Akkervogels

Die intensive Landwirtschaft nimmt vielen Vogelarten in Vorarlberg den Lebensraum

Der Lebensraum der Vögel hat sich laut BirdLife in den letzten 40 Jahren in Vorarlberg durch die Tätigkeit des Menschen stark verändert. Besonders gravierend war diese Entwicklung im Rheintal, dessen Landschaftsbild noch bis Mitte des 20. Jahrhunderts durch die traditionelle, kleinbäuerliche Landwirtschaft geprägt war. Das Rebhuhn (Perdix perdix) galt Ende des 19. Jahrhunderts im Rheintal und im Walgau als “gemein”, noch in den 1930er Jahren war es eine Charakterart der Kulturlandschaft. Danach brach der Bestand ein, um 1968 ist das Rebhuhn in Vorarlberg ausgestorben. Ein ähnliches Schicksal ereilte den Wiesenpieper (Anthus pratensis): Bis Mitte des 20. Jahrhunderts in feuchten Wiesen und Mooren des Rheintals häufiger Brutvogel, brütete er 1980 das letzte Mal im Land.

Kommt kein Vogel geflogen

1962 veröffentlichte die amerikanische Biologin Rachel Carson das Sachbuch „Stummer Frühling“, in dem sie das durch Agrarchemikalien ausgelöste Vogelsterben beschreibt. Im Eingangskapitel etwa illustriert sie eine fiktive Kleinstadt, deren ehemals reiche Tier- und Pflanzenwelt nach dem Einsatz von Pestiziden zugrunde geht und deren Einwohner plötzlich krank werden. Die Geschichte vom stummen Frühling scheint heute aktueller denn je zu sein. Die Anzahl der Feldvögel hat sich in Deutschland in den vergangenen 30 Jahren etwa halbiert. Baden-Württemberg hat dabei einen bedauernswerten Spitzenplatz ­inne: Mit einem Rückgang von 78 Prozent liegt der Südwesten auf Platz drei im Vergleich der Bundesländer. Nur in Niedersachsen ­(– 88 Prozent) und im Saarland (– 82 Prozent) ist die Lage noch schlimmer. „50 Jahre nach Veröffentlichung des Buches ist der Pestizideinsatz in der Landwirtschaft immer noch viel zu hoch“, sagt Berthold Frieß, Landesgeschäftsführer des Bundes für Umwelt und Naturschutz Deutschland (BUND). Besonders heikel sind neuartige Insektenvernichtungsmittel wie die Neonikotinoide. Sie wirken schon in kleinsten Mengen hochgiftig und schützen die Pflanze vor beißenden und saugenden Schädlingen. Der Wirkstoff setzt an den Nervenzellen der Insekten an und zerstört damit die Nahrungsgrundlage der Vögel.

Oystercatchers down at Scotland’s important estuaries

The latest counts collected by Wetland Bird Survey (WeBS) volunteers reveal the continuation of a sharp drop in the number of Oystercatchers wintering in Scotland. Having steadily increased during the 1980s and 1990s, numbers of Oystercatchers wintering in Scotland have declined at an even more rapid rate in the last ten years. The declines in Oystercatcher numbers include the most important sites in Scotland, such as the Solway Estuary, where the peak count of just over 21,000 birds in 2010/11 was the lowest for 25 years. Oystercatcher (Haematopus ostralegus) and Ringed Plover (Charadrius hiaticula) are now at an all-time low across the UK as a whole having declined by 25% in the last 25 years.

Boswachter Frans Kapteijns over de verdwijnende boerenlandvogels

Toen ik nog een klein menneke was, ging ik regelmatig naar ons opa en oma. Mijn moeder zette me dan over de drukke weg en dan fietste ik over de zandweg naar de boerderij. Voor die boerderij stond heel veel graan en daartussen en erover vlogen altijd heel veel vogels. Als het mooi zonnig weer was, dan lieten mijn opa en mijn vader mij luisteren naar de geelgorzen en de leeuweriken. Vaak lag ik op mijn rug naar zo’n jubelende en opstijgende leeuwerik te kijken. Tegenwoordig valt dat niet meer mee, omdat nog eens te kunnen doen. En dat ligt er echt niet aan dat ik ouder geworden ben. Er zijn nauwelijks nog leeuweriken. Meer aandacht voor de boerenlandvogels is dus van groot belang. Hier liggen mooie kansen voor onze nieuwe regering en vooral voor ons provinciebestuur. Dit laatste moet er vooral voor gaan zorgen dat er vanaf nu samengewerkt wordt met alle partijen. Dit vooral omdat we dan met z’n allen keihard kunnen gaan werken aan een stijging in aantallen van onze Brabantse boerenlandvogels. Vooral ook omdat ik dan straks met een kleinkind het achterland in kan gaan trekken en aan mijn kleinkind kan uitleggen, als we samen op onze rug liggen, kijk daar gaat weer een leeuwerik. "Mooi hè menneke/durske zo’n opstijgende en jubelende vogel."

Na een korte opleving in de jaren 1990 is de kwartelkoning weer in de problemen

De kwartelkoning (Crex crex) is een karakteristieke vogel van kruidenrijke hooilanden en grootschalige akkergebieden. Een groot deel van de kwartelkoningen in Nederland broedt in de hooilanden van de uiterwaarden van de grote rivieren. In het begin van de twintigste eeuw was de kwartelkoning een vrij algemene broedvogel in Nederland en Vlaanderen. Kwartelkoningen hebben in de laatste 100 jaar veel te lijden gehad van de intensivering van de landbouw. In 1968 werd de landelijke broedpopulatie geschat op 875 territoria. Sindsdien is het alleen maar bergafwaarts gegaan.

