Deze week is het nieuwe boek van Universiteitshoogleraar Louise Fresco verschenen, getiteld 'Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed'. Fresco stelt daarin veel belangwekkende vragen en kaart wezenlijke maatschappelijke kwesties aan zoals de verspilling van voedsel. Maar, Fresco is beter in het analyseren van het probleem, dan in het bedenken van duurzame oplossingen. De inleiding begint als volgt: "Voedsel is vandaag de dag een bron van intense verwarring." Bionext is van mening dat Fresco zelf nogal eens verwarring bij de consument veroorzaakt door haar uitspraken over biologisch en duurzaamheid.
Biologisch scoort volgens Fresco goed op dierenwelzijn en laag antibioticagebruik, maar niet op het milieu. De intensieve veehouderij zou juist milieuvoordelen bieden, omdat de dieren altijd binnen zitten. Biologisch zou de wereld niet kunnen voeden, omdat de opbrengsten lager zijn. In de optiek van Fresco zijn 75% meer dierlijke eiwitten nodig in 2050 om de hele wereld vlees te laten eten.
In dit soort redeneringen ziet ze belangrijke 'details' over het hoofd, zoals milieuschade door pesticidengebruik, de energieslurpende productie van kunstmest, de eindigheid van de voorraad fosfaat en de almaar toenemende vraag van de consument naar producten die afkomstig zijn uit een gezond landbouwsysteem. Geen verrassing dat ze daardoor met schijnoplossingen komt die voorbij gaan aan meer fundamentele vragen over voedselproductie en -consumptie.
Die details worden mooi verwoord door Sjoerd van der Meulen, promovendus moleculaire biologie, in een ingezonden stuk in de Volkskrant (bijlage).
Bron: Bionext, 05-10-2012
http://www.biojournaal.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=10200
- Log in to post comments
Opinieleider Louise Fresco zet mensen op het verkeerde been
Als Louise Fresco zegt dat het niet uitmaakt dat de bijen sterven en dat plofkip de wereld kan voeden kan dat best provocatief bedoeld zijn, maar ze zal zich moeten realiseren dat ze als opinieleider mensen op het verkeerde been zet, de biologische sector ten onrechte beschadigt en de vlees- en zuivellobby in de kaart speelt. Dat is jammer, onnodig en contraproductief.
Bron: Marianne Thieme
http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/16434_de_schijntegenstelling_…
De schijntegenstellingen van Louise Fresco
Met haar pleidooi voor intensivering van de landbouw en tegen de biologische houderij toont Louise Fresco zich in haar boek 'Hamburgers in het paradijs' niet de vooruitgangsoptimist die ze graag wil zijn. De schijntegenstelling die Fresco zoekt tussen biologische kippen en plofkippen is nauwelijks relevant wanneer we inzetten op een wereld die gevoed wordt met plantaardige eiwitten. Haar eigen stelling dat de wereld voldoende landbouwareaal zou kunnen bieden om veertig tot vijftig miljard monden te voeden, geeft tevens de overbodigheid en de ongewenstheid van megastallen met plofkippen aan. In een wereld waarin bijna de helft van de graanoogst wordt opgeslokt door de veehouderij en het verbouwen van veevoer via verdringing zorgt voor het platbranden van regenwouden, is geen ruimte voor megastallen en plofkippen. Er zijn nu al vleesvervangers die qua smaak en structuur net zo smakelijk of smakelijker zijn dan het origineel. Het wordt een achterhaald idee om menselijke voeding te afhankelijk te maken van de primitieve methode om plantaardige eiwitten eerst langs het maag-darmkanaal van een dier te geleiden, daarvan negentig procent te laten omzetten in lichaamswarmte en mest van dat dier en slechts tien procent tot eiwitten.
Bron: Marianne Thieme
http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/16434_de_schijntegenstelling_…
Louise Fresco over bijensterfte en biologische voeding
Bijensterfte wordt vaak aangehaald als symbool voor de ondergang van ons voedselsysteem. Gesuggereerd wordt dat er zonder bijen helemaal geen bevruchting meer plaatsvindt. Dat is onjuist, stelt de Amsterdamse hoogleraar. De meeste grote voedselgewassen zijn niet afhankelijk van bijen. Bestuiving kan een probleem zijn voor de tuinbouw, maar niet voor de basisvoedselgewassen. 'Biologisch' is volgens Fresco geen garantie voor een duurzame productie. Wanneer we al het voedsel biologisch willen telen, zal naar schatting wel zes keer zo veel land nodig zijn. "Het is een illusie te denken dat Nederland gevoed kan worden met voedsel uit de omgeving. Mondialisering is een feit als je zo divers wilt eten als wij nu doen. Bewegingen als slowfood en biologisch zijn een voorhoede, maar ze bieden geen realistisch alternatief. De echte verandering moet toch uit de mainstream voedselproductie komen."
Bron:
http://www.agf.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=88737
Louise Fresco is bepaald geen Steve Jobs
Iedere vorm van innovatie is op zich nuttig, maar niet iedere innovatie is even nodig. De publieke discussie die zich nu in de voedselsector ontvouwt gaat eigenlijk over welk paradigma je als vertrekpunt voor innovatie zou moeten nemen. Voor mij is het beeld van Fresco niet realistisch. Ze is wel optimistisch, maar durft niet te kiezen, en wil vooral maar doorgaan op de ingeslagen weg van efficiency. Daarbij gaat ze voorbij aan allerlei reële uitdagingen die ze afdoet als doemdenken. Ik vind dat onnozel. Of eigenlijk is het een gebrek aan visie. Mijn mening is dat de voedselsector nu vooral behoefte heeft aan een dromer. Iemand met visie. Iemand die aantrekkelijke, doch realistische toekomstbeelden weet te schetsen. Beelden die een inspiratie kunnen zijn om alle bestaande en nieuwe technologieën en visies te vormen tot iets dat wortel kan schieten. Tot iets dat een echte substantiële ontwikkeling kan worden. Kortom, de voedselsector heeft behoefte aan een Steve Jobs.
Bron:
http://freekick.nu/markttrends/voedselsector-jobs-geen-fresco?utm_sourc…
Louise Fresco ziet de realiteitszin van bio niet
Louise Fresco haalt de vakpers met haar nieuwe boek 'Hamburgers in het paradijs', een boek waarin ze een aantal kwesties aankaart rond voedsel. Ze spaart daarbij biologische landbouw niet en doet bio af als romantische onzin. Daarbij verspreidt ze flink wat mist en suggereert dat biologische landbouw synoniem is aan teruggaan in de tijd, mensonwaardig handwerk, lage (middeleeuwse) opbrengsten. Voor Fresco is er maar één systeem: een hoogtechnologisch systeem waarbij schaalvergroting, 'goede' wetenschap en biotechnologie voor heil moet zorgen. Ze ziet cruciale zaken over het hoofd, zoals milieuschade door pesticidengebruik, de energieslurpende productie van kunstmest en pesticiden, de uitputting van de bodems, de eindigheid van de voorraad fosfaat en de almaar toenemende vraag van de consument naar voedzame producten afkomstig uit een gezond landbouwsysteem. En ze mist ook op dit punt: er is vandaag honger in de wereld, niet omdat er globaal te weinig voedsel is, maar omwille van politieke beslissingen, gebrekkige infrastructuur, ongelijke sociale verhoudingen, armoede en gebrek aan koopkracht. Ze gooit noord en zuid op één hoop. Een hoogtechnologische landbouw in het noorden, helpt de man of vrouw in het zuiden echter niet aan voedsel. Of anders gezegd: een kleinschalige en/of biologische landbouw in het noorden, doet hen ook niet meer honger lijden. Omgekeerd brengt agro-ecologische kleinschalige landbouw vaak wél soelaas voor de vele boerenfamilies in het zuiden: geen nood aan dure kunstmeststoffen en pesticiden, geen dure zaden wegens eigen zaadproductie, en toch meer opbrengst. Dat dit type landbouw nét wel een toekomst heeft, blijkt uit het internationale IAASTD rapport, door meerdere gerenommeerde wetenschappers samengesteld.
Bron: Bioforum Vlaanderen, 10-10-2012
http://www.bioforumvlaanderen.be/nieuws/louisefresco_realiteitszin
Open Brief van Co Pionier aan Louise Fresco
De discussie zou moeten starten met de volgende vraag. Welke wetenschappelijke onderbouwing rechtvaardigt volgens u de vaak binnen de traditionele landbouw herhaalde mantra dat we de wereld zouden moeten voeden? Zo niet Nederland met ‘we’ bedoeld wordt (wat uiteraard helemaal een gotspe zou zijn, een door intensieve land- en tuinbouw en veeteelt en overproductie letterlijk in een verzuurd, chemisch verontreinigd moeras wegzinkend piepklein stukje land) dan toch bedoelen we dat gezorgd moet worden dat vanuit organisaties als de FAO de megalomane gedachte dat de westerse instituties als FAO en IMF samen met de uitgebreide agribusiness in Europa en Amerika, zo snel mogelijk hun weldadige invloed moeten aanwenden om de aarde aan te harken zoals een intensieve akkerbouwer zijn monocultuur-gewassen. De volgende vraag in deze discussie is of u eigenlijk wel op de hoogte bent van het feit dat ook biologische landbouw op grote schaal en intensief kan plaatsvinden, maar dan zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen en met respect voor de natuurlijke rijkdommen van de aarde? Ik zou graag eens van u horen of u met mij van mening dat biologische landbouw niet alleen qua beschermen van de rijkdom en schoonheid van de aarde (geen vervuiling door kunstmest, geen vervuiling door chemische bestrijdingsmiddelen) maar bijvoorbeeld ook qua bijdrage aan het overschakelen op andere dan fossiele bronnen (onder meer benodigd voor kunstmest en brandstof) de noodzakelijke oplossing in zich herbergt voor de wereldvoedsel- en milieuproblematiek? Uw nauwe banden met de Wageningen Universiteit (die ‘wetenschappelijke’ lobbyclub voor het behoud van het ’oude’ in de landbouw) maar ook met de agri business (Rabobank) als met de internationale voedselindustrie (Unilever) doet anders vermoeden, maar ik laat mij verrassen door uw inzichten als meermaals onderscheiden en vele malen in de media verschijnende professor die zich nota bene zegt te specialiseren in ‘sustainable development in an international context’. Ik zou u ten slotte willen adviseren uw mening vermomd als pseudo wetenschap dat biologische landbouw slechter is voor het milieu dan traditionele, op fossiele energie (kunstmest, benodigde brandstof voor transport) en chemische bestrijdingsmiddelen gebaseerde landbouw, uw actieve inzet voor de agribusiness via de FAO, de lobbyclub voor achterhaalde neo koloniale landbouwpolitiek en daarmee uw medeplichtigheid aan neo-kolonialisme in de tweede en derde wereld, publiekelijk te herzien, zodat u en de FAO de wereld laten zien dat u wel degelijk oog heeft voor objectieve, wetenschappelijk te onderbouwen verbetermogelijkheden die de hongerende mens op ecologisch verantwoorde manier uit de vele voedsel-crises in de wereld kan halen. Uitspraken van u als zou biologische landbouw alleen met 4 werelden de wereldbevolking kunnen voeden, zonder enige nuancering in de vorm van de vele aardes die onze ecologische voetafdruk nodig heeft als we – met een groeiende wereldbevolking – doorgaan met de traditionele industriële vorm van landbouw, dergelijke beweringen zijn echt een gotspe voor een zichzelf serieus nemende wetenschapper. Het zou u goed doen dergelijke beweringen publiekelijk in de prullenbak te kiepen. Kortom: de tijd van schooljongenspolitiek ten dienste van de agribusiness belangen van de heersende conservatieve krachten binnen voedselproducerende, verwerkende en verhandelende industrie is echt voorbij.
