Akkervogels

De kaalslag in de natuur van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden

Uit een recent verschenen onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de (land)natuur in Zuid-Holland tussen 2010 en 2011 verder gedaald is. Hoewel het onderzoek laat zien dat de kwaliteit van de (land)natuur in Zuid-Holland in zijn algemeenheid gedaald is, verschilt dit beeld voor de verschillende soorten natuur. Zo stijgt de natuurkwaliteit in de bossen, maar laat de natuur in het agrarisch gebied juist een zeer sterke achteruitgang zien. Dat laatste is slecht nieuws voor de Weidevogels. Zonder ingrijpen betekent dit dat Zuid-Hollandse weilanden met Grutto’s binnen afzienbare tijd voorgoed tot het verleden behoren. In het onderzoek is ook gekeken naar de ontwikkeling van kwetsbare soorten, de soorten die op de zogenaamde Rode Lijst staan. De aantallen van deze soorten gaan al sinds 1990 achteruit. De aantallen van de meest bedreigde soorten laten in iets meer dan 20 jaar tijd een daling zien van ruim 60%. Een groot aantal soorten zijn als broedvogel (vrijwel) verdwenen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

Schweiz: Vögel der Roten Liste sind jetzt im dunkelroten Bereich

Für Vogelarten, die auf der Roten Liste stehen, verschlechtert sich die Situation weiterhin. Das zeigt der neue Swiss Bird Index SBI®, den die Vogelwarte Sempach für die Arten der Roten Liste erstellt hat. Im Gegenteil: Der anhaltende Rückgang dieser Arten lässt sogar befürchten, dass die Rote Liste bei einer Neubeurteilung noch länger werden könnte. „Von den untersuchten 40 Arten zeigen 23 einen negativen Trend“, erläutert Verena Keller von der Vogelwarte. Die Rote Liste bezeichnet alle Brutvögel, die Gefahr laufen, aus der Schweiz zu verschwinden. Rote Listen sind Warnsignale für den Zustand der Natur. 40% der rund 200 in der Schweiz brütende Vogelarten stehen auf der Roten Liste. Der Anteil der gefährdeten Arten ist im Kulturland und in den Feuchtgebieten deutlich höher als etwa im Wald oder in alpinen Lebensräumen. Die Probleme für die Vögel der Landwirtschafts- und der Feuchtgebiete sind also besonders akut. Insbesondere eine wildtierfreundliche Landwirtschaft könnte eine markante Besserung bringen.

South Dakota will have no sage grouse hunting season this year

The Game, Fish and Parks Commission has decided that no season will be held this fall because the bird’s population has fallen in recent years in South Dakota and other states. In South Dakota, sage grouse (Centrocercus urophasianus) are found mainly in Butte and Harding counties. South Dakota has had only a limited sage grouse season in prior years. Last year, 35 licensed hunters killed only nine birds. Wildlife biologists recommended that no season be held this year because of a continuing decline in the number of male sage grouse seen in spring breeding grounds. State wildlife officials have been working with federal agencies and other states in an effort to prevent the bird from being listed as an endangered species.

The steep decline of farmland birds in Sweden

Of the 21 species associated with farmland in Sweden, 15 (71%) displayed a significant decline (P < 0.05) in numbers between 1976 and 2001. Farmland specialists and generalists differed in their population trend estimates. The total declines based on the geometric mean for farmland specialists and generalists were 55% and 7%, respectively. Only the greenfinch Carduelis chloris L. increased significantly in numbers, whereas five species showed non-significant population trends. Seven species experienced average population declines of more than 50% (curlew Numenius arquata L, stock dove Columba oenas L., wryneck Jynx torquilla L., skylark Alauda arvensis L., northern wheatear Oenanthe oenanthe L., house sparrow Passer domesticus L. and linnet Carduelis cannabina L.) of which the curlew experienced the greatest decline (average yearly decline of 7%). Our analyses showed that several farmland specialists have remarkably similar population trends in Sweden and England (e.g. skylark, linnet and yellowhammer Emberiza citrinella L.). This supports the view that the cause of the decline is connected to agriculture and that species with specialist requirements are most sensitive to agricultural change.

In the Sacramento Valley, loss of wetlands and the establishment of large farms that use pesticides are deeply curtailing the tricolored blackbird population

The use of pesticides and other farming practices are causing a dramatic decline in the population of what was once one of the state's most populous bird species: the tricolored blackbird (Agelaius tricolor). A recent estimate has pegged the population of the small, dark and swift-moving birds at 260,000. That's down from 400,000 birds counted in 2008, according to an Audubon California survey. "We are, absolutely, concerned about the species because we've had a 33 percent decline in their numbers between 2008 and 2011," said Keiller Kyle, conservation project director for Audubon California.

