Honeybees

Pestizide und Bienengesundheit: EFSA wertet wissenschaftliche Erkenntnisse aus

Die EFSA (European Food Safety Authority) hat eine Auswertung der neuesten wissenschaftlichen Erkenntnisse zu den von Pestiziden ausgehenden Risiken für Honigbienen, Hummeln und Solitärbienen veröffentlicht (Beilage). Auf Grundlage dieser wichtigen Arbeit können spezifische Leitlinien für die Bewertung möglicher Risiken entwickelt werden, die sich aus dem Einsatz von Pflanzenschutzmitteln für Bienen ergeben. Die Leitlinien werden aktuelle Empfehlungen für alle enthalten, die sich mit der Bewertung von Pflanzenschutzmitteln und ihrer Wirkstoffe befassen, einschließlich der Industrie und Behörden. Das heute veröffentlichte Gutachten zu den wissenschaftlichen Erkenntnissen, die der Untermauerung dieser Leitlinien dienen sollen, wurde auf Ersuchen der Europäischen Kommission erstellt und trägt den wachsenden Bedenken von Mitgliedern des Europäischen Parlaments und Imker-Verbänden hinsichtlich der Eignung des derzeit verwendeten Risikobewertungsmodells Rechnung.

EFSA has published a review of the risks posed by pesticides to honey bees, bumble bees and solitary bees

The European Food Safety Authority (EFSA) has published a review of the risks posed by pesticides to honey bees, bumble bees and solitary bees (attached). EFSA has acknowledged enormous shortcomings and lacks of the actual risk assessment scheme: disorientation, larvae toxicity and long-term effects of pesticides are not evaluated before authorization is granted. All pesticides that are in use in the European Union have thus been authorized without any correct assessment and may thus be highly toxic for honeybees and other pollinators. Considering EFSA’s acknowledgment on the weakness of the assessment scheme of pesticides risks to bees and the increasing number of articles pointing at neonicotinoids and phenylpyrazoles as main culprits in honeybees disappearing, Pesticide Action Network (PAN) Europe and the European Beekeeping Coordination (EBC) demand an immediate ban on these molecules by the European Commission.

Toxicoloog Henk Tennekes: De neonicotinoiden zijn de vier ruiters van de apocalyps

De in Zutphen woonachtige toxicoloog Henk Tennekes voert al jaren een ware kruistocht tegen de neonicotinoïden. Tennekes, die in Engeland, Duitsland en Zwitserland twintig jaar kankeronderzoek deed, heeft ontdekt dat de relatie tussen dosis en werking van neonicotinoïden precies lijkt op die van bepaalde kanker­verwekkende stoffen. „Het effect stapelt zich op. Elk beetje gif dat een bij binnenkrijgt, hoe klein ook, brengt risico mee.” Volgens Tennekes veroorzaken de neonicotinoïden een ecologische ramp. „In Japan hebben ze ontdekt dat imidacloprid net zo op zoogdieren werkt als op insecten. Daar zie je een toename van ADHD, autisme, leer- en gedragsproblemen bij kinderen. Wat kopen we ervoor als onze kinderen neurologische storingen oplopen en alle insecten doodgaan? Het gaat heel snel. Exponentieel in de tijd. Dit zijn de vier ruiters van de apocalyps.”

In veel tuinen is geen plaats meer voor de natuur

De natuur wordt in veel tuinen niet meer gedoogd. Het is een trend om een tuin te beleggen met stenen of tegels en te omzomen met een schutting in plaats van een heg. Overal worden planten in potten gezet in plaats van de volle grond. Hier is geen plaats meer voor plant of dier. Geen vlinders, insecten, egeltjes, vogels en andere prachtige natuurverschijnselen. Vlinders kunnen zich niet meer voeden of een eitje afzetten want daarvoor zijn bloeiende planten en hier en daar een brandnetel nodig. Insecten, egels en andere dieren kunnen zich niet meer verschuilen en voedsel zoeken onder de struiken en in tuinafval. De vogels, als roodborst, winterkoningen, kool- en pimpelmezen vinden geen struiken of bomen meer om te schuilen en te nestelen. In deze tuinen zijn de insecten waarmee ze hun jongen voeren niet meer aanwezig. Egels vinden er geen wormen en slakken en worden tegen gehouden door al die schuttingen. In de stedelijke omgeving wordt het voortbestaan van insecten nog verder bemoeilijkt door verschraling van de beplantingen. Steeds vaker worden uit kostenoverwegingen kleurrijke beplantingen vervangen door verharding of gazons. En dat is bepaald niet bevorderlijk voor de levenskansen van insecten. Tips voor natuurlijk tuinieren en de bevordering van biodiversiteit in de stedelijke omgeving, zie bijlage.

De Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV) wijzigt standpunt ten aanzien van neonicotinoiden

De groep Veluwe Zuid van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV), in vergadering bijeen op 4 april 2012, in overweging nemende dat publicaties ( o.a. Science 30 maart 2012 Universiteit Stirling, en INRA, Frankrijk) van veldproeven de schadelijkheid van neonicotinoïden inmiddels ondubbelzinnig hebben aangetoond, heeft het hoofdbestuur van de NBV met klem verzocht om nu snel in deze zaak de noodzakelijke acties te ondernemen op basis van het uitgangspunt: “bij twijfel niet gebruiken en dus verbieden” (bijlage). Deze motie, die werd ontraden door het hoofdbestuur van de NBV, is op de algemene ledenvergadering (ALV) van de NBV van 28 april 2012 in stemming gebracht en aangenomen (265 geldige stemmen, 15 onthoudingen, 107 tegen, 143 voor). Het hoofdbestuur zal de motie uitvoeren terwijl de voorzitter het elk bestuurslid vrij laat om ook zijn eigen mening uit te dragen.

Ombudsman kijkt of EU laks optreedt tegen bijensterfte

De Europese ombudsman gaat onderzoeken of de Europese Commissie wel voldoende maatregelen heeft genomen tegen bijensterfte door bepaalde insecticiden. Aanleiding is een klacht uit Oostenrijk die stelt dat de Commissie onvoldoende rekening houdt met nieuw wetenschappelijk bewijs omtrent de schadelijkheid van neonicotinoïden. Volgens de Oostenrijkse ombudsdienst moeten neonicotinoïden opnieuw geëvalueerd worden aangezien zowel observaties van imkers als wetenschappelijke studies wijzen op een verhoogde bijensterfte door insecticiden van die groep. Op dit ogenblik analyseert de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA twee studies die verschenen in het wetenschapsblad Science. Daarin maakten Schotse en Franse wetenschappers met praktijkproeven duidelijk dat twee insecticiden van de groep der neonicotinoïden (imidacloprid en thiamethoxam, nvdr.) schadelijk zijn voor hommels en honingbijen. EFSA onderzoekt ook of Italië het bij het rechte eind heeft door uit voorzorg met insecticiden behandelde maïszaden van zijn grondgebied te weren.

Gifte in Schrebergärten und auf Feldern bedrohen Bienenvölker

In der Schweiz werden gemäss Angaben des Bundesamtes für Landwirtschaft (BLW) jährlich rund vier Tonnen Neonicotinoide auf Mais, Raps, Zuckerrüben, Gemüse, Kartoffeln, Obst und Zierpflanzen ausgebracht. Nicht nur die gängige Landwirtschaftspraxis ist schuld an der unterschwelligen Vergiftung unserer bestäubenden Insekten. Auch Privatpersonen greifen für ihren Schrebergarten oder ihre Balkonoase gerne auf Neonicotinoide zurück. Ihre systemische Wirkung ist äusserst praktisch, denn sie müssen nur in den Blumentopf gegossen werden, und schon sind die Blattläuse, die Weissen Fliegen oder die Spinnmilben Geschichte. Nur sind leider auch hier die Bienen die Leidtragenden.

