knipsels

Gewas­beschermings­middelen blijven in normoverschrijdende gehalten voorkomen in de Maas

Uit het jaarrapport van RIWA-Maas, de vereniging van bedrijven die uit Maaswater drinkwater produceren, blijkt dat de streefwaarden van het Donau-, Maas- en Rijnmemorandum (afgekort: DMR-streefwaarden) in 2011 vaker overschreden werden dan in 2009 en 2010. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door röntgencontrastmiddelen, genees­middelen (carbamazepine, metoprolol, sotalol, ibuprofen, metformine), industriële en consumenten­producten (EDTA, urotro­pine en fluoride), glyfosaat en zijn belangrijkste metaboliet AMPA. Het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat geldt al jaren als probleemstof nummer één voor de bereiding van drinkwater uit Maaswater, maar ook andere gewas­beschermings­middelen blijven in normoverschrijdende gehalten voorkomen in de Maas.

Haarlem stopt gebruik Roundup

De gemeente Haarlem is gestopt met het gebruik van het chemische onkruidbestrijdingsmiddel Roundup. In Roundup zit het bestanddeel glyfosaat. Wetenschappers van de Shanghai Jiao Tong University hebben bewijs gevonden dat glyfosaat invloed kan hebben op het menselijk zenuwstelsel. Ze noemen dit een ’neurodegeneratieve’ werking; bij mensen kan zich uiteindelijk de ziekte van Parkinson ontwikkelen. De gemeente zegt geen enkel risico te willen lopen en heeft daarom besloten te stoppen met de toepassing van dit onkruidbestrijdingsmiddel. De negatieve werking van het onkruidgif is echter al jaren bekend.

Twaalf Brabantse gemeenten kiezen voor chemievrij beheer van openbare ruimte

In 2012 kiezen 12 van de 16 gemeenten die deelnemen aan het project 'Schoon Water voor Brabant' voor chemievrij beheer van de openbare ruimte. In alle 16 Schoon Water gemeenten liggen kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden binnen de gemeentegrenzen. De provincie Noord-Brabant en drinkwaterbedrijf Brabant Water hebben hen gevraagd geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken in deze gebieden om zo uitspoeling naar het grondwater te voorkomen (bijlage). In 2011 kozen al 10 van de 16 gemeenten voor beheer zonder bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden. Negen gemeenten werkten volledig zonder chemische middelen op al hun verhardingen: 's Hertogenbosch, Bladel, Haaren, Oss, Eindhoven, Loon op Zand, Sint Michielsgestel, Waalre en Waalwijk. In 2012 is ook Eersel zonder chemische middelen gaan werken en Helmond doet dat voor een deel van zijn oppervlakte. De gemeenten Cranendonck en Veldhoven bereiden in 2012 een omschakeling voor.

De provincie Noord-Holland wil proberen om de hoge sterfte onder bijen tegen te gaan

De provincie Noord-Holland gaat het rijk vragen om het gebruik van neonicotinoïden, een zeer giftige en nauwelijks afbreekbare groep insecticiden terug te brengen of te verbieden. Het gaat met name om imidacloprid dat sinds 2004 in Nederland op grote schaal wordt gebruikt bij de teelt van groente, fruit en aardappelen. Volgens een toenemend aantal wetenschappers zijn neonicotinoïden een belangrijke oorzaak van de bijensterfte. Het is al in minieme hoeveelheden giftig voor bijen, desoriënteert ze en vermindert hun afweer tegen mijten en schimmels. Ook sterven bijen door voedselgebrek door een tekort aan wilde bloemen en diversiteit aan gewassen op de akkers. Daarom gaat de provincie een proef met bijvriendelijk bermbeheer uitvoeren en ook gemeenten en recreatieschappen vragen daar extra op in te zetten. Tot slot gaat de provincie de bij toevoegen aan een subsidieregeling voor soortenbescherming.

Herman Eijsackers (voorzitter, Wetenschappelijke Adviesraad Wageningen UR): Zembla uitzending over bijensterfte was een ongelukkig incident

'De uitzending van het tv-programma Zembla over bijensterfte, waarin de onafhankelijkheid van Wageningen UR in twijfel is getrokken, was een ongelukkig incident. Er is helaas een vertekend beeld ontstaan dat wij bewust geen studie hebben gedaan naar een bestrijdingsmiddel als oorzaak van de bijensterfte. De basis van ons maatschappelijk handelen is vastgelegd in een code of conduct. Openheid, onafhankelijkheid en transparantie staan hoe dan ook voorop. In contracten met partners leggen we dat ook nadrukkelijk vast. Met de opdrachtgever, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, was overeen gekomen dat éérst andere aspecten aan de orde zouden komen. Doordat in Zembla een onderzoeker van een andere universiteit met stelligheid dat middel als boosdoener aanwees, ontstond een spanningsveld. Zo’n mening komt nu eenmaal pregnanter over dan de visie van de onderzoeker die alles in onderlinge samenhang wil bekijken. Dat is jammer, maar zo’n genuanceerde aanpak past ons beter. We zijn een organisatie die graag uitgaat van het hele plaatje.’ Eijsackers publiceerde samen met Bayer CropScience medewerker Fred Heimbach in december 1993 het boek Ecotoxicology of Soil Organisms.

