Fungiciden

As many as one in six children has a neurodevelopmental disability, and scientists are finding links to pollution

Carlos Jusino grew up a typical kid in Harlem, rollerblading near the Hudson River, eating at the McDonald's on 145th Street and Broadway, hanging out with friends in his building. Also typical was the fact that many of Jusino's neighbors and family members, including his mother, had asthma. "When I was growing up, she went to the hospital about once a month for asthma," he says. Although he didn't know it at the time, more than 30 percent of the kids in Harlem have asthma, one of the highest rates in the country. Jusino's family was worried about the air quality around Harlem, but most of its attention was directed to a sewage treatment facility built in 1985 along the West Side Highway next to the Hudson, where a foul-smelling settling tank lay exposed. The plant galvanized the community, including a group of environmental justice activists known as the Sewage Seven. They sued the city and won a settlement in 1994 that helped establish air-monitoring stations around the plant.

De lelieteelt op zogeheten gevoelige esgronden in Ommen wordt niet langer gedoogd

In afwachting van een mogelijke wijziging van het bestemmingsplan op dit vlak, blijft het oude plan uit 2010 gelden.
Gemeente Ommen gaat dan ook voortaan handhaven op overtredingen van de regels. In overleg met een teler in de gemeente was afgesproken een lelieveld te gedogen zo lang niet helder was of er bij het vaststellen van het bestemmingsplan een oude afspraak over het hoofd was gezien. Daar is niets van gebleken, zo legt wethouder Ilona Lagas uit. Dat betekent dat akkerbouwers niet langer leliebollen mogen telen op percelen grond in bijvoorbeeld Beerze en Vilsteren die vallen onder de noemer Agrarische gebied met landschappelijke waarde.

Tientallen procenten van de gebruikte dosering van gewasbeschermingsmiddelen kunnen vanaf de toepassingsplaatsen via de lucht naar het milieu worden uitgestoten

De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat gewasbeschermingsmiddelen door verspreiding via de lucht ook terecht komen in gebieden op grotere afstand van de toepassingsplaatsen. Bij een tussentijdse evaluatie van het Meerjarenplan Gewasbescherming is gebleken dat de atmosferische route een allesoverheersende rol speelt: meer dan 90% van de uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen vanaf de toepassingsplaatsen naar het milieu (emissie) geschiedt via de lucht. Het kan daarbij gaan om tientallen procenten van de gebruikte dosering. Het omvangrijke gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen resulteert in de alomtegenwoordigheid van deze stoffen in lucht en regenwater en in hun verspreiding via de atmosfeer over grote gebieden. De atmosferische belasting die hiervan het gevolg is, treft ook gebieden buiten de onmiddellijke omgeving van de toepassingsplaatsen.

Increased cancer burden among pesticide applicators and others due to pesticide exposure

A growing number of well-designed epidemiological and molecular studies provide substantial evidence that the pesticides used in agricultural, commercial, and home and garden applications are associated with excess cancer risk. This risk is associated both with those applying the pesticide and, under some conditions, those who are simply bystanders to the application. In this article, the epidemiological, molecular biology, and toxicological evidence emerging from recent literature assessing the link between specific pesticides and several cancers including prostate cancer, non-Hodgkin lymphoma, leukemia, multiple myeloma, and breast cancer are integrated. Although the review is not exhaustive in its scope or depth, the literature does strongly suggest that the public health problem is real. If we are to avoid the introduction of harmful chemicals into the environment in the future, the integrated efforts of molecular biology, pesticide toxicology, and epidemiology are needed to help identify the human carcinogens and thereby improve our understanding of human carcinogenicity and reduce cancer risk.

We zouden moeten uitgroeien tot een wereldleider in duurzame alternatieven voor schadelijke pesticiden

De Europese Unie is op 1 december 2013 moedig begonnen met een verbod van twee jaar op bepaalde toepassingen van drie neonicotinoide pesticiden die schadelijk voor honingbijen en andere bestuivers zijn. Het Europese verbod gaat over neuroactieve insecticiden die in hun werking vergelijkbaar zijn met nicotine. De bekende gevolgen voor bijen variëren van negatieve beinvloeding van foerageergedrag en navigatie (die hun vermogen om gewassen te bestuiven vermindert) tot de dood. Bestuivers zijn essentieel voor onze voedselvoorziening en landbouweconomie. Ze zorgen voor meer dan een derde van het voedsel dat we eten, verbeteren de productie van 75 procent van alle soorten gewassen, en zijn essentieel voor talrijke gewassen, zoals amandelen, avocado's, appels en kersen. Maar we moeten veel meer doen, en uitgroeien tot een wereldleider in duurzame alternatieven voor schadelijke pesticiden.