Een onmiddellijke en complete ban op alle neonicotinoïden is de enige manier om natuurafbraak te verhinderen

Europa bant met ingang van januari 2014 het gebruik van 3 neonicotinoïden voor bloeiende gewassen. Dit deed ze nadat duidelijk werd dat deze pesticiden een supergif zijn voor bijen. Maar de maatregelen dreigen een maat voor niets te zijn. Nieuw onderzoek wijst immers uit dat de bijensterfte als gevolg van het gebruik van neonicotinoïden maar het tipje van de ijsberg is. Neonicotinoïden zijn systemische pesticiden die een erg lange halfwaardetijd hebben. Een deel van het gif wordt opgenomen door de plant, maar tot 90% spoelt weg naar de bodem en het water, waar het nog lang na de oogst actief blijft en schade aanricht. Naast bijen leggen ook libellen en patrijzen het loodje na inname van neonicotinoïden - ook andere soorten kunnen slachtoffer worden, vooral de ongewervelde dieren. Europa en België moeten een kosten-baten-analyse maken van het gebruik van deze pesticiden en hieruit hun conclusies trekken. Een onmiddellijke en complete ban op alle neonicotinoïden is de enige manier om natuurafbraak te verhinderen.

De verdwijnende zomertortel: van algemene broedvogel tot Rode Lijst-soort

Oudere waarnemers kunnen het zich nog herinneren: ochtenden met tientallen zingende zomertortels (Streptopelia turtur). Het slaapverwekkende koeren, een perfecte omlijsting van lome zomerdagen, was in bijna het hele land te horen. Daar is weinig van over. De monitoringgegevens van Sovon tonen een ontstellende afname aan. De zomertortel is een schaarse vogel geworden in Nederland. De eerste, voorlopige kaart van de nieuwe Vogelatlas laat zien dat de soort enorm achteruit is gegaan. Sinds 1984, en toen waren de eerste tekenen van achteruitgang al zichtbaar, werd de stand letterlijk gedecimeerd. Sinds de jaren 60 zelfs met 95 procent.

Agrarisch natuurbeheer is een contradictio in terminis

Sinds 1960 zijn 3,3 tot 5,7 miljoen broedparen uit de Nederlandse agrarische gebieden verdwenen, een achteruitgang van 61 tot 73% bij 27 van de (voorheen) algemeen voorkomende weidevogels. Zo verloor de veldleeuwerik Alauda arvensis naar schatting 750.000 tot 1,1 miljoen broedparen (een afname van minstens 96%), gevolgd door de patrijs Perdix perdix (-93%), de zomertortel Streptopelia turtur (-92%), de ringmus Passer montanus (-93%) en de grutto Limosa limosa (-68%).

Complete UK extinction of the turtle dove as a breeding species is on the cards

Turtle doves (Streptopelia turtur) were once widespread across much of England and Wales, but the most recent figures show that the population in the south east, one of the last remaining strongholds, has fallen by 84 per cent since 1995. Nationally turtle doves have declined by 93 per cent since 1970. The Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) said that “at this current rate of change, if we don’t help this species, scientists calculate there will be fewer than 1000 pairs by 2020, and complete UK extinction as a breeding species will be a real possibility.”

Hungern in der Agrarlandschaft

Den Fasanen (Phasianus colchicus) im Land NRW geht es nicht gut. Schon 2008 gab es starke Einbrüche bei dem Hühnervogel, nun sind die aktuellen Zahlen wieder alarmierend. Von einem Rückgang von mehr als 50 Prozent spricht Michael Petrak von der Forschungsstelle für Jagdkunde in Bonn. Erlegten die Jäger 2007 noch 192.993 Fasane, waren es 2012 nur noch 92.290. Vor allem die Regionen der Köln-Aachener Bucht, das Niederrheingebiet, das Münsterland und Ostwestfalen-Lippe seien betroffen. Die Gründe sind vielschichtig und auf den ersten Blick nur schwer zu durchschauen. In manchen Regionen NRWs wurde die Jagd auf den Fasan bereits gänzlich abgeblasen, bestätigt auch Andreas Schneider, Sprecher des Landesjagdverbandes. "Wir sehen die Rückgänge mit Sorge und wollen ergründen, woran das liegt." Um einem möglichen Krankheitserreger auf die Spur zu kommen, arbeiteten Jägerschaft sowie der Landesbetrieb Wald und Holz nun eng mit der tierärztlichen Hochschule in Hannover zusammen. Dort sollen bis Ende 2013 sowohl tote als auch lebende Fasane aus NRW untersucht werden. Der Rückgang der Fasane wundert Bernd Jellinghaus nicht. Der ausgewiesene Vogelexperte beim Nabu (Naturschutzbund)-Landesverband NRW verweist darauf, dass seit Jahren schon viele Populationen von Vögeln in der Agrarlandschaft zurück gehen. "Bei den Feldsperlingen (Passer montanus) oder den Feldlerchen (Alauda arvensis) sind die Zahlen seit Jahren dramatisch. Bei der Feldlerche liegt der Rückgang sogar bei 80 Prozent." Doch ob Fasan, Lerche oder Spatz – für alle diese Tiere werde der Lebensraum immer bedrohter. Das liege auch an der Agrarlandschaft selbst. "Ackerflächen werden immer großräumiger, es gibt immer weniger Wildstreifen am Ackerrand, Hecken und Flächen mit Wildkräuter. Der Fasan braucht das Eiweiß der Insekten. Wenn sie die Insekten mit Gift bekämpfen, hat der Fasan keine Nahrung mehr." Er wolle aber nicht die Landwirte an den Pranger stellen, so Jellinghaus. Mit verantwortlich sei letztendlich auch der Verbraucher, der immer weniger Geld für Nahrungsmittel ausgeben wolle. "Dadurch wird am Ende auch die Landwirtschaft immer intensiver."