De inrichting van een tuin waar de vlinders het hele jaar terecht kunnen

Veel volwassen vlinders leven van nectar. Ze hebben een lange roltong waarmee ze nectar halen uit bloemen met een diepe bloemkroon, bijv. vlinderstruiken, distels en hemelsleutels. Het hele seizoen moet er wat te halen zijn. Alles staat of valt dus met geschikte bloeiende planten en struiken en een klein vijvertje. De rupsen doen zich te goed aan het blad van planten of struiken. Sommigen zijn erg kieskeurig. De rups van de dagpauwoog, kleine vos en atalanta lusten alleen maar brandnetel. De rups van het boomblauwtje eet alleen maar sporkehout, klimop of hulst. Deze eetplanten (waardplanten) mogen dus niet ontbreken in de tuin. Vlinders vliegen alleen als het warm is en op het liefst op zonnige, windstille plekjes. De vlindertuin moet daarom zoveel mogelijk beschut zijn door een wal, of een heg. Overwinteren doet de vlinder op verschillende manieren: als ei, rups, pop, of vlinder. Er blijven in de winter dan ook voldoende oude bloemstengels staan, want daar kunnen eitjes op zitten. In een strooisellaag van blad, takjes en plantenresten wachten de rupsen en poppen op het voorjaar. Tenslotte zijn er houtstapels, gestapelde dakpannen, enz. waarin de vlinders diep in kunnen wegkruipen voor de kou. Verdere aanbevelingen in de bijlage.

Bron: IVN Vries, Werkgroep Vlinders
http://www.ivn.nl/detail_page.phtml?&username=guest@ivn.nl&password=999…