Met vriendelijke groet,
Co Pionier.
Bron:
http://copionier.wordpress.com/2012/10/10/open-brief-aan-louise-fresco/
Een paradijs zonder appel? Dat is geen paradijs.
Louise Fresco, landbouwhoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, heeft een nieuw boek geschreven: 'Hamburgers in het paradijs'. Het is een pleidooi voor een nuchtere, economische visie op het voeden van de groeiende wereldbevolking, voor nu en in de toekomst. Fresco vindt dat we moeten accepteren dat er soms geen perfecte oplossing is. Daarom vindt ze biologische landbouw een schattige hobby, maar niet een geschikte optie voor de wereld. Ze pleit juist voor grootschalige landbouw en veeteelt en is optimistisch over hun capaciteit om ieder mens in de wereld te kunnen voeden. Dat is fijn, dat optimisme. En met een pragmatische insteek kan ik ook nog wel leven, al vind ik dat Fresco pijnlijke onderwerpen als milieuschade, dierenleed en antibioticaresistentie wel heel gemakkelijk onder het pas gestofzuigde kleedje wegschuift. Maar dan, op pagina 393 van het boek. Fresco erkent daar dat het slecht gaat met de bijen. Ze erkent ook dat chemische gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest en andere chemicaliën een ongunstig effect hebben op bijen. Er is 'wel enige reden tot zorg' zegt ze eufemistisch, maar we moeten niet in paniek raken als de bijen uitsterven. Fresco denkt in haar wijsheid dat andere insecten wel de rol van bestuiver kunnen overnemen en dat het sowieso niet zo erg is omdat veel landbouwgewassen - zoals granen en aardappelen - toch niet afhankelijk zijn van bestuiving. Fresco geeft toe dat een gebrek aan bijen wel de fruitteelt in gevaar brengen. Maar 'Fruit, hoe nuttig en lekker ook, is niet het meest doorslaggevend om de wereld te voeden.' En hier begint mijn innerlijke diëtist woedend te briesen. Hoe durft Fresco een productgroep die al sinds het begin van de mensheid op het menu staat, losjes weg te wuiven? Hoe durft ze die prachtige, kleurige pakketjes aan vitamines, vezels en bioactieve stoffen vaarwel te zeggen? Hoe durft ze te denken dat het weglaten van fruit geen invloed heeft op onze voedingstoestand, op onze gezondheid? Hoe durft ze te denken dat aardappelen en granen en hamburgers wél mogen bestaan in het aards paradijs? Ik weet het, in de bijbel is de appel ook al de slechterik. Maar dit gaat te ver. Een paradijs zonder appel? Dat is geen paradijs.
Bron: Diëtist Karine Hoenderdos in Biojournaal, 17-10-2012
http://www.biojournaal.nl/nieuwsbericht_detail.asp?id=10306
Marc Davidson: 'Fresco heeft geen monopolie op kennis'
Op 6 oktober interviewde de Volkskrant Louise Fresco, één van de zes universiteitshoogleraren van de Universiteit van Amsterdam (toonaangevende hoogleraren met een vrijere rol, red.), naar aanleiding van haar nieuwe boek Hamburgers in het paradijs. In het interview bepleit Fresco mondiale intensivering van landbouw en veeteelt, met name om de toekomstige vraag naar vlees het hoofd te bieden - eerder deed Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen Universiteit, hetzelfde in Trouw. Fresco's pleidooi is legitiem, maar zij presenteert het ten onrechte als zuiver wetenschappelijke visie. Volgens Fresco zijn er geen onoverkomelijke problemen te voorzien in onze voedselvoorziening en is er evenmin reden om toekomstige milieucatastrofes te verwachten. Volgens haar wijzen de feiten op bijna alle terreinen uit dat de aarde niet ten onder gaat, maar dat de situatie juist verbetert. Wie die 'harde gegevens' niet gelooft, redeneert volgens Fresco vanuit schuldgevoel en een gebrek aan kennis. Dat is een opvallende interpretatie van de 'feiten', in het licht van de waarschuwingen van zowel het internationale klimaatpanel IPCC als de Conventie voor Biodiversiteit van de Verenigde Naties. Respect voor de natuur en dierenrechten ziet zij als uiting van een nostalgisch verlangen naar een niet-bestaand paradijselijk verleden, een aflaat en vernieuwde vorm van 'magisch' denken. In haar boek heeft de natuur dan ook weinig andere status dan als gebruiksvoorwerp voor menselijke belangen. Bijensterfte en verlies aan biodiversiteit zijn niet werkelijk problematisch, want geen bedreiging voor onze voedselvoorziening. Er is niets mis met stellingname in het debat. Voor een vruchtbare discussie is het dan wel handig als men aangeeft waar wetenschap stopt en waar de eigen morele waarden en risicoperceptie beginnen. Dat doet Fresco in haar boek te weinig. Bezwaarlijker echter is het wegzetten van hen die er tegenovergestelde waarden en risicopercepties op nahouden. Zij noemt dat 'schaduwdenkers', die zij een 'magisch' wereldbeeld verwijt tegenover haar 'wetenschappelijke' blik. Fresco schrijft: 'Aan mooie praatjes dat er op wetenschappelijke gronden geen schaarste hoeft te zijn, hebben [degenen die onvoldoende voedsel kunnen kopen en verbouwen] weinig. Maar ze hebben nog minder aan schaduwdenkers die de ondergang van de planeet voorspellen.'
Voorspellen is inderdaad moeilijk, vooral als het de toekomst betreft, zoals natuurkundige Niels Bohr al zei. Dat geldt voor Fresco niet minder dan voor haar 'schaduwdenkers'.
Bron: Marc Davidson in de Volkskrant, 19-10-2012
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3334389/2012/…
Marc Davidson is mileu-ethicus en verbonden aan de UvA.
Intensivering van landbouw is gebaseerd op fantoomdraagkracht
Door het gebruik van niet-duurzame landbouwtechnieken (zoals ploegen, pesticide- en kunstmestgebruik) slaagt de mensheid erin om elke minuut 23 hectare woestijn te creëren. Dat is een oppervlakte ter grootte van Italie per jaar. En we verliezen 75 tot 500 miljard ton bodem per jaar door erosie. Die cijfers liegen er niet om: en dat terwijl we elk stukje gezonde bodem hard nodig hebben. Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen Universiteit en Research centrum (WUR), en Louise Fresco, universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, hebben onlangs gezegd dat intensiveren een pure noodzaak is, dat er anders honger zou komen in Nederland. Het tegenovergestelde is echter waar: door in te zetten op intensivering kun je tijdelijk meer voedsel produceren, maar dat is fantoomdraagkracht. Als gevolg daarvan zal de bevolking groter groeien dan de natuurlijke draagkracht van de Aarde aankan. Zodra de basis van die fantoomdraagkracht wegvalt (met name olie- en aardgasproducten zoals brandstoffen en kunstmest), zijn de gevolgen niet te overzien. De natuurlijke draagkracht van de Aarde neemt af door intensivering; hoe sneller we overschakelen, hoe meer mensen er blijvend gevoed kunnen worden.
