EFSA: Methodes om het effect van neonicotinoiden op bijen te evalueren hebben in het verleden gefaald

Dat zegt een evaluerend rapport van het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) dat op 23 mei 2012 verscheen. De bestaande tests die invloed hadden op de autorisatie van het product zijn onvoldoende voor de wijd toegepaste systemische pesticiden. Door deze tekortkoming zijn heel wat neonicotinoiden op de markt gekomen. Het EFSA geeft toe dat de procedure voor autorisatie grondig herzien moet worden. Vrijdag 1 juni publiceerde EFSA een statement over de bevindingen van twee recente studies naar subletale effecten op bijen van imidacloprid en thiamethoxam (Henry et al. en Whitehorn et al.; Science 30 maart 2012). EFSA concludeert dat in sommige gevallen de geteste concentraties relevant zijn voor veldsituaties in Europa. Volgens het Ctgb is dit voor Nederland niet het geval (bijlage).

Neonicotinoiden worden toegepast als spray, zaadcoating of bij bodembehandelingen. De pesticide wordt in de gehele plant geabsorbeerd werkt dor tot de hele structuur van de plant: wortels, stengel, het sap, de bladeren, bloemen, pollen en nectar. In tegenstelling tot de oudere pesticiden blijven de neonicotinoiden even krachtig tijdens de hele plantcyclus. Bijen die zich voeden aan de pollen en nectar van behandelde planten krijgen dus over een lange periode minieme dosissen van hypertoxische pesticiden binnen.

Bron: GGO_Debat 30/05/2012
http://www.ggo-debat.be/authorisatieprocedure-voor-pesticiden-komt-teko…