Een grote doorbraak - Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA

Een kwestie die de Europese voedselautoriteit (EFSA) onder grote druk opnieuw tegen het licht houdt: de schadelijkheid van een in de jaren negentig geïntroduceerde nieuwe soort pesticiden. De aanwijzingen dat er een verband is tussen neonicotinoïden en bijensterfte worden steeds sterker. Al in 2003 verbood Frankrijk het gebruik van de insecticide Gaucho (werkzame stof: imidacloprid) van fabrikant Bayer voor gebruik op maïs. Eind juni besloot het ook het gebruik van Syngenta's Cruiser (werkzame stof: thiamethoxam) op koolzaad te verbieden. Maar ook in dit geval was het standpunt van EFSA tot voor kort: niets aan de hand. Juni dit jaar kwam de Europese voedselautoriteit dan toch in beweging. 'Ze geven nu eindelijk gehoor aan de kritiek die er al negen jaar is op het bestaande risicokader,' zegt Jeroen van der Sluijs, universitair hoofddocent Nieuwe Risico's in Utrecht en gasthoogleraar in Versailles. 'Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA. Een grote doorbraak.' Tennekes liet zien dat neonicotinoïden bij langdurige blootstelling al bij een zeer lage dosis een verwoestend effect kunnen hebben.

Louise Fresco (hoogleraar duurzaamheid UvA, kroonlid SER): Intensieve landbouw is meest duurzaam

Er moet een pr campagne komen om uit te leggen dat de intensieve landbouw het meest duurzaam is. Hoogleraar duurzaamheid Louise Fresco van de Universiteit van Amsterdam (UvA) maakt zich grote zorgen over de beeldvorming en misverstanden op dit vlak. Fresco noemt het idee dat intensivering in de landbouw en verdere verduurzaming niet samen zouden gaan zelfs gevaarlijk: 'Veel mensen denken dat intensieve landbouwprodcutie haaks staat op verduurzaming. Dat gaat terug op een beeld uit een Ot-en-Sien tijd en een beleving dat vroeger alles beter was, omdat het kleinschaliger was. Maar boeren van nu zijn juist veel beter en zorgvuldiger bezig. De duurzaamheidshoogleraar stelt dat de landbouw onvoldoende inspeelt op wat er leeft in de maatschappij. Dat moet overbrugd worden, te beginnen met het uitdragen dat de hoge mate van efficiency in de sector juist goed is voor het milieu. Zo moet volgens Fresco ook de fabel, dat de biologische productie beter zou zijn, worden doorgeprikt. Het wordt omarmd zonder dat mensen zich bewust zijn van het effect op het milieu. 'We hebben zes keer zoveel grond nodig als we de wereld biologisch zouden willen voeden. Dat zou een ecologische ramp zijn.'

De biologische landbouw neemt toe in Nederland en België

Het areaal biologische landbouw in heel Nederland is in 2011 met 2,3 procent toegenomen tot 55.182 hectare. Hiermee komt het aandeel biologisch areaal uit op 3,0 procent tegen 2,9 procent in 2010. De provincie met verhoudingsgewijs de meeste biologische landbouw is Flevoland: 8,7 procent van het totale landbouwareaal. Zeeland en Limburg zijn de provincies met het kleinste aandeel biologische landbouw: 1,1 procent van het landbouwareaal. Noord-Holland neemt met 4,7 procent van het areaal een middenpositie in: eind 2011 had Noord-Holland 6006 hectare gecertificeerde biologische landbouw. Ook in Wallonië heeft de biologische landbouw opnieuw een sterke groei gekend in 2011. Tussen 2005 en 2011 is het aantal biologische bedrijven in Wallonië verdubbeld. De totale oppervlakte biologische landbouw in Wallonië bedroeg 50.048 ha, wat overeenstemt met 6,9 % van de totale landbouwoppervlakte. In Vlaanderen werden eind 2011 298 biologische telers geteld voor een totale oppervlakte van 6.028 ha.

De boerenlandvogels verdwijnen in een pijlsnel tempo

Het aantal boerenlandvogels zoals veldleeuwerik en patrijs blijft achteruit hollen. BirdLife International houdt de stand bij van in totaal 37 soorten boerenlandvogels, zoals veldleeuwerik, patrijs, geelgors Emberiza citrinella en graspieper. Deze 37 samen laten een achteruitgang zien van 52% sinds 1980, in totaal gaat het om ruim 300 miljoen minder vogels. In de Top 10 van de snelste dalers staan verschillende kenmerkende soorten van het Nederlandse boerenland, zoals patrijs Perdix perdix (66% afname in Europa, 95% afname in Nederland), grutto Limosa limosa (55% afname in Europa, 60% afname in Nederland), graspieper Anthus pratensis (51% afname in Europa, 50% afname in Nederland) en kneu Carduelis cannabina (49% afname in Europa, 50-75% afname in Nederland).

Brabantse Milieufederatie: Better safe than sorry

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen, zowel binnen als buiten de landbouw, moet beperkt worden. Volgens de Brabantse Milieufederatie zijn veel middelen zeer schadelijk voor het milieu en de gezondheid en doet het gebruik een aanslag op de biodiversiteit. De belangen van mens, dier en milieu dienen daarom uitgangspunt te zijn bij plaagbestrijding. Wanneer in de landbouw niet voor een biologische teelt wordt gekozen kan op het beginsel van geïntegreerde teelt worden voortgebouwd. Daarbij hebben niet-chemische methoden, technieken en praktijken voorrang boven chemische bestrijdingsmethoden. Voor de overheid is hierbij een stimulerende en ondersteunende rol weggelegd. Onafhankelijkheid bij onderzoek en toelatingsbeleid is een voorwaarde.