De onafhankelijke wetenschap wordt het slachtoffer van de controverse over de neonicotinoiden

In 1994 begonnen Franse bijenhouders melding te maken van alarmerende verschijnselen. Nadat hun honingbijen enkele dagen hadden gefoerageerd op bloeiende zonnebloemen, keerden veel van de bijen niet terug naar de kast. De bijen zaten dicht op elkaar in kleine groepjes op de grond of zweefden gedesoriënteerd voor de kast en vertoonden abnormaal foerageergedrag. In sommige gevallen werden ook dode bijen aangetroffen voor de kast. Onderzoek wees in de richting van het systemische insecticide Gaucho® van Bayer, dat voor zaadbehandeling wordt gebruikt, met als werkzame stof imidacloprid. In dit hoofdstuk geven we een historisch overzicht van de ontwikkeling van het bewijsmateriaal aangaande risico’s van zonnebloemen en maïszaadbehandeling met Gaucho® voor honingbijen, en analyseren we de acties die zijn ondernomen als reactie op de zich opstapelende aanwijzingen voor deze risico’s. Voorts worden de maatschappelijke processen beschreven die uiteindelijk leidden tot toepassing van het voorzorgsbeginsel in Frankrijk, waarbij de nadruk ligt op de manier waarop de stakeholders tijdens de controverse de onderzoeksresultaten hebben gebruikt om het beleid te beïnvloeden. Onafhankelijke wetenschappers bevonden zich in deze controverse in een zeer moeilijke positie. De resultaten van hun werk speelden een centrale rol in een maatschappelijk debat waarmee grote economische en politieke belangen gemoeid waren. In sommige gevallen werd hun werk niet beoordeeld op zijn wetenschappelijke merites maar op de vraag of de positie van bepaalde stakeholders erdoor werd versterkt. Door deze situatie werden het vermogen en de moed van de wetenschappers om weerstand te bieden aan de druk en door te gaan met het onderzoek naar imidacloprid flink op de proef gesteld. In een reactie beschrijft de toxicoloog Henk Tennekes hoe hij vanaf 2010 het slachtoffer werd van zijn publicatie in het tijdschrift Toxicology, waarin hij de resultaten van laboratoriumonderzoek met neonicotinoide insecticiden in geleedpotigen analyseert, en het onomstotelijk bewijs levert dat het gebruik van deze stoffen in de land- en tuinbouw een ontoelaatbaar risico voor bijen vormt.

Bron:
Late lessen uit vroege waarschuwingen (bijlage)

Henk Tennekes

wo, 13/02/2013 - 14:18

De toxicoloog Henk Tennekes heeft in 2010 met een publicatie in het tijdschrift Toxicology, waarin hij de resultaten van laboratoriumonderzoek met neonicotinoide insecticiden in geleedpotigen analyseert, het onomstotelijk bewijs geleverd dat het gebruik van deze stoffen in de land- en tuinbouw een ontoelaatbaar risico voor bijen vormt. In een voordracht in Wageningen op 11 december 2012 laat hij ten overvloede zien dat de concentraties van imidacloprid, die in de praktijk in stuifmeel zijn gemeten, binnen een week, dus duidelijk binnen de levensverwachting van bijen (6 weken in de zomer en enkele maanden in de winter), een dodelijke werking hebben. Met zijn boek "Disaster in the Making' heeft hij op indringende wijze gewaarschuwd voor de catastrofale gevolgen van de milieuverontreiniging met deze stoffen, die een breuk in de voedselketen veroorzaken, waardoor veel soorten met uitsterven worden bedreigd. Deze publicaties hebben een cruciale rol gespeeld bij de politieke besluitvorming over de risico's van de neonicotinoide insecticiden. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft op 24 januari 2013 ingestemd met een verbod op het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw en ongediertebestrijding. De Europese Commissie heeft op 31 januari 2013 aangegeven EU-lidstaten te willen verzoeken het gebruik van pesticiden te beperken, die verbonden worden met de achteruitgang van de bijen. De Commissie wil het gebruik van neonicotinoïde insecticiden op zonnebloem, koolzaad, maïs en katoen opschorten. De producenten van de neonicotinoiden daarentegen hebben nooit een poging gedaan een constructieve dialoog te voeren over het onderwerp. Nooit werd Tennekes betrokken bij verder onderzoek. In de agrochemische industrie wist dus na verloop van tijd iedereen dat de Tennekes in de clinch lag met de grootste producenten van bestrijdingsmiddelen. Een potentiële opdrachtgever uit de agrochemie denkt dan wel drie keer na voordat hij werk bij Tennekes gaat uitbesteden. Henk Tennekes werkt sinds 1992 als onafhankelijke toxicoloog en geniet een uitstekende reputatie. Hij was altijd in staat een redelijk tot goed en soms zeer goed inkomen te genereren met zijn werk. Door het uitblijven van een constructieve dialoog over de risico's van neonicotinoide insecticiden werd zijn broodwinning echter ernstig aangetast en balanceert zijn consultancy nu op de rand van de afgrond. Als U deze gerenommeerde wetenschapper wilt steunen click dan op de gele donatieknop aan de linker zijde van deze website.