Het is kommer en kwel met de vogels in de Beemster

Bij het doorbladeren van het rapport over drie jaar (2011/12/13) van de Vogelwerkgroep Beemster wordt je niet echt vrolijk: zoveel dode torenvalken werden er teruggemeld en de vindplaatsen waren overal in Noord-Holland, van Spanbroek tot Schoorl en Holysloot. Het rapport meldt dat het aantal geringde torenvalkpullen hard achteruit ging van 90 naar 60 in 2012 naar 40 in 2013. Ook het aantal steenuilen loopt achteruit, deels door voedselgebrek. Voor de boerenzwaluw was 2011 nog het beste jaar maar daarna zakte de telling. Er zijn geen boomvalken waargenomen. In de winter werden enkele slechtvalken. waargenomen (meestal jonge vogels). Helaas loopt de kerkuil ook in de Beemster achteruit.

De achteruitgang van gierzwaluwen in Lochem

Vanaf 1992 worden er in Lochem jaarlijks gierzwaluwen geteld vanaf de toren van de Gudulakerk. Deze tellingen geven geen exacte aantallen van aanwezige vogels maar er is wel een trend uit af te leiden. Bij het begin van de tellingen in de jaren negentig werden nog aantallen van rond de 400 vogels geteld in 1 telronde. Daarna ontstond een neerwaartse trend met een dieptepunt in 2009 met minder dan 150 getelde vogels in 1 telronde. Binnen deze dalende trend lijkt er op dit moment sprake van een herstel. Het hoogste aantal getelde vogels in 1 telronde in 2014 bedraagt 255.

Sinds het midden van de 20ste eeuw zijn bijna 500 soorten van inheemse wilde planten achteruit gegaan en meer dan 40 soorten zijn verdwenen

De rode lijst voor planten heeft als bedoeling om bedreigde soorten te inventariseren. Eveneens is het de bedoeling om met bewust overheids- en semi overheidsbeleid, achteruitgang van planten te voorkomen. Sinds het midden van de 20ste eeuw zijn er namelijk bijna 500 soorten van de inheemse wilde plantensoorten minder geworden, waarvan er meer dan 40 soorten verdwenen zijn. Om deze achteruitgang en/of verdwijnen van planten te voorkomen, is de rode lijst voor planten opgesteld. De rode lijst planten hebben geen officiële juridische status. Planten op de Flora- en Faunawet hebben daarentegen wel een juridische bescherming.

De achteruitgang van waterroofkevers in Vlaanderen

De familie Dytiscidae of waterroofkevers zijn een groep rovende, in het water levende kevers die verwant zijn aan loopkevers (familie Carabidae). Ze komen voor over de hele wereld in vrijwel alle niet te sterk verontreinigde, zoete en brakke oppervlaktewateren. De familie Dytiscidae wordt in België vertegenwoordigd door 109 soorten uit 30 genera. Van de 105 in Vlaanderen voorkomende soorten zijn er 94 soorten aangetroffen in de provincie Antwerpen. Tijdens recent onderzoek werden in Antwerpen nog 77 soorten teruggevonden. 17 soorten werden recent niet meer waargenomen in de provincie en worden hier, en voor een aantal van deze soorten in heel België, nu beschouwd als regionaal uitgestorven. Vier soorten zijn recent enkel nog in de provincie Antwerpen aangetroffen.

De chemielobby is nu aan het eind van zijn Latijn

Chemiereuzen zeggen graag dat de opmerkelijke bijensterfte in onze streken te wijten is aan alles behalve hun pesticiden. Producenten counteren de dramatische effecten waarover wetenschappers al gepubliceerd hebben door te zeggen dat de resultaten in steriele laboratoria niet stroken met de realiteit van akkers en velden. Hun eigen studies ontkrachten dat, zeggen zij. Maar die rapporten zijn geheim omdat hun commerciële belangen op het spel staan. Ook menen zij dat bijen met lokstoffen naar andere, onbehandelde planten geleid kunnen worden zodat zij de neonicotinoïden niet opnemen. Twee nieuwe studies, gepubliceerd in topblad Nature, halen die argumenten onderuit. Als bijen de keuze krijgen tussen verschillende suikerachtige oplossingen, eentje met pesticiden en een zonder, maken ze geen onderscheid. Sterker nog, zo tonen onderzoekers van de universiteit van Newcastle, sommige bijen gaan zelfs op zoek naar neonicotinoïden. De tweede studie is interessant omdat veldwerk uitzonderlijk is in dit vakgebied. Zweedse wetenschappers van de Lund-universiteit trokken de koolzaadvelden in en vergeleken de effecten van onbehandelde met behandelde planten op de bestuivende insecten die er gebruikt vana maakten. De populatie wilde bijen werd uitgedund, de solitaire of nestelbij ging veel minder nestelen en de hommel ging zowel sneller dood als zich minder voortplanten.