Bron:
http://www.omslag.nl/20120925a.html
Louise Fresco heeft nieuwe problemen gecreëerd
Professor Louise Fresco, hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de UvA, heeft met haar recente oraties en nieuwe boek ‘Hamburgers in het paradijs’ de gevestigde orde nog eens een hart onder de riem gestoken. Zij verdedigt de intensieve veehouderij en schrijft dat we desnoods wel zonder bijen kunnen en ook wel zonder fruit. Mevrouw Fresco staat hoog aangeschreven maar zet met haar recente uitlatingen mensen op het verkeerde been. Vanuit verschillende richtingen, zoals vanuit de milieubeweging, ontwikkelingssamenwerking, gezondheidsinstellingen en de biologische sectoren krijgt zij tegenwoordig veel kritiek. Ook van mij. Een van de stellingen van mevrouw Fresco is, dat biologische landbouw de wereld niet kan voeden. Hoe kan zij dat beweren als heel veel landbouwgrond in de afgelopen decennia door oneigenlijk gebruik volgens conventionele productiemethoden - te zware machines, eenzijdige bemesting met kunstmest, etc. - is geërodeerd en alleen met hoge inputkosten (kunstmest, chemie, beregening, etc.) productief kan worden gehouden? Zelf heb ik zeven jaar in de Afrikaanse landbouw gewerkt en ik ben het eens met de stelling dat biologische landbouw negen miljard mensen in de wereld kan voeden. Want met biologische landbouw wordt de bodem weer levend en gezond en krijgt ook de biodiversiteit meer kans. Daarmee wil ik niet beweren, dat andere vormen van duurzame landbouw of integratie daarvan niet goed zouden kunnen zijn. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Maar de theorie die mevrouw Fresco de laatste tijd verkondigt en waaruit zij kennelijk haar optimisme put, klopt in meerdere opzichten gewoon niet. Daarmee heeft zij als hooggeplaatste wetenschapper nieuwe problemen gecreëerd, zoals de berusting en het behoud van de huidige krachtsverhoudingen, het miskennen van de belangen van 'kleine' boeren in zuidelijke landen en de miskenning van het belang van de biodiversiteit. Kleinschalige landbouw ligt in zuidelijke landen veel meer voor de hand. Dat zal ook niet zo maar een-twee-drie veranderen. Al was het alleen al omdat financiering in de landbouw daar vaak heel moeilijk is. En als die al mogelijk is, dan met rente van soms meer dan 20%. Nou, dat brengt ook geen boer bij ons op. Bij ons kennen we kleinschalige land- en tuinbouw tegenwoordig ook wel in de vorm van stadslandbouw, met daktuinbouw bijvoorbeeld. De groeiende belangstelling hiervoor in de hele wereld zou misschien benut kunnen worden als opmaat voor het bevorderen van meer kleinschalige landbouw. Door er voor te zorgen dat land- en tuinbouw voor meer mensen een aantrekkelijke way-of-life wordt, kan daarmee misschien ook aan de steeds verdere vervreemding van de voedselproductie enigszins een halt worden toegeroepen, en aan de kaalslag van de biodiversiteit, het schaarser wordende schoon zoet water, de uitputting van fosfaat en andere grondstoffen.
Bron: Bertus Buizer in Duurzaam Nieuws, 21-10-2012
http://www.duurzaamnieuws.nl/bericht.rxml?id=90578
Louise Fresco roept vragen op over haar geloofwaardigheid
Smaakweken, schooltuinen, Slow Food, de populariteit van moestuinieren. Fresco doet dat allemaal af als voortkomend uit misplaatste romantiek. Maar een boer die geen chemische gewasbeschermingsmiddelen koopt, is daarmee minder afhankelijk van de industrie en meer baas over eigen erf. Feitelijk zijn het stapjes waardoor boeren en consumenten zélf weer meer te zeggen krijgen in de voedselproductie. Ten koste van de macht van wetenschap, agro-chemische en verwerkende industrie, supermarkten en banken. Fresco is als commissaris bij de Rabobank en bestuurder bij Unilever een representant van die macht. De Rabobank heeft bijvoorbeeld flinke financiële belangen bij de sojateelt in Brazilië en het voorbestaan van de intensieve veehouderij. Dat hoeft natuurlijk niet de verklaring te zijn voor Fresco's strijd tegen de biologische landbouw. Maar het roept wel vragen op over haar geloofwaardigheid.
Bron:
Michiel Bussink, 19-10-2012
http://www.ekonoomdirect.nl/nieuwsitem.asp?page=&id=6592830
Broodje aap verhalen over de biologische landbouw
Oud CDA Kamerlid Henk Jan Ormel werkt sinds kort voor de FAO. Hij blies onlangs op BNR radio zijn deuntje mee in het koor van de intensieve landbouwadepten. Het is stuitend om juist hem te horen zeggen dat biologisch vlees minder gezond is dan gangbaar vlees, omdat de dieren buiten lopen. Als dierenarts was hij ooit medeverantwoordelijk voor het hoge antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij en de daaruit voorkomende problematiek met de antibioticaresistentie. Dankzij uitloop, goed voer en gebruik van robuuste rassen hebben de biologische dieren een goede natuurlijke weerstand en kunnen antibiotica tot een minimum beperkt worden. Maar er zijn redenen waarom zijn verhaal niet klopt:
1. Het wereldvoedselvraagstuk is geen landbouwkundig probleem maar een verdelingsvraagstuk; er is nu al genoeg voedsel om de hele wereldbevolking te voeden. Als we werkelijk de intentie hadden om het wereld voedselvraagstuk op te lossen dan hadden we dat al kunnen doen. Eigenlijk is het dus niet zo ethisch om de dreiging van lege buikjes te gebruiken als lobby voor een intensievere landbouw die de consument hier bovendien helemaal niet wil.
2. De opbrengsten van de landbouw zijn in onze geindustrialiseerde landbouw hoger dan van biologische landbouw, dankzij kunstmest en bestrijdingsmiddelen. In minder ontwikkelde gebieden waar daarvoor geen geld is, zijn de opbrengsten van biologische landbouw juist hoger, omdat gewassen meer weerstand houden en de bodemvruchtbaarheid en het waterbergend vermogen van de grond beter worden en blijven. Biologische landbouw voorkomt zo dat volkeren op zoek moeten naar voedzamere streken, met allerlei conflicten als gevolg. Misschien moet Ormel zich nog inwerken: de FAO kwam een paar jaar geleden in een groot onderzoeksrapport tot conclusie dat alleen de agro-ecologische landbouw voor voedselzekerheid op lange termijn kan zorgdragen.
3. Van fosfaat, belangrijke grondstof bij kunstmest, is volgens deskundigen de vraag in 2035 groter dan het aanbod. Gangbare landbouw is dus sowieso geen duurzame oplossing, temeer daar door de groeiende vraag naar vlees in de BRIC landen de prijs van kunstmest fors zal stijgen.
4. Een betere oplossing is - naast biologische landbouw in combinatie met goede voorlichting wereldwijd stimuleren - misschien maar eens toegeven aan de gedachte dat het niet zo zinnig is om ons voedingspatroon als norm voor toekomstige generaties te beschouwen. Wij gooien 30% van ons voedsel weg en eten ons ziek aan suikers, koolhydraten en slechte vetten, wat een van de belangrijkste redenen is voor de onbetaalbaar wordende gezondheidszorg. Niet echt iets hoogwaardigs om te 'exporteren' naar andere delen van de wereld en toekomstige generaties... Maar natuurlijk wel aantrekkelijk voor de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceuten die slapend rijk worden van cholesterolverlagers, maagzuurremmers en bloeddrukverlagers.
Bron: Bionext en Nieuwsbank, 18-10-2012
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2012/10/18/T415.htm
Herman Wijffels: 'We zitten op een ramkoers'
Er is geen andere toekomst dan een duurzame toekomst, is een veelgehoorde stelling van Herman Wijffels. ‘Het is tijd voor een andere leefstijl en voor een ingrijpend andere manier van zaken met elkaar doen,’ benadrukt hij. Door de huidige manier van consumeren, produceren en handel drijven zit onze wereld met zijn 6,5 miljard mensen volgens Wijffels ‘op alle fronten’ op een doodlopend spoor. ‘We lopen tegen de grenzen aan van wat de wereld kan hebben. We zitten op een ramkoers. Absoluut. Over de natuur kun je niet de baas spelen’. Hij signaleert dat er helaas nog veel mensen zijn, waaronder talloze politici, die in de veronderstelling leven dat de aarde met zijn natuurlijke rijkdommen een ‘bron zonder limiet’ is. ‘De crisis van nu is ook het resultaat van een economisch model, waarbij men denkt eindeloos te kunnen groeien. Waar we nu in snel tempo tegenaan lopen is dat het zo niet verder kan.
