pesticides

Een onderzoek dat eind juni werd gepubliceerd en concludeerde dat neonicotinoïde gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn voor bijen blijkt nu vervalst, zo schrijft The Times. Een bericht op de blog van een medewerker suggereert dat de onderzoekers hun conclusies bij voorbaat hadden opgesteld, en dat ze met hun publicaties een wereldwijd verbod op neonicotinoïden wilden bekomen. Eén van de betrokken onderzoekers bevestigt dat het bericht juist is, maar ontkent dat het onderzoek bevooroordeeld was. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie hoopt dat beleidsmakers het onderzoek nu met de nodige voorzichtigheid zullen behandelen. Tegelijkertijd hopen landbouwers dat de huidige (tijdelijke) ban op neonicotinoïden, volgend jaar niet door de evaluatie geraakt.

Heftiger Artenschwund in Europas Gewässern

Die EU-Kommission meldet "alarmierende Verlustzahlen" für Tier- und Pflanzenarten in Europa. Besonders schlecht steht es demnach um die Süßwasserfische sowie Schnecken, Muscheln und andere Weichtiere. Die Zahlen zeigten, "dass die europäischen Süßwasserökosysteme in der Tat ernsthaft bedroht sind und dringend Erhaltungsmaßnahmen erforderlich sind", warnte Annabelle Cuttelod von der Weltnaturschutzunion (IUCN), die jährlich die Rote Liste der gefährdeten Arten veröffentlicht. Für die europäische Ausgabe wurde den Angaben zufolge mit rund 6000 Arten ein "erheblicher Teil" der in Europa heimischen Fauna und Flora untersucht.In der Roten Liste sind 37 Prozent der Süßwasserfische als "gefährdet", "stark gefährdet" oder "vom Aussterben bedroht" eingestuft. Bei den in Flüssen und Seen lebenden Weichtieren sind es sogar 44 Prozent. Besonders stark betroffen ist beispielsweise der Stör: Sieben der acht europäischen Arten sind demnach "stark gefährdet". Des Weiteren gelten 23 Prozent der Amphibien und 19 Prozent der Reptilien als gefährdet. Jede fünfte an Land lebende Weichtierart ist den Daten zufolge bedroht, ebenso 15 Prozent der Säugetierarten und 13 Prozent der Vögel. Rund 26 Prozent der Gefäßpflanzen - das sind alle Pflanzen außer den Moosen - werden auf der aktuellen Roten Liste ebenfalls als bedroht eingestuft.

Van de 76.199 diersoorten die op aarde leven worden er meer dan 22.000 met uitsterven bedreigd

Dat blijkt uit de nieuwste lijst van 's werelds meest bedreigde diersoorten. Vooral vlinders, slangen en een hele hoop exotische vissen moeten vrezen voor hun leven. Volgens de 50ste 'Red List', een lijst die jaarlijks door de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) wordt opgesteld, zijn er 22.413 diersoorten met uitsterven bedreigd. "Telkens we onze Red List updaten, merken we dat onze planeet steeds meer van haar ongelooflijke diversiteit verliest", zegt Julia Marton-Lefevre, directeur-generaal van de UICN, in de Britse krant The Independent.

The world’s reptiles — turtles, snakes, lizards, alligators and crocodiles — are in trouble

The International Union for Conservation of Nature, which publishes an annual global roster of threatened and endangered species called the Red List, considers some 664 species of reptiles — representing more than 20 percent of known reptile species worldwide — as endangered or facing extinction. Meanwhile, the U.S. Fish & Wildlife Service considers about 10 percent of American reptiles threatened or endangered. The non-profit Center for Biological Diversity (CBD) considers reptiles “amazing creatures” with clever adaptations that have helped them survive for millions of years. CBD also points out that reptiles are valuable indicators of wider ecological health. “Because many reptile species are long-lived and relatively slow-moving, they suffer from disturbances like habitat loss or pollution for extended periods,” the group reports, adding that a diverse community of reptiles living in a given area is evidence of a healthy ecosystem that can support the plant and animal life they and other species need for food and cover.

Neonicotinoid contamination of global surfacewaters and associated risk to aquatic invertebrates: A review

Neonicotinoids, broad-spectrum systemic insecticides, are the fastest growing class of insecticides worldwide and are now registered for use on hundreds of field crops in over 120 different countries. The environmental profile of this class of pesticides indicate that they are persistent, have high leaching and runoff potential, and are highly toxic to a wide range of invertebrates. Therefore, neonicotinoids represent a significant risk to surface waters and the diverse aquatic and terrestrial fauna that these ecosystems support. This review synthesizes the current state of knowledge on the reported concentrations of neonicotinoids in surface waters from 29 studies in 9 countries world-wide in tandem with published data on their acute and chronic toxicity to 49 species of aquatic insects and crustaceans spanning 12 invertebrate orders. Strong evidence exists that water-borne neonicotinoid exposures are frequent, long-term and at levels (geometric means = 0.13 μg/L (averages) and 0.63 μg/L (maxima)) which commonly exceed several existing water quality guidelines.

Tussen 1970 en 2010 zijn de zoogdier-, vogel-, amfibie-, reptiel- en vispopulaties wereldwijd met 52 procent gekrompen

Met name in arme landen is de biodiversiteit sterk afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Wereldnatuurfonds. Het Wereldnatuurfonds presenteert de onderzoeksresultaten in het ‘2014 Living Planet Report‘. Het rapport – dat elke twee jaar verschijnt – richt zich op drie gebieden: de populaties van meer dan tienduizend gewervelde soorten, de menselijke ecologische voetafdruk (consumptie van goederen, productie van broeikasgassen) en de bestaande biocapaciteit (de natuurlijke bronnen die we gebruiken om onder meer drinkwater en voedsel te produceren). “Er is heel veel data te vinden in dit rapport en dat kan overweldigend en complex lijken,” erkent Jon Hoekstra, werkzaam bij WWF. “Wat niet gecompliceerd is, zijn de duidelijke trends die we zien: 39 procent van de wilde dieren op het land is verdween, 39 procent van de wilde dieren in het water is verdwenen, 76 procent van de wilde dieren in zoet water is verdwenen en dat allemaal in de afgelopen veertig jaar.”