Claire Kremen: The United States should become a world leader in championing sustainable alternatives to harmful pesticides

Like the European Union – which today (Dec. 1) boldly begins a two-year ban on selected pesticides thought to be harmful to honeybees and other pollinators – the United States should help protect pollinators by banning these pesticides. But the United States should do far more, and become a world leader in championing sustainable alternatives to harmful pesticides.

The 'soft citrus' fruit served up by supermarkets is popular for all the wrong reasons

Once it became clear to citrus growers that the British hate to peel anything and can’t face pips in any number, efforts were concentrated on producing easy-to-eat fruit for a nation that must be strong-armed into eating its five a day. The fresh fruit eventually arrived in wooden trays, precious little gifts individually wrapped in tissue paper. They were expensive – there were no bogof deals then. But the mandarins, tangerines and satsumas in today’s fruit section of Tesco, Sainsbury, Morrisons and Asda are on permanent special offer. The most irritating thing about the convenience fruit mountains, however, is not only the manipulation of the skin, but the use of pesticides. When the government-backed Pesticides Residue Committee (PRC) last tested soft citrus in 2008, 24 out of 24 samples were found to contain residues of agricultural chemicals. Nineteen of the samples were from outside the EU, five from the EU and 10 out of the total 24 contained residues of three separate chemicals.

De vergiftiging van de bewoners van een landbouwstadje in Californië met methylisothiocyanaat, een afbraakproduct van het bodemontsmettingsmiddel metam-natrium

Op 13 november 1999 veroorzaakten de dampen van metam-natrium afbraakproducten van een aardappelveld in de stad Earlimart ernstige ziekteverschijnselen (misselijkheid, hoofdpijn, ademhalingsmoeilijkheden, en irritaties van ogen en keel). Honderdvijftig bewoners werden geëvacueerd en 24 opgenomen in het ziekenhuis, terwijl talloze anderen vluchtten in hun eigen voertuigen of in hun huizen bleven omdat hen niet werd verteld om te vertrekken. Tot op heden lijden bewoners van Earlimart onder nieuwe of verergerde gevallen van astma en andere longziekten die zij toeschrijven aan dit incident.

Methylisothiocyanate drift exposure in Tulare County in November 1999

On November 13, 1999, vapors of metam-sodium breakdown products from a potato field under fumigation drifted into the town of Earlimart, causing nausea, headache, breathing difficulty, and burning eyes and throat. One hundred and fifty residents were evacuated and 24 hospitalized, while countless others fled in their own vehicles or remained in their homes because they were not told to leave. To date, Earlimart residents continue to suffer from new or exacerbated cases of asthma and other respiratory illness that they attribute to this exposure. Resident evacuation was handled poorly. Evacuees were told to remove all clothing and washed down with no respect for modesty or protection from the cold.

De effectiviteit van biologische grondontsmetting is beter dan van Monam

Biologische grondontsmetting (BGO) is gebaseerd op het principe dat bij zuurstofloze vertering van grote hoeveelheden vers organisch materiaal afbraakproducten ontstaan, die voor de meeste aaltjessoorten dodelijk zijn. Bovendien zijn de zuurstofloze omstandigheden zelf ook lethaal voor deze organismen. Naast de effectiviteit tegen diverse soorten aaltjes zijn er ook goede effecten gemeten tegen de schimmels Verticillium dahliae en Fusarium oxysporum. Meestal wordt Italiaans raaigras, geteeld op het eigen bedrijf, gebruikt als organische stof. Voor het inwerken van de organische wordt de grond gefreesd en daarna gespit. Na het inwerken van de organische massa wordt de grond indien nodig beregend. Vervolgens wordt een folielaag aangebracht. Het economische perspectief van BGO is in de praktijk al gebleken bij de productie van asperge.