Bron:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/herman-wijffels-we-lopen-tegen-d…-
Bas Eickhout: 'Louise Fresco vertroebelt het debat'
Het lijkt erop dat Nederland snakt naar heldere duiding in het lopende voedseldebat. En zie daar hoogleraar Louise Fresco ten tonele verschijnen met haar indrukwekkende CV en eloquente manier van spreken. En ze deelt de wereld ook nog eens helder in: je hebt aan de ene kant de wetenschap die veel vertrouwen uitspreekt in technologie, gesteund door de Wageningen Universiteit, en aan de andere kant de zogenaamde schaduwdenkers die alleen maar in doemdenken kunnen volstaan. Natuurlijk heeft Fresco gelijk dat de technologie ons veel vooruitgang heeft gebracht. Fritz Haber en Carl Bosch wisten stikstof uit de lucht te binden om zo kunstmest mogelijk te maken. Een nieuw tijdperk met grotere voedselproductie brak aan. De immense ontwikkeling in techniek in de landbouw heeft ervoor gezorgd dat met veel minder handenarbeid ongelooflijk meer kan worden geproduceerd. Maar ontslaat dit ons van de plicht om kritisch naar de toekomst te kijken? Allerminst! Diezelfde technologische ontwikkeling heeft veel verspilling in de hand gewerkt. Zie alleen al hoeveel nutriënten nu ongebruikt in ons water eindigen en daar desastreus voor ecosystemen uitpakken. Het zijn juist wetenschappers die spreken over dead zones bij uitmondingen van veel rivieren in de Verenigde Staten, Europa en China. En dat terwijl er op veel andere plekken juist een chronisch tekort is aan nutriënten. Om nog maar te zwijgen over de eindigheid van fosfor, een belangrijke grondstof van kunstmest. Daar waarschuwen wetenschappers ons nu al voor, aangezien we fosfor niet uit de lucht kunnen halen. Het kan Fresco onmogelijk tevreden stellen dat we nu maar twintig procent van het fosfor in omloop weten te gebruiken en de rest verloren gaat bij gebruik. Natuurlijk is daar technologisch wat aan te doen, maar dan zullen we ons systeem wel kritisch tegen het licht moeten houden. Gelukkig zijn er de doemdenkers die ons wel aan het denken zetten. Fresco lijkt ook het verlies van biodiversiteit te bagatelliseren.Het is daarom dat veel wetenschappers voor veel meer evenwicht tussen ecosystemen en landbouw pleiten. Kost dat meer ruimte? Ja, waarschijnlijk wel als je simpel meet in huidige hectares. Maar over een periode van tientallen jaren vooruit is het juist verstandig om bodems niet tot de laatste vierkante centimeter volledig te benutten. Door alleen maar op technologisering in te zetten, plaatst Fresco zich in één wetenschappelijk kamp, maar ontkent dat er ook andere (wetenschappelijke) opvattingen zijn. Het zou wetenschappelijk zuiver zijn als Fresco die andere kampen niet wegzet als dromers, doemdenkers of misplaatste romantici. Sowieso lijkt Fresco weinig op te hebben met de waarde van natuur an sich. Dierenwelzijn is niet aan haar besteed. Dat een loslopende kip meer energie gebruikt (en dus meer voedsel nodig heeft dan een plofkip) is inderdaad een abc-tje. En ja, een plofkip is helemaal vertechnologiseerd om zo snel mogelijk te groeien – en dus minder energie te ‘verspillen’, wat we bij mensen leven noemen – en dus minder lang te leven voordat het kan worden geslacht. Handig als de kip voor je een gebruiksvoorwerp is, maar vanuit het welzijn van een dier toch minder charmant. De opkomende economieën China, India en Brazilië zitten nu midden in de fase van de doorbraak van de middenklasse, wat een ongekende druk op onze ecosystemen zet. Die landen samen herbergen miljarden inwoners, in een wereld waar al een miljard zeer rijke Westerlingen woont en nog vele miljarden in armoede (met name Afrika staat hier aan de verliezende kant). Het gevolg? Het opkopen van grond in de armste regio's in de wereld door de opkomende economieën om zo de grondstoffen veilig te stellen: land grabbing. Daar hebben wij Westerlingen weinig last van, maar of dit nu een ontwikkeling ten faveure van Afrika is is de grote vraag. Fresco zal wijzen op de verbetering van landbouwproductie in Afrika door deze ontwikkeling, maar of alle Afrikanen hiervan (gaan) profiteren durf ik te betwijfelen. Voor mij is het ook duidelijk dat de onevenwichtige machtsstructuren tussen supermarktketens en individuele boeren moet worden aangepakt en dat onze natuur en dieren juist meer moeten worden beschermd voor de toekomst van ons eten. Graag baseer ik me hier op wetenschap. Maar het blijven politieke keuzes. Het is goed dat mensen als Louise Fresco die keuzes blijven expliciteren. Maar als wetenschapper moet ze wegblijven van het wegzetten van mensen die niet haar keuzes maken. Anders moet ze ook de politiek ingaan. Nu nog zoeken naar de politieke partij die haar keuzes graag wil uitdragen.
Bron: Bas Eickhout in Baas op eigen bord, 31 oktober 2012
http://www.baasopeigenbord.nl/rotsvast-geloof-van-louise-fresco-voedsel…
Het onbegrijpelijke manco van Louise Fresco
In diverse media duikt de laatste tijd Louise Fresco op. Ze werkte geruime tijd bij de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties in Rome. Voor die tijd was ze nog enthousiast over regionale productie en slow food. Terug in Nederland blijkt ze echter ongegeneerd promotor te zijn geworden van de grootschalige intensieve landbouw, met weinig oog voor de problematische en schadelijke kanten ervan. Bijvoorbeeld de grote afhankelijkheid van de schaarser wordende olie en de chemie-effecten op bodem, water en gezondheid. Ze maakt het nog bonter door nu zelfs denigrerende en pertinente onwaarheden over de biologische landbouw te debiteren. Het meest schandalig is haar poging de biologische sector af te doen als een nostalgische stap terug, omdat er 6 keer zoveel landbouwgrond voor nodig zou zijn… Hoe komt ze erbij?! Zegt ze dit nu tegen beter weten in, of weet ze er echt niets van? Hoe heeft ze dit manco in haar kennis opgelopen, of is het bewust selectief winkelen? Hier een drietal opties die het onbegrijpelijke manco van Fresco wellicht kunnen verklaren.
Optie 1. Is het wellicht een vergissing van de spreekwoordelijke verstrooide professor? Want er bestaat een andere vergelijking waarbij de factor 6 een belangrijke rol speelt. Er is namelijk gemiddeld 6 keer zoveel plantaardig eiwit nodig om één kilo dierlijk eiwit te produceren. Dat is een gigantisch verlies van voedsel en vergt veel landbouwgrond (en tropisch oerwoud) om het veevoer te telen. Bovendien eten we ongezond veel dierlijke eiwitten. Dat we daarom de consumptie van vlees en zuivel in Europa ruwweg zouden kunnen halveren, daar horen we Fresco niet over. Onbegrijpelijk, want daarmee komt veel ruimte vrij voor voedselproductie. Ongeveer 75% van alle landbouwgrond op Aarde wordt nu gebruikt voor dierlijke producten. Als we dat tot 55 à 60% terugbrengen kunnen er veel meer extra mensen gevoed worden dan door welke andere benadering dan ook.
Optie 2. Heeft ze misschien geen tijd meer om de informatie over de gestage groei van de duurzame voedselbeweging bij te houden? Als je ziet hoeveel functies ze vervult, lijkt dat zeer plausibel : commissaris bij de Rabobank, ‘non-executive directeur’ van Unilever, lid van het dagelijks bestuur en kroonlid van de SER, hoogleraar aan de Universiteiten van Amsterdam en Wageningen, en bovendien nog een tiental lidmaatschappen van bijvoorbeeld PEN Nederland, het bestuur van de Erasmusprijs en de adviesraad van de Word Food Price. Door dat drukke leven kan het haar natuurlijk ook ontgaan zijn dat er de laatste 10 jaar diverse rapporten zijn verschenen over verschillende werelddelen, waaruit blijkt dat de biologische/ecologische landbouw daar groeit als kool, vooral omdat de methode tot grotere en zelfs dubbele opbrengsten leidt. Bovendien bespaart men op de aanschaf van externe inputs (kunstmest en bestrijdingsmiddelen) en loopt men geen gezondheidsschade meer op door gifgebruik. Dus drie grote voordelen! Zelf ben ik er in 1993 getuige van geweest in Kenia. Wereldwijd is er dus helemaal geen sprake van dat er meer grond nodig is. Alleen in Europa en de VS is dat het geval, omdat ‘gangbaar’ zo schadelijk intensief werkt. In tijden van droogte blijken in de VS de opbrengsten van ‘gangbare’ bedrijven in droge jaren zelfs een stuk lager dan van biologische bedrijven, omdat daar de bodem veel meer organisch materiaal bevat en daardoor meer droogtebestendig is . Over het geheel genomen blijkt de mondiale voetafdruk van biologische producten, vooral door minder fossiel energiegebruik, 20 – 30% kleiner dan van ‘gangbare’ producten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in 2010 het belangrijke VN-rapport over Agro-ecology verscheen, van de ‘Special Rapporteur on the right to food’ prof. Olivier De Schutter, met een duidelijke aanbeveling om in deze tijden van klimaatverandering en peak oil vooral steun te geven aan diverse vormen van Agro-ecology. Daarmee kom ik op de derde optie.
Optie 3. Louise Fresco heeft wellicht – samen met onder anderen de Wageningse universiteitsbestuurder Aalt Dijkhuizen – gekozen voor de aanval, omdat het spreekwoordelijk de beste verdediging zou zijn… Hun actie kan worden gezien als een wanhoopspoging om de opmerkelijke groei van de agro-ecologische, biologische, permacultuur- en slow food-beweging in te dammen. ‘We zijn aan de winnende hand; ze zijn in paniek’ was de spontane reactie van Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren, naar aanleiding van de recente uitspraken van Dijkhuizen over intensieve landbouw. Zo is er een levendig debat ontbrand, in Wageningen en het hele land, over de toekomst van de voedselvoorziening. Er bestaat nog een ander mooi spreekwoord: wie wind zaait, zal storm oogsten. Fresco en Dijkhuizen hebben duidelijk voor een gure wind gezorgd, en het gaat erop lijken dat ze een duurzame storm zullen oogsten. Want vele groepen en organisaties zijn verontwaardigd in actie gekomen en zullen met extra energie aan duurzame en gezonde voeding werken.
Oneerlijke concurrentie. Hoe komt het toch dat de biologische sector in Nederland relatief klein is gebleven? Dat komt vooral door de doelbewust gehandhaafde oneerlijke concurrentie van de ‘gangbare’ landbouw, want ondanks diverse rapporten hoefde de vervuiler in de landbouw niet te gaan betalen. In tegendeel; er gingen juist vele miljarden subsidies naar toe. In dit verband wil ik graag wijzen op een rapport van het Bureau Berenschot uit 1989. Daarin werd duidelijk aangegeven dat biologische producten, op een echt vrije markt, dus met eerlijke concurrentie, het qua prijs zouden winnen van ‘gangbare’ producten… In dat licht bezien is het een wonder dat de biologische sector toch is blijven groeien, tegen de verdrukking in.
Bron: Jan Juffermans in Duurzaam Nieuws
http://www.duurzaamnieuws.nl/bericht.rxml?id=91500
Michiel Korthals: Mag de burger-consument nog kiezen?
