Sterke verontreiniging van landbouwgrond met persistente bestrijdingsmiddelen en plastic

Naast plastic in de oceanen zijn verontreinigingen met plastic op landbouwgrond in Europa en grote delen van de wereld een groeiend probleem. En er zijn geen normen voor. Die ontbreken ook voor restanten van pesticiden en hun afbraakproducten in bodems. Daarom dringt prof. dr. Violette Geissen aan op normering. Ze doet dat als persoonlijk hoogleraar Soil degradation and land management aan Wageningen University & Research in haar inaugurele rede op 15 juni 2017.

In de landbouw wordt afdekplastic gebruikt om vochtverlies te voorkomen, tegen onkruid en de zonnewarmte in het voorjaar vast te houden, bijvoorbeeld in de Nederlandse aspergeteelt. Rond het Spaanse Cartagena is een terrein van 6.000 hectare met plastic bedekt. In China bedraagt de akkeroppervlakte met plasticdek circa 20 miljoen hectare. Daarnaast komt veel plastic van stortplaatsen en stedelijke afvalstromen die in veel landen worden gebruikt op landbouwgrond. Door erosie, geleidelijke versnippering, zonlicht, en door bodemorganismen kunnen, microplasticdeeltjes zich verspreiden over landbouwgronden en oppervlakte- en grondwater indringen. Regenwormen kunnen microplastics eten, concentreren dit in hun hoopjes en werken het in de bodem. Uit Wagenings onderzoek blijkt dat plastics zich ook via de terrestrische voedselketen concentreren. In Mexicaanse kippenmagen vonden onderzoekers 60 stukjes plastic per gram maagweefsel.

Een soortgelijk verhaal geldt voor pesticiden en de afbraakproducten daarvan, die vaak jaren intact blijven. In Europa is het gebruik van pesticiden aanzienlijk. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bedraagt het jaarlijks pesticidengebruik rond de 3 kilogram per hectare. Denemarken 1,0, Italië ca 5,5 en Nederland 8,8 kilo per hectare per jaar. In een studie in 10 Europese landen troffen onderzoekers 30 verschillende pesticideverbindingen aan op velden met graan, bieten, groente en fruitbomen. "Slechts 34% van de monsters bleek schoon te zijn", zegt prof. Geissen. De meest voorkomende stoffen zijn glyfosaatverbindingen, DDT en fungiciden.

Een veel besproken pesticide is glyfosaat, het wereldwijd meest gebruikte herbicide. In een casestudie in Portugal werden waarden gemeten van bijna 2 milligram per kilo glyfosaat in de bodem. Glyfosaat zit in hoge concentraties aan bodemdeeltjes die door bodemerosie getransporteerd worden. Hier werd 3 milligram per kilo aangetroffen en vergelijkbare waarden werden gevonden voor AMPA, een belangrijk, meer persistent afbraakproduct van glyfosaat. Van drieduizend oppervlaktewatertests in Europa bevatte de helft van de monsters AMPA. Met name in West-Europa is glyfosaat in urinemonsters van bewoners aangetroffen.

Deze gewasbeschermingsmiddelen kunnen zich door drift of met afstromend of doorsijpelend regenwater of via de wind verspreiden. Door verstuivingen en grondbewerking komt een deel van de pesticiden in de atmosfeer. "We weten niet hoeveel dat is en welk effect mengsels van pesticiden hebben op het oppervlaktewater en het waterleven, of het effect van inademing door de mens," zegt prof. Geissen. "Voor zowel plasticvervuiling als voor pesticiden in de bodem bestaan geen internationale normen. Alleen voor enkele oude bestrijdingsmiddelen zijn soms nationale normen vastgesteld. Het is de hoogste tijd dat er een monitoringsysteem komt”.

Prof. Geissen zet zich met collega’s in om zo’n monitoringsysteem te ontwikkelen, waarna ook, in samenwerking met NIOO in Wageningen, herstelprogramma’s voor bodems kunnen worden ontwikkeld. In de tussentijd dienen duurzame managementstrategieën voor de landbouw te worden getest en gepromoot.

Bron: Wageningen University & Research, 15/06/17
https://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=192550