Birdlife International kritisch over Europees natuurbeleid

De Europese Unie wil de achteruitgang van de biodiversiteit stoppen. Met de uitvoering van de plannen vlot het niet. Dat concludeert Birdlife International in een recent gepubliceerd rapport. Ook op Nederland heeft de organisatie kritiek. In Nederland zijn er 166 Natura 2000-gebieden. Maar veel natuur binnen die gebieden staat er niet best voor. De meeste gebieden hebben nog steeds geen beheerplannen. Het schrappen van de robuuste verbindingszones van de Ecologische Hoofdstructuur brengt natuurherstel verder buiten beeld. Ook buiten het Natura 2000-netwerk laat de bescherming van biodiversiteit zeer te wensen over. Dit geldt vooral voor gebieden met intensieve landbouw. De intensieve landbouw is volgens BirdLife International een belangrijke oorzaak voor het verlies aan biodiversiteit. Het aantal vogels op het boerenland is de afgelopen 50 jaar in Nederland met meer dan 60% afgenomen.

WIDESPREAD DECLINES OF AMERICAN KESTRELS IN NORTH AMERICA

We analyzed migration counts of American Kestrels (Falco sparverius) at 20 autumn migration hawkwatch sites throughout North America to estimate population trends. In eastern North America, autumn counts showed a pattern of significant declines along the Atlantic Coast and eastern Appalachian Mountains, stable numbers in the eastern Great Lakes region, and a significant increase in the western Great Lakes region from 1974 to 2004. From 1994 to 2004, significant declines occurred at most hawkwatch sites in eastern North America, with nonsignificant declines recorded in the western Great Lakes, northeastern Quebec, and Florida. In western North America, three counts from the Intermountain and Rocky Mountain regions that spanned the mid-1980s to 2005 showed mixed long-term trends. From 1995 to 2005, counts decreased significantly at three and nonsignificantly at two of six western hawkwatch sites active throughout the period. These results suggest population declines across much of interior western North America and the Pacific Northwest; however, kestrel counts remained comparatively stable since the mid-1980s in the southern Rocky Mountains. Migration counts along the Gulf of Mexico were variable from 1995 to 2005, with no strong indication of population changes in this region. The overall pattern of migration counts suggests that kestrel populations have undergone a long-term decline in northeastern North America and more recent declines in the midwestern and western regions of the continent.

Wo sind all die Fasane hin?

Dass der Fasan (Phasianus colchicus) in Niedersachsen immer seltener wird, macht Jägern und Naturschützern große Sorgen. Der Frühjahrsbesatz - also die Zahl der Fasane - habe sich binnen zehn Jahren um mindestens 20 Prozent verringert, berichtete Egbert Strauß, der an der Tierärztlichen Hochschule Hannover (Tiho) für die Wildtiererfassung im Auftrag der Landesjägerschaft verantwortlich ist. Die Jagdstrecke ging noch deutlicher zurück. Während die Jäger landesweit 2007 rund 150 000 Fasane erlegt hatten, waren es im vergangenen Jahr nur noch 57 000. „Das hat auch damit zu tun, dass der seltener gewordene Fasan weniger gejagt wurde“, sagte Strauß. Möglicherweise haben die Veränderungen der Landwirtschaft - etwa die großen Maisanbauflächen - einen Einfluss. „Auch Pestizide und andere Umweltgifte könnten eine Rolle spielen“, sagte der Wildbiologe. Die Zahl der Rebhühner und Feldhasen sei ebenfalls gesunken, gleichzeitig stiegen die Populationen von Wildschweinen und Gänsen.

Bobwhite quail a vanishing breed in Texas

Range-wide, bobwhites (Colinus virginianus) have declined an estimated 80 percent over the past 40 years, said Don McKenzie, director of the National Bobwhite Conservation Initiative, a University of Tennessee-based consortium of 25 state wildlife agencies, conservation groups and research institutions launched in 2007 to form a unified strategy for saving bobwhites. "It's hard to overstate how serious the problem is. It's becoming really severe," McKenzie said. "All 25 bobwhite states have experienced short, medium and long-term declines." Moving in lockstep with the decline is a steep falloff in Texas quail hunting, a cultural touchstone for generations of hunters and a once-powerful economic generator. In 1960, 321,000 Texas quail hunters bagged 98 million birds. In 2010, there were fewer than 50,000 hunters and the harvest was around a half million quail. Hunters fear their children will never know what they're missing.

In halve eeuw ruim 60% minder vogels op het boerenland

Het aantal vogels op het boerenland is de afgelopen 50 jaar in Nederland met meer dan 60% afgenomen. In 1960 zaten er nog 1000 vogels op een vierkante kilometer, nu zijn dat er 300. Daarmee gaat het aantal boerenlandvogels in ons land harder achteruit dan in de rest van Europa. Het aantal broedparen is in 50 jaar tijd op het platteland met gemiddeld 61-73% afgenomen, dat komt neer op 3,3 tot 5,7 miljoen vogels minder. Het meest zorgwekkend is de afname van de aantallen veldleeuwerik (Alauda arvensis), patrijs (Perdix perdix) en zomertortel (Streptopelia turtur), alle drie met meer dan 90%.