Recentelijk hebben bepaalde insiders van de landbouw een pleidooi gehouden voor intensivering van de landbouw, met in achtneming van duurzaamheid, maar met een stevig gebruik van landbouw huisdieren als kip, koe, en varken. De plofkip, 38 dagen oud, 15% kan niet het voortijdig uitgegroeide vleeslichaam dragen en heeft gebroken poten, en de aangebonden varkens moeten de consumenten accepteren, want de duurzaamheid wil het. We sparen zo land uit, dat we kunnen gebruiken voor verwilderde natuur (en C02 opvang). Zowel de voorzitter van Wageningen Universiteit en Research Centre, als Louise Fresco hameren op de noodzaak van wetenschappelijke intensivering, grotere opbrengst per hectare, zonder rekening te houden met dierenwelzijn. Dijkhuizen heeft actiegroepen als Varkens in Nood en supermarktketen Deen van zware kritiek voorzien, omdat ze diervriendelijk vlees propageren en duurzaamheid niet het volle pond geven. Interessant is dat geen van deze auteurs enige nuance en voorzichtigheid in acht nemen. Ze stellen de consument voor één keuze: je bent of voor wetenschappelijke intensivering, of tegen; in het eerste geval volg je braaf de wetenschap, in het tweede geval ben je romanticus of stedeling (voor Fresco ongeveer het zelfde). Andere landbouw systemen zijn er niet; wanneer mensen daarmee aankomen is dat romantiek. Er is nog een opvallend punt in de redenering van genoemde mensen. Hoewel ze duidelijk hun normatieve voorkeuren verbonden met een bepaald landbouwsysteem uitspreken, wordt de consument-burger hierbij geen enkele keuzevrijheid gegeven. Waarom mogen consumenten niet zelf beslissen of ze bij voedselproductie in bepaalde gevallen meer prioriteit aan dierenwelzijn willen geven dan aan duurzaamheid (of omgekeerd)? Veel consumenten menen dat dierenwelzijn een bepaalde prioriteit heeft, en de voorkeur verdient ten opzichte van de vaak wensdroomachtige voorstellen van duurzaamheid van de intensieve landbouw. Dierenwelzijn is vaak makkelijker vast te stellen door leken dan duurzaamheid. Maar de consument-burger, net als de boer overigens, staat bij deze voorstanders van intensivering volledig buiten spel. Ook zou het kunnen dat consumenten de voorkeur hebben voor fair trade of voor goede bestaansvoorwaarden voor kleine boeren, en soms duurzaamheid of dierenwelzijn iets minder prioriteit willen geven. Deze ethische afwegingen zijn alleszins legitiem, en het is een raadsel waarom genoemde auteurs zo dwingend hun mening willen doordrukken. Consumenten die meer aandacht willen voor bijen, dierenwelzijn, of minder vlees, maken geen denkfout, zoals Fresco zou zeggen, maar hebben een andere waarden oriëntatie, een waarde oriëntatie die in beginsel even respectabel is als die van Fresco en anderen. De discussie over de toekomst van de landbouw gaat niet over de 'waardenvrije' feiten, en ook niet puur over de normen, maar over de verwevenheid van feiten en normen, en daarom kan niemand zich achter 'waardenvrije' feiten verschuilen. De discussie dient over de volle breedte van feiten, waarden en verantwoordelijkheden te worden gevoerd. Eén unieke oplossing voor de toekomst van de landbouw, hetzij intensivering te koste van dieren, hetzij een ander type intensivering, past daarin niet.
Bron:
Michiel Korthals, Hoogleraar Toegepaste Filosofie, Wageningen Universiteit en auteur van Voor het eten
http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/16866_mag_de_burger_consument…
Wanhoopspoging om groei biologische sector in te dammen
De laatste tijd zie en hoor ik Louise Fresco en Aalt Dijkhuizen, twee hoogleraren die ik hoog heb zitten, hun ’eigen’ verhaal vertellen over de toekomst van de voedselvoorziening in de wereld. Professor Fresco werkte geruime tijd bij de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de VN, is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en heeft ook Unilever als broodheer. Hoewel ik me haar als supporter van regionale productie en slow food herinner, blijkt ze vandaag nu een ongegeneerd promotor te zijn van de grootschalige intensieve landbouw, met weinig oog voor de problematische en schadelijke kanten ervan. Aan haar zijde vindt zij momenteel de baas van de Wageningen Universiteit en Research, Aalt Dijkhuizen. Volgens de voorvechters van producten uit de meer duurzame wereld slaan de professoren de plank volledig mis. De duurzame circulaire voedselproductie en daarbij behorende nieuwe economische modellen wuiven beiden als naïef weg. Ze zijn denigrerend en spreken volgens andere deskundigen pertinente onwaarheden over de biologische landbouw. Ze doen de biologische sector af als een nostalgische stap terug, omdat er zes keer zoveel landbouwgrond voor nodig zou zijn, wat niet strookt met de huidige praktijk. Hun actie wordt door velen gezien als een wanhoopspoging om de opmerkelijke groei van de agro-ecologische, biologische, duurzame tuinbouwsector en de transparantie over voedsel en de gezondheidseffecten ervan in te dammen.
Bron: Ruud Koornstra in de Telegraaf, 26-11-2012
http://www.telegraaf.nl/mijnbedrijf/columnisten/ruudkoornstra/21110297/…
Een waarschuwing op de verpakking van biologische producten
Als het aan hoogleraar duurzaamheid Louise Fresco ligt wordt op verpakkingen met biologische producten voortaan een waarschuwing geplaatst zoals dat nu al bij pakjes sigaretten het geval is. Dat meldt het Nederlands Dagblad vrijdag. Fresco verkondigde haar boodschap donderdag op een door de Rabobank georganiseerde bijeenkomst voor boeren uit heel de wereld. Daar zei ze dat biologische landbouw helemaal niet zo goed is als het lijkt. ‘Als je met biologische landbouw het wereldvoedselprobleem wilt oplossen heb je zes keer zoveel landbouwgrond nodig als nu.’ De hoogleraar vindt daarom dat op de verpakking van biologische producten vermeld zou moeten worden dat het ‘slecht voor je gezondheid’ is. Volgens Fresco geldt dat hoe efficiënter de landbouw produceert, hoe meer het milieu wordt gespaard. Met name bij de beter opgeleide middenklasse zouden vreemde gedachten bestaan over voedsel. Hoe intensiever de productiewijze, hoe schadelijker het zou zijn. Bovendien zou deze groep nostalgische gedachten koesteren over kleinschaligheid, terwijl dat niet klopt.
Bron: Foliaweb, 15-06-2012
http://www.foliaweb.nl/landelijk/waarschuwing-op-verpakking-biologische…
Louise Fresco zegt sorry tegen de biologische consument
In haar boek Hamburgers in het paradijs heeft Louise Fresco zich negatief uitgelaten over de waarde van biologisch voor een wereldvoedselvoorziening die de toekomst van voldoende eten kan voorzien. Dat deed ze zo scherp, dat ze er veel kritiek mee oogstte. In een interview met Michiel Bussink zegt ze sorry. Bussink vraagt Fresco: "In uw boek spreekt u met enig dédain over de biologisch consument. De recensent van NRC-Handelsblad noemt het ‘biobashing’." Ze antwoordt:
Als dat zo overkomt, dan spijt me dat. Wat ik bedoel is, dat ik Amsterdammers tegenkom voor wie biologisch een life-style-dingetje is: ze kopen een goed gevoel. Dat geldt trouwens niet voor de Milieudefensie-achterban: die weten wel het verschil tussen biologisch en gangbaar. Biologisch heeft ook goede kanten, net als verwante stromingen als Slow Food: zoals de aandacht voor bestrijdingsmiddelen, voor het centraal stellen van de hele voedselketen, voor het op de maatschappelijke agenda zetten van het thema voedsel. Ik ben kritisch, ook over biologisch, dat is mijn taak. Maar ik wil niet dat we in een patstelling terechtkomen.
Het interview verscheen in Down to Earth Magazine, een orgaan van Milieudefensie, en is daar in zijn geheel te lezen.
Bron: Food Log, 18-12-2012
http://www.foodlog.nl/artikel/louise-fresco-zegt-sorry-tegen-bio/allcom…
Drie verklaringen voor het manco in het denken van Louise Fresco
Het jaar 2012 was het jaar van Louise Fresco. Als voormalig topambtenaar bij de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, was ze ooit enthousiast pleitbezorger van regionale productie en slow food. Terug in Nederland blijkt ze echter ongegeneerd promotor te zijn geworden van de grootschalige intensieve landbouw. Zo is haar bestseller 'Hamburgers in het paradijs' namelijk op te vatten. Fresco, hoogleraar aan de universiteiten van Amsterdam en Wageningen, kreeg opvallend veel bijval. Helaas heeft ze weinig oog voor de problematische en schadelijke kanten van grootschalige landbouw. Bijvoorbeeld de grote afhankelijkheid van de schaarser wordende olie, en de chemische effecten op bodem, water en gezondheid. Nog bonter maakt Fresco het door denigrerende en pertinente onwaarheden over de biologische landbouw te debiteren. Maar het schandaligst is haar poging de biologische sector af te doen als een nostalgische stap terug, omdat er 'zes keer zoveel landbouwgrond' voor nodig zou zijn. Hier een drietal opties die het onbegrijpelijke manco in het denken van de invloedrijke hoogleraar wellicht kunnen verklaren.
Optie 1. De professor is verstrooid. Dat vanwege milieu en gezondheid de consumptie van vlees en zuivel in Europa ruwweg zou moeten halveren, daarover horen we Fresco zelden. Onbegrijpelijk. Ongeveer 75 procent van alle landbouwgrond op aarde wordt nu gebruikt voor dierlijke producten. Als we dat tot 55 à 60 procent kunnen terugbrengen, kunnen er meer mensen gevoed worden dan door welke andere benadering dan ook. Dan is er geen genetische modificatie nodig. En hoeven bedrijven geen octrooien op planten en dieren te veroveren met het valse argument 'de honger in de wereld'.
Optie 2. Fresco is te druk, door de combinatie van functies: commissaris bij de Rabobank, 'non-executive directeur' van Unilever, lid van het dagelijks bestuur en kroonlid van de SER, lid van de adviesraad van de World Food Price. Daardoor kan het haar ontgaan zijn dat er de laatste tien jaar diverse internationale rapporten zijn verschenen waaruit blijkt dat de biologische/ecologische landbouw groeit als kool, vooral omdat de methode tot grotere en zelfs dubbele opbrengsten leidt. Wereldwijd is er dus helemaal niet meer grond nodig voor biologische landbouw. Alleen in Europa en de VS is dat het geval, maar die 'gangbare' landbouw kan alleen worden bedreven door het milieu ernstig te schaden. In tijden van droogte liggen in de VS de opbrengsten van gangbare bedrijven een stuk lager dan van biologische, omdat daar de bodem meer organisch materiaal bevat en droogtebestendiger is. Over het geheel is de mondiale voetafdruk van biologische producten, vooral door minder fossiel energiegebruik, gemiddeld 20 à 30 procent kleiner dan van 'gangbare' producten.