EU response to bee death pesticide link questioned

The European Union's top watchdog launched an investigation into whether the EU's executive has taken sufficient account of new scientific evidence on the link between certain pesticides and bee deaths. Last month, two scientific studies showed that even low doses of neonicotinoids could harm bumblebees and honeybees, interfering with their homing systems and increasing the chance of individual bees dying while away from the hive. European Union Ombudsman P. Nikiforos Diamandou said he had opened an investigation after a complaint from the Austrian Ombudsman Board, who said the European Commission had failed to take account of the new evidence on the role of neonicotinoids in bee mortality. "In its view, the Commission should take new scientific evidence into account and take appropriate measures, such as reviewing the authorisation of relevant substances," said a statement from the EU Ombudsman's office. The ombudsman has asked the Commission to submit an opinion in the investigation by June 30, after which it will issue a report. Recommendations by the ombudsman are non-binding but are usually followed by the EU's institutions. The Commission said it had already asked the European Food Safety Agency (EFSA) to carry out a full review of all neonicotinoid insecticides by April 30 and that it would take appropriate measures based on the findings. Attached is an article on the influence of Bayer Cropscience on Dutch policy makers (which appeared in the magazine "Vrij Nederland" on April 4, 2012).

Bienensterben: Einfluss der Bayer AG auf Politik und Wissenschaft in den Niederlanden

Henk Bleker (Niederländischer Staatssekretär für Landwirtschaft) hat es nicht einfach. In der vergangenen Woche, während einer hitzigen parlamentarischen Debatte über die Gründe für das weltweite massenhafte Bienensterben, dachte er, dass er eine endgültige Zusicherung gegeben hatte, dass es keinen Grund zur Beunruhigung gäbe bezüglich der Pestizid Problematik. Wissenschaftler, Umweltschützer, Politiker und Imker gehen sich gegenseitig an den Hals über die Frage, ob systemische Pestizide, so genannte Neonicotinoide, die Ursache für die Verluste von Bienenvölkern darstellen. Die Tatsache, dass in Europa und Nordamerika Millionen von Bienenvölkern starben, beunruhigt den niederländischen Landwirtschaftssekretär. Denn ohne Bienen gibt es keine Bestäubung für Karotten, Tomaten und Blumenkohl. Bleker beauftragte ein Team von Wissenschaftlern, dieses Problem zu untersuchen. Letzten Mittwoch konnte er das Parlament beruhigen: Seine wissenschaftlichen Berater führten eine Literaturrecherche durch und fanden: „dass es keinen Beweis für eine Verbindung zwischen dem Bienensterben und Neonicotinoiden gäbe.“ Somit gab es keinen Grund, den Einsatz dieser Pestizide zu stoppen. Bleker war glücklich, die Landwirte waren glücklich, und die Hersteller der Pestizide waren glücklich. Aber die Tinte seines Berichts war kaum getrocknet, als das führende Wissenschaftsmagazin „Science“ zwei neue Studien veröffentlichte, die bestätigen, dass Neonicotinoide in der Tat ernste Schäden bei Bienen hervorrufen. In der französischen Studie wurden Honigbienen mit Chip-Sendern ausgestattet und anschließend realistischen Feld-Dosen des von der Firma Syngenta entwickelten Pestizids „Cruiser“ (mit dem Wirkstoff Thiametoxam) ausgesetzt. Die Bienen, die das Neurotoxin aufnahmen, hatten größere Schwierigkeiten ihren Stock wieder zu finden und gingen auf dem Weg eher verloren (als die Bienen der unbehandelten Kontrollgruppe).
In der anderen Studie der Stirling University in Schottland wurden Hummeln sehr niedrigen Konzentrationen des Neonicotinoids Imidacloprid der Firma Bayer ausgesetzt. Die exponierten Kolonien erlitten einen 85%igen Rückgang in der Anzahl ihrer produzierten Königinnen. Dieser Verlust neuer Königinnen würde im folgenden Jahr entsprechend zu 85% weniger neuer Hummelkolonien führen.
Kamen die Offenbarungen von „Science“ aus heiterem Himmel, oder hätten Blekers Pestizid-Berater besser informiert sein müssen? Wer sind denn diese Experten, auf die sich der (niederländische) Staat offensichtlich verlässt?