De Patrijs legt het loodje op het eiland Ijsselmonde door oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid

IJsselmonde is een eiland (streek) in de Maasdelta, omsloten door de Nieuwe Maas in het noorden, de Oude Maas in het zuiden en de Noord in het oosten. Sinds 2013 wordt het gehele eiland IJsselmonde weer geïnventariseerd op de winter- en broedvogels. Hiermee dragen de leden van de vogelwerkgroep bij aan de landelijke Vogelatlas (http://www.vogelatlas.nl). Eén van de opvallende zaken is de enorme achteruitgang van de Patrijs Perdix perdix. Er zijn nauwelijks meer paartjes gevonden op het eiland. Patrijzen eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel, maar de jongen leven de eerste weken louter van insecten en ander klein gedierte. Er zijn sterke aanwijzingen dat een verminderd insectenaanbod als gevolg van het gebruik van insecticiden er de oorzaak van is dat de overleving van kuikens te gering is om de patrijzen populaties op niveau te kunnen houden. De jarenlange sterke verontreiniging van het oppervlaktewater met imidacloprid in de regio Rotterdam vormt een enorme bedreiging voor insecten waarvan de jonge patrijs afhankelijk is. Zo verdwijnt een akkervogel die tot ver in de 20e eeuw een algemene broedvogel was, met een populatie van naar schatting enkele honderdduizenden broedparen. Volgens de Vogelbescherming is de populatie sinds 1980 met 95% geslonken.

Henk Tennekes op Radio 1 over de problematiek met de neonicotinoïden

Het omstreden 'bijengif', dat in de landbouw wordt gebruikt, wordt mogelijk verboden. Staatssecretaris Dijksma maakt zich grote zorgen over het schadelijke middel. In Dit is de Nacht (NPO Radio 1) gaan we het ook hebben over bestrijdingsmiddelen. Dit doen we samen met Henk Tennekes, toxicoloog en de eerste klokkenluider die berichtte over het gevaar van de bestrijdingsmiddelen. Aan de telefoon Vera Greutink, blogger bij wroeten.nl en tuinsmakelijk.nl. Zij tuiniert zelf graag en doet dit op natuurlijke wijze. Luister mee naar de uitzending van 14 april 2015
http://www.radio1.nl/item/283273-Gebruikt-u-bestrijdingsmiddelen-in-uw-…

De aanhouder wint. Nationaal en Europees verbod op neonicotinoïden op komst

Staatssecretaris Sharon Dijksma wil dat in de nabije toekomst meer 'groene' bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en minder of helemaal geen middelen die schadelijk zijn voor de natuur, zoals neonicotinoïden. Dijksma (Economische Zaken) meldt dat naar aanleiding van een Europees rapport dat haar ''grote zorgen'' baart, schrijft ze vrijdag aan de Tweede Kamer. Uit de Europese studie blijkt dat neonicotinoïden niet alleen plaaginsecten aantasten of doden, maar ook bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders. Om die reden wordt het middel ook wel 'bijengif' genoemd. Dijksma heeft de toezichthouder, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), gevraagd zo snel mogelijk te bekijken of de omstreden nicotinoïden moeten worden verboden. De Kamer liet vorige maand al weten van het gif af te willen, na een motie van de Partij voor de Dieren. Milieuorganisaties Natuur en Milieu en Greenpeace dagen het Ctgb voor de rechter, zo werd vrijdag bekend. Ze vinden dat het college een beslissing om het omstreden middel voor zich uit schuift.

Het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes van 2010 wordt ondersteund door een recent rapport van EASAC

Politici en wetenschappers staren zich in het debat over de zogenoemde 'neonicotinoïden' - een veel gebruikte groep gifstoffen voor de landbouw - te veel blind op het wel en wee van de honingbij. Er is groeiend bewijs dat juist andere onschuldige insecten en zelfs vogels ernstige schade van deze gifstoffen ondervinden. Dat schrijft het hoogste onafhankelijke wetenschapsorgaan van Europa, de koepel van wetenschapsacademies van 29 landen EASAC, in een advies aan de Europese Commissie. Die had de EASAC gevraagd om de kennis over de insectendodende neonicotinoïden nog eens goed en eerlijk op een rij te zetten. De uitkomst liegt er niet om: op basis van ruim honderd recente studies stelt het orgaan dat er 'duidelijk wetenschappelijk bewijs is' dat ook zeer lage doses neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld. Bovendien is er steeds meer bewijs dat de gifstoffen 'ernstige negatieve effecten' hebben op soorten als kevers, vliegen en hommels.

De weidevogels verdwijnen uit de met neonicotinoïden verontreinigde Bommelerwaard

De weidevogels in de Bommelerwaard hebben het moeilijk, zo concluderen de leden van de projectgroep Weidevogelbescherming van De Capreton. Niet alleen in de Bommelerwaard, ook de cijfers in de provincie Gelderland laten een dalende lijn zien. De tendens is een krimp met 5 procent per jaar. Onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben een langjarig landelijk overzicht van de waterkwaliteit gepubliceerd. Het oppervlaktewater in en om de Bommelerwaard blijkt een grote verscheidenheid aan bestrijdingsmiddelen te bevatten. De afgelopen jaren zijn er steeds rond de 70 verschillende bestrijdingsmiddelen per jaar in het water aangetroffen. De samenstelling van de aangetroffen stoffen is vrij constant over de jaren. Carbendazim, mecoprop, bentazon, diuron, imidacloprid, isoproturon, tolclofos-methyl en aminometylfosfonzuur (AMPA, een afbraakproduct van glyfosaat) zijn stoffen die het meest worden aangetroffen. Deze stoffen, met name imidacloprid, vormen een dodelijke bedreiging voor insecten, die onmisbaar zijn bij de voortplanting van weidevogels.