Optie 3. Louise Fresco heeft - samen met de Wageningse universiteitsbestuurder Aalt Dijkhuizen - gekozen voor de aanval als beste verdediging van de grootschalige landbouw, als wanhoopspoging. Tot nu toe was de biologische sector in Nederland relatief klein, mede door de oneerlijke concurrentie van de vervuilende 'gangbare' landbouw, met haar miljardensubsidie. Op een echt vrije markt, zonder afwenteling van kosten, zouden biologische producten het qua prijs winnen van 'gangbare' producten. In dat licht is het nog een wonder dat de biologische sector blijft groeien, tegen de verdrukking in.
Bron: Jan Juffermans in Dagblad Trouw, 05-01-2013
http://www.trouw.nl/tr/nl/4504/Economie/article/detail/3372728/2013/01/…
Jan Juffermans is medeoprichter van De Kleine Aarde en actief voor de werkgroep Ecologische Voetafdruk Nederland
Lobby tegen biologische landbouw
De afgelopen maanden zorgden drie kopstukken uit de Nederlandse en internationale agriwereld voor opschudding. Biologisch zou slecht zijn voor duurzaamheid. Jan-Willem Erisman, directeur en bestuurder van het Louis Bolk Instituut, is van mening dat WUR-bestuursvoorzitter Aalt Dijkhuizen, en de hoogleraren Louise Fresco (UvA) en Rudy Rabbinge (WUR) polariserend optreden en de weg naar modern ecologisch vakmanschap blokkeren. Hij wil juist samen verder.
De verkoop van biologische producten groeit, ondanks de economische crisis die steeds meer mensen raakt. Uit onderzoek blijkt dat mensen steeds vaker kiezen voor biologische producten omdat die gezond en diervriendelijk geproduceerd zijn, zonder chemische bestrijdingsmiddelen en zonder antibiotica. Het oordeel van deze groeiende groep consumenten is dat biologische producten natuurlijk duurzaam en gezond zijn.
Het lijkt er echter op dat er een lobby opstaat van prominente Nederlanders tegen biologische landbouw. Eerst komt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van Wageningen UR, bij de opening van het academisch jaar met “de noodzaak van intensieve landbouw voor de bestrijding van honger”. Louise Fresco zet in haar boek ‘Hamburgers in het paradijs’ de biologische landbouw weg als ‘romantisch’ en ‘kleinschalig’ en breekt een lans voor technocratische landbouw. Rudy Rabbinge doet er nog een schepje bovenop. In een recent radio-interview oordeelt hij dat biologische productiemethode “immoreel is als je mensen in arme landen aanpraat dat biologische landbouw de weg is naar voedselzekerheid”. Afgelopen weekend schrijft Dijkhuizen in een column nog maar eens dat ‘de keus aan de consument is’ en vervolgt met een eenzijdig promotieverhaal voor de duurzaamheid van de intensieve landbouw in Nederland. De Telegraaf kopte 12 januari: ‘Bio schaadt milieu’. Hier wordt aan eenzijdige beeldvorming bij consumenten gedaan, die tot polarisatie leidt.
De biologische landbouw is ontstaan in de vorige eeuw. De aanleiding was dat we toen beseften dat bodems, planten en dieren letterlijk uitgeput raakten door het opjagen van het groeiproces. Inderdaad, opbrengsten in de landbouw zijn door grote inzet van kunstmest en bestrijdingsmiddelen alsmaar gestegen. Maar we betaalden een hoge prijs: uitputting van de natuurlijke productiemiddelen. De neveneffecten waren aanzienlijk: verspreiding van en blootstelling aan toxische bestrijdingsmiddelen en antibiotica, een afname van biodiversiteit, forse achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en ecosysteemdiensten zoals schoon grond- en oppervlaktewater. De gangbare landbouw reageerde hierop door inzet van nog meer technologische maatregelen. We zien in de gezondheidszorg vergelijkbare ontwikkelingen: medicijnen die bijwerkingen van medicijnen moeten onderdrukken.
Na 50 jaar krijgen we de rekening van de intensieve landbouw gepresenteerd: op sommige plaatsen is de grond zodanig uitgeput dat de meeropbrengsten dalen –ondanks input van kunstmest –en de gevoeligheid voor weersextremen sterk is toegenomen. Bepaalde functies kunnen niet meer geleverd worden, zoals doorwortelbaarheid en waterbergend vermogen. Een heilloze remedie voor improductieve bodems is bodemkering, waarbij een halve meter grond omgegooid en gemengd wordt Zo’n bodem kan dan weer op dezelfde manier gebruikt (lees: misbruikt) worden. Wereldwijd gaat veel landbouwgrond verloren door gangbare landbouwpraktijken, gericht op korte termijn opbrengst.
In diezelfde 50 jaar hebben biologische bedrijven juist gewerkt aan het verhogen van de organische stofgehaltes en daarmee de levensduur van bodems verlengd. Biologisch beheerde bodems blijven dus de ecosysteemdiensten leveren die we hard nodig hebben. Het gaat niet om kleinschalige, romantische boeren, maar om professionele, gecertificeerde bedrijven die technologie en de natuur als kennisbron inzetten om hoog productief te werken.
De belangrijkste uitdaging is de groeiende wereldbevolking duurzaam te voeden. Biologische landbouw wordt een ‘immorele, verwerpelijke methode’ genoemd . De opbrengsten zijn inderdaad minder, gemiddeld zo’n 20-30% lager dan in de Nederlandse intensieve landbouw. Als we echter wereldwijd dergelijke opbrengsten zouden halen, dan produceren we meer dan voldoende voor de groeiende wereldbevolking. Laten we vooral niet vergeten dat op wereldschaal bijna 50% van het voedsel wordt weggegooid en dat er vanuit gezondheidszorg en -kosten alle reden is om onze vleesconsumptie terug te dringen. Bij biologische landbouw zijn kunstgrepen zoals bodemkering niet nodig. Het voedsel is vrij van residuen van chemische bestrijdingsmiddelen en het vlees bevat geen antibioticaresten en veel minder antibioticaresistente bacteriën.
Bij ‘bio’ hoef je geen energie- en grondstofintensieve kunstmest te gebruiken. De biodiversiteit is groot en levert een belangrijke bijdrage aan de ecologische landbouwprocessen. Tel daarbij het waterbergend vermogen en de grotere weerbaarheid bij klimaatveranderingen. En besef dat dit systeem op de lange termijn duurzaam exploiteerbaar is en de innovator is voor een ecologisch duurzame voedselvoorziening. Met deze feiten krijg je een evenwichtig beeld en concludeer je als consument dat biologische producten natuurlijk duurzaam en gezond zijn!
De huidige generatie gangbare boeren is opgevoed in een technocratische wereld, waarbij de bodem, het dier en het gewas verworden zijn tot ‘industriële productiemiddelen’. Het vakmanschap als agrariër is verloren gegaan. Natuurlijk moeten we niet op diezelfde manier boeren als vroeger, maar met moderne ecologische kennis en technische innovatie aan de slag. De biologische landbouw in Nederland doet dit en kan, samen met kennis uit de gangbare landbouw, nog verder verduurzamen.
Dijkhuizen, Rabbinge, Fresco en anderen: laat je verrassen en inspireren en bezoek de ecologisch-intensieve biologische landbouwbedrijven in Nederland. Laten we vervolgens kijken hoe we vanuit de biologische landbouw, gebruikmakend van technologie uit de intensieve landbouw, samen kunnen werken aan échte duurzaamheid.
Auteur: Jan Willem Erisman in Foodlog, 19-01-2013
http://www.foodlog.nl/artikel/een-lobby-van-prominente-nederlanders-teg…
Jan Willem Erisman is directeur-bestuurder Louis Bolk Instituut, een onafhankelijk, internationaal kennisinstituut ter bevordering van écht duurzame landbouw, voeding en gezondheid. Daarnaast is hij Bijzonder Hoogleraar Integrale Stikstof studies aan de VU Amsterdam
Biologische landbouw levert voldoende voeding op
De wereldbevolking kan wel degelijk door en met biologische landbouw gevoed worden, maar leefpatronen zullen daarvoor moeten veranderen. Het is onzin zo veel landbouwgrond voor de productie van biodiesel en veevoeding (en dus de vleesproductie) te gebruiken. Het enige wat we daaarmee bereiken is dat de prijs van graan de hoogte in zal schieten, waardoor onmisbare voeding voor een gedeelte van de wereldbevolking onbetaalbaar wordt. De VN gevolmachtigde voor het recht op voeding, de Zwitserse socioloog en voormalige politicus Jean Ziegler, heeft over dit thema onlangs een boek gepubliceerd met de veelzeggende titel "Wir lassen sie verhungern!" We kunnen ons een dergelijk grootschalige verspilling van eiwit niet meer permitteren. In dat opzicht geef ik Louise Fresco helemaal gelijk. Het gaat in wezen om de productie van voldoende eiwit voor een groeiende wereldbevolking. Ja, we zullen onze energie problemen op een andere manier moeten oplossen en we zullen ook minder vlees moeten gaan eten. Maar er zijn op dit moment uitstekende vleesvervangers die qua smaak niets onderdoen voor het origineel. Het is een prijs die we gemakkelijk kunnen betalen zonder dat we levenskwaliteit moeten inleveren. Daarvoor krijgen we wel een natuur terug die we met gepaste trots kunnen doorgeven aan de generaties na ons. We kunnen dan weer genieten van jubelende veldleeuweriken en de ortolaan zal terugkeren naar het oude cultuurlandschap op de hoge zandgronden. Ik ben sinds 3 jaar grootvader en strijd voor de wereld van morgen waarin mijn kleinkinderen moeten leven.
Henk Tennekes in Foodlog, 22-01-2013
Fresco: je moet geen nieuwe technologie tegen gaan houden
Er zijn zeven miljard monden te voeden, en de verdeling nu is al verre van rechtvaardig. En er komen alleen maar meer monden bij. Hoe gaan we de groeiende wereldbevolking voeden? Is een grootschalige, geïndustrialiseerde voedselproductie met intensieve landbouw en veeteelt de enige manier? Of veroorzaakt niet de productie, maar onze eetcultuur met veel vlees en zuivel de onevenwichtige verdeling van eten in de wereld? Louise Fresco pleit in haar vuistdikke Hamburgers in het paradijs voor de eerste optie. Het boek deed dan ook al veel stof opwaaien. Maar wat is nu de beste manier om de aarde in een tijd van ongekende groei en mondialisering te beheren? Fresco gaat in debat met het publiek en Dirk Strijker, landbouweconoom van de RUG, dit alles in goede banen geleid door debatleider Hans Harbers. Cogito ergo sum, veronderstelde Descartes. Ik denk, dus ik ben. “Maar na het lezen van Fresco’s boek, kunnen we misschien ‘comedo ergo sum’ veronderstellen,” concludeert debatleider Harbers. “Ik eet, dus ik ben. Want wat we eten en hoe we met eten omgaan, is al net zo belangrijk geweest voor onze maatschappelijke ontwikkelingen als ons denken.” De opzet van de avond is anders dan gepland, maar dat is geen reden om de boel op te schuiven of niet door te laten gaan. “Er is genoeg ruimte en stof voor discussie, met Dirk Strijker en het publiek.” verzekert Harbers.
Om de grote vragen te bediscussiëren en om te weten waar we naartoe moeten, zullen we ook in de achteruitkijkspiegel moeten kijken. En dat doet Fresco door het geheel een historische context te geven. “Kijk eens naar de persoon rechts van u, en even naar de persoon links van u.” Fresco laat even een dramatische stilte vallen. “Gedaan? Goed zo! Eén van u drieën zou tweehonderd jaar geleden de veertig gehaald hebben...”
“Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid, kennen we geen schaarste,” vervolgt Fresco. “In ieder geval niet in dit deel van de wereld. Door vertrouwen in elkaar, en het vertrouwen dat er morgen in de supermarkt vers en goed voedsel ligt, hebben we ruimte om niet alleen met onze voedselvoorziening bezig te zijn. Daarom kan ik hier voor u staan om een praatje te houden,” grapt ze. Fresco noemt de drie belangrijkste ontwikkelingen die hiertoe geleid hebben: het eten van en veelvuldig kauwen op vlees (voor de grotere hersenpan), de ontwikkeling van landbouw en de mechanisatie van landbouw en bodemontwikkeling (tien ton tarwe per hectare in plaats van één). Na een kleine uitstap over de ontwikkeling van en de wetenschap achter de hamburger, is er de uitleg van de titel. De paradijsmythe, het Luilekkerland en de hamburger als het symbool ervan, zowel van de decadente overvloed als de overwinning op voedselschaarste. “De moraal van het verhaal,” aldus Fresco. “is dat de hamburger ons toont wat we in de loop van de geschiedenis hebben geleerd over voedsel.” Dan is het tijd voor de Vox Populi, in de vorm van stemmen met rode en groene papiertjes. “Is de hamburger slecht voor het milieu?” Fresco besluit dat bij de stelling de kleur overwegend rood is. “Ik kan u alvast vertellen dat een hamburger gemaakt wordt van het vlees dat van een karkas gespoten wordt, dus in die zin best milieuvriendelijk is.” Terwijl Strijker aanschuift, wordt Fresco gevraagd of ze zelf wel eens een hamburger eet. Ze moet schoorvoetend toegeven dat ze er altijd al eentje wil proberen, maar het er steeds niet van komt. Strijker moet weinig van het broodje vlees hebben. “Toen de kinderen jong waren wel, daarna besloot ik dat als ze het voor het speelgoed doen, ik dat zelf ook wel voor ze kan kopen! Ironisch genoeg werkt mijn zoon nu trouwens wel bij McDonald’s.” Iemand uit het publiek vindt het nogal ambivalent hoe we met dieren omgaan. “We zijn nog nooit zo lief voor onze huisdieren geweest, en kijken graag naar de lammetjes in de wei, terwijl we niet willen weten hoe dat lammetje op ons bord komt.” Strijker haakt er moeiteloos en komisch op in: “Ik hoorde dat er vanavond een stille tocht is voor de aangespoelde bultrug...Maar het klopt inderdaad dat er nog weinig besef is van het voedselproces, en ik ben bang dat zoiets ook niet meer terug komt.” Fresco wil er toch een positieve noot aan toevoegen: “Hoewel er nog steeds een hoop misstanden zijn in de bio-industrie, is er gelukkig ook een hele hoop verbeterd, door betere regelgeving en meer maatschappelijk besef van bedrijven.” Haar positieve insteek valt niet bij iedereen even goed. Vanuit het publiek wordt haar verweten dat ze technologie en wetenschap verheerlijkt en niet kritisch genoeg kijkt naar de risico’s die het met zich meebrengt. Haar rol als niet uitvoerend bestuurder bij Unilever speelt daarin uiteraard ook een rol. “Natuurlijk is het belangrijk om kritisch te kijken,” begint ze haar verweer. “En natuurlijk brengt nieuwe technologie nieuwe risico’s. Maar als we kijken naar hoe het er vroeger uitzag, leefden we met veel meer risico’s.” Ze vergelijkt nieuwe technologie met de opkomst van de auto. “De auto’s waren in het begin onveilig, er waren geen wegen, en je had geen rijbewijs nodig. Dat is in de loop der jaren veranderd. Voor nieuwe technologie is nieuwe regelgeving nodig. Kritisch zijn is belangrijk, maar je daarom moet je geen nieuwe technologie tegen gaan houden.”Strijker is het hier mee eens. “Misbruik van technologie en oneerlijke voedselverdeling is een politiek probleem. Het zijn falende en ondemocratische staten waar het meestal mis gaat. Maar dat is geen reden om het niet te doen.” Fresco haakt hier op in. “Er zijn vreselijke dingen gebeurd in China met bijvoorbeeld genetische modificatie, maar ze doen het toch wel. Laten wij als Westerse landen dan in ieder geval met ze in dialoog gaan.” Iemand uit het publiek kaart een tegenstrijdigheid in het vooruitgangsdenken aan. “Waarom vinden dan zo veel mensen dat het er in de jaren vijftig veel beter aan toe ging? Dat er een veel beter besef van het voedselproces?” Fresco noemt dit een valse geschiedsbeleving. “Men denkt dat vroeger alles beter was, maar ze zien alleen de positieve dingen, niet dat er een handwas met koud water gedaan moest worden.” Strijker vindt dit iets te kort door de bocht, waardoor Fresco iets meer nuance geeft: “Ik denk dat het komt doordat er vroeger meer overzicht op het voedselproces was. Het was inderdaad simpeler, en alles ligt tegenwoordig een stuk complexer omdat men niet precies weet waar de aardbei in de winter vandaan komt. Maar dat is geen reden om terug te gaan, want anders zou je in de winter alleen maar content moeten zijn met het eten van kool.” “Wat kan de consument dan doen?” is de afsluitende vraag uit het publiek. “Alles met mate”, meent Fresco. “Hoewel dat wel moeilijk is, omdat we fysiologisch daar niet op in zijn gesteld.” Ze noemt als voorbeeld het bekende soep-experiment, waarbij mensen niet doorhebben dat hun bordje van de onderkant wordt bijgevuld en daardoor maar door blijven eten. “Maar het is goed om er even bij stil te staan dat het wel mogelijk is om in de winter aardbeien te eten, maar dat ze dan wel helemaal uit Zuid-Amerika moeten komen.”
Bron: Groninger Forum, 17-12-2012
http://www.groningerforum.nl/events/forumdwarsdiep/archief/debatten-201…
Gruwelijke stijl in stamppotproza van Louise Fresco
Ik had me er in zekere zin op verheugd, op het lezen van Hamburgers in het paradijs. Louise Fresco is toch een vooraanstaand expert op het gebied van voedsel en de wereldvoedselvoorziening. Met een indrukwekkende carrière. En ze heeft ervaring als columnist. Wanneer zij dus een vuistdik boek schrijft met als ondertitel Voedsel in tijden van schaarste en overvloed, dan mogen we iets bijzonders verwachten. En het is iets bijzonders. Bijzonder irritant.
Niet vanwege de denigrerende opmerkingen over bijvoorbeeld vegetariërs en alternatieve landbouw. Ieder zijn mening (al is die mening in dit geval volgens sommige critici onvermijdelijk in verband met haar nauwe banden met Wageningen en de voedingsmiddelenindustrie). Ook niet vanwege de voortdurend opduikende uitstapjes naar de Bijbel. Want daar blijkt ook steeds weer iets interessants over eten in te staan.
Mevrouw Fresco is joods en dat zullen we weten. Nee, wat ècht irriteert is ten eerste het gebrek aan structuur, de voortdurende herhalingen, de eeuwig wederkerende flauwe bespiegelingetjes. En ten tweede, en dat vooral: de gruwelijke stijl. Steeds bleef ik weer hangen, praktisch om de andere zin. Steeds weer steeg die irritatie: wat staat daar nou? Ik neem een willekeurige pagina, nummer 130. Eerste zin:
‘De verspreiding van zuivelproducten varieert afhankelijk van de beschikbaarheid van melkgevende dieren en de daaraan gerelateerde mogelijkheid tot het verteren van melk.’
Wat staat hier in vredesnaam? Verspreiding van zuivelproducten, wat bedoelt Fresco? Door de melkboer? En die beschikbaarheid, worden daarmee wilde dieren bedoeld? Maar moeten die niet eerst gefokt of veredeld worden? En hoezo is de mogelijkheid melk te verteren daaraan ‘gerelateerd’?
We lezen verder:
‘Geitenmelk bevat minder lactose dan koemelk.’
Waar gaat dit naartoe? Niet naar de geit.
‘Ook bewaarbaarheid speelt een rol.’
Ehhh… een rol waarin?
‘Dat verklaart de oude voorkeur voor kaas, die anders niets anders is dan omgezette melk.’
Oude voorkeur? Hoe bedoelt ze?
‘Mogelijk werd kaas toevallig ontdekt door het vervoer van melk in de magen van geslachte dieren waarin nog stremsel (eigenlijk het enzyme chymosine) aanwezig was. Archeologische resten van zeefjes doen vermoeden dat kaas mogelijk al meer dan 5000 jaar geleden bekend was in de Alpen.’
Leuk, maar bewijst dat een ‘oude voorkeur’? De eerste domesticaties van huisdieren (geit, schaap – melkgevers dus) zijn nog eens 5000 jaar ouder. Hoe dan ook, ze keert daarna ineens terug naar een eerder thema:
‘Kortom, de hoeveelheid, kwaliteit en opneembaarheid van een aantal essentiële voedingsstoffen (…) zijn groter in dierlijke producten dan in plantaardige.’
Gruwelijke stijl. Hier lees je dus opneembaarheid in dierlijke producten. En dan volgt weer:
‘Dankzij onze bijna ononderbroken voorkeur voor vlees en vis zijn wij mensen steeds groter geworden, met lange botten en een breed skelet, met meer weerstand tegen ziekten en met meer fysieke kracht en betere kansen voor pasgeboren baby’s.’
Dat vleeseters gezond worden van vlees eten, is uiteraard een open deur. Dat onze evolutie veel te danken zou hebben aan vleesconsumptie is aannemelijk, maar niet meer dan een hypothese. En bedenk: chimpansees zijn sterker dan een mens. Wat is trouwens een breed skelet? En wat weten we van de evolutie van onze weerstand?
‘In die zin is de consumptie van dierlijke producten zonder twijfel een succes geweest.’
Zonder twijfel? Wat weten we zo zeker? En een succes? Is de mens het succesnummer van de evolutie? Waren wij het doel van de evolutie?
‘Maar we weten dat de resultaten behaald in het verleden bepaald geen garantie bieden voor de toekomst. Dat geldt ook voor vlees (en vis).’
Is vlees een resultaat?
We zijn hiermee halverwege pagina 130, en op zo’n moment is het leesplezier bij mij volledig verdwenen. Hamburgers in het paradijs is één aaneenschakeling van nauwelijks samenhangende passages, vol met dan weer kinderachtige, dan weer duistere, dan weer knarsende, dan weer raadselachtige zinnen.
Pagina 133: ‘Als biologische soort beperken mensen zich slechts tot een fractie van alle beschikbare bronnen aan dierlijke eiwitten.’
Waarom dat ‘als biologische soort’? Zijn er niet-biologische soorten? Waarom dat ‘slechts’? Waar komt dan ‘aan’ vandaan?
Pagina 135, mijn oog valt op: ‘De culturele voorkeur voor het eten van vlees geldt in mindere mate voor vrouwen dan voor mannen.’
Hebben vlees etende vrouwen minder last van culturele voorkeur?
Pagina 137, over rein en onrein voedsel: ‘Dat wij ook vandaag de dag nog vergelijkbare classificaties kennen, blijkt wel uit de Nederlandse uitdrukking: “Het is vlees noch vis.”’
Nee. Ten eerste bewijzen uitdrukkingen bijzonder weinig. (“Kind noch kraai” bewijst niet dat we graag kraaien als huisdieren houden), en ten tweede zegt deze uitdrukking alleen maar dat iets tot geen duidelijke categorie behoort – het is geen afwijzing van wat voor eten dan ook.
Ik hou op. Ik verveel u. Dat boek gooi ik in een hoek. Ik vrees dat de redacteur van uitgeverij Bert Bakker zijn tanden stukgebeten heeft op het stamppotproza van Fresco. Met helaas nog steeds een onverteerbaar resultaat. Hoe jammer.
Bron:
Marcel Hulspas in Post Online, 02-11-2012
http://nieuws.thepostonline.nl/2012/11/02/gruwelijke-stijl-in-wonderlij…
Van Willigenburg over Fresco: Praatgraag en carrièregeil
Heerlijk! Afgelopen week trachtte de elite, bij monde van duurzaamheidshoogleraar Louise O. Fresco, weer eens greep op de zaakjes te krijgen. En op de planeet. Tovermethode? In haar Volkskrant-artikel klaagde ze over de ongewenste bemoeienis van onderop met het publieke debat (gesymboliseerd in het woord “emotie”), waarbij ze, als Lady Thatcher in haar beste dagen, het begrip “informatie” snoeihard van het begrip “desinformatie” scheidde. Maar – denk ik dan – zou zo’n gelauwerde hoogleraar geen enkele twijfel of schaamte kennen omtrent de criteria voor informatie en desinformatie? Zou ze, in het theoretische geval dat ze als bobo zou worden aangesteld bij de publieke omroep, doodleuk haar reageerbuisjes meebrengen, daar verpulverde programma’s ingooien en bij paars of geel uitslaande buisjes gaan roepen: “Ziehier! Tweederangs desinformatie!” De Martijn van Dam-reflex, zeg maar. Ik werd, eerlijk gezegd, behoorlijk bang van Fresco’s verhaal.
Je ziet het steeds vaker in de traditionele media: onder dreiging van slinkende inkomsten wordt de ijzeren roep om restauratie nieuw leven ingeblazen, de hang naar wat vaak “herstel van onderscheid en respect” is gaan heten. Sterker nog: bij ongeveer elk stukje in de NRC lees ik al jaren, als een meelopende ondertiteling, de subboodschap: “Bemoei je er niet mee, lezer, laat het denken nou maar aan ons over”. Hetzelfde geldt voor andere kranten en opiniebladen: na een ongemakkelijke flirt met het anarchistische en uitwaaierende internet keert men veilig terug in het hok: op de thee bij de gevestigde orde en ouderwets meningen voorschrijvend. Let wel: we hebben het dan over informatie, natuurlijk! Of – uh? – desinformatie? (Lastig, lastig!) Misschien ben ik te wantrouwend, maar zelf las ik de kop van mevrouw Fresco, die in de Volkskrant pontificaal boven aan de voorpagina was geplaatst (We lijden aan een overschot aan desinformatie), als een onverbloemd advies om alsjeblieft het abonnement op dit papieren instituut te verlengen. Ofwel: professor promoot papieren kwaliteitskrant die haar verhaal afdrukt als ideale pil tegen een zelf geproclameerde ziekte. Ik zou bijna zeggen: je reinste emotiejournalistiek!
Voor de goede orde: zelf houd ik al enige jaren consequent een pleidooi voor wat je de “noodzaak van het oorspronkelijke denken” zou kunnen noemen. En ben ik een stugge sympathisant van BON (Beter Onderwijs Nederland). Het gaat mij er dus niet om dat Fresco geen punt zou hebben of dat ik aan de knoppen van de maatschappij bij voorkeur tokkies wil hebben zitten; het gaat om de even ontroerende als zwakzinnige stelligheid (“Emotie is verworden tot een bron van kennis” schrijft Fresco – let op: verwórden!) waarmee onaangename stemmen (Pownews? Hart van Nederland?) of waarheden (emoties beperken onophoudelijk, maar stimuleren ook) stiekem buiten de orde worden geplaatst en op het strafbankje van de evolutie worden gegooid. En dat terwijl uitgerekend de zogenaamd emotieloze betawetenschap, en in het verlengde daarvan het internet, onze collectieve blikvernauwing en obsessie met het heden aanwakkert. En dat is niet zomaar mijn particuliere mening. Dat is de conclusie van het gefundeerde betoog dat schrijfster Doris Lessing, op de stoep van haar Londense huis, ooit afstak bij het aanvaarden van de Nobelprijs voor Literatuur. Ik wil maar zeggen, mevrouw Fresco, dat vijandigheid jegens zogenaamde “objectieve technologie” geen illustratie van angst of bekrompenheid hoeft te zijn of een recept om af te haken bij het groeitempo van Azië (zoals u beweert), maar evenzeer van de wil tot broodnodige reflectie en het levend houden van klassieke kennis.
Tot slot: als we het er al over eens zouden zijn dat de emotie in het publieke debat te dominant is, waarom dan ook niet even de blik naar binnen gericht? Waarom niet een schuin oog geworpen op het gedrag van uw eminente collega’s? Is u dat niet wetenschappelijk genoeg? Te confronterend? Of te “emotioneel”? Als de president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), de weledelgeleerde Robbert Dijkgraaf, om de haverklap bij de hippe entertainmentshow De Wereld Draait Door zijn wetenschappelijke stiel herleidt tot drieregelige antwoorden, hoeveel recht heeft die sector dan nog om te klagen over “emotionalisering van het publieke debat”? Of zou Dijkgraaf gewoon in de 21-ste eeuw zijn aanbeland en beseffen dat kennis en emotie, wetenschap en mediacultuur, feit en fictie, in een onontwarbare vrijage zijn verwikkeld en uiteindelijk onderdeel zijn van eenzelfde arena? En dat je die alleen nog wilt scheiden als je met middeleeuwse stelligheid gedateerde utopieën nastreeft?
Mevrouw Fresco, in plaats dat u de wetenschappelijke voorhoede aanmoedigt intellectueel een tandje bij te schakelen en wat minder praatgraag en carrièregeil voor de camera’s te verschijnen, kiest u voor het afranselen van de nieuwe media. Het eerste zou zeer aan te bevelen zijn, het laatste is – afgedrukt in een papieren krant – niet alleen een hopeloos achterhoedegevecht, maar ook een doorzichtige alliantie met de behoudzuchtige machten in de media.
Bron:
Hans van Willigenburg in de Post Online, 04-04-2011
http://www.thepostonline.nl/column/van-willigenburg-louise-fresco-wijst…