Het Nederlandse oppervlaktewater kan halverwege deze eeuw ongeschikt worden voor de drinkwatervoorziening
Het Nederlandse oppervlaktewater kan halverwege deze eeuw van tijd tot tijd zo vervuild raken, dat het soms niet geschikt is om er drinkwater van te maken. Drinkwaterbedrijven moeten daarom overwegen een voorraad op te slaan voor moeilijke periodes. Dat staat in een rapport van het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat onlangs is gepubliceerd. De onderzoekers keken naar 11 zogeheten innamepunten in het stroomgebied van de Rijn en de Maas. Dat drinkwater komt bij 40 procent van de Nederlanders terecht. In de moeilijke periodes stroomt er minder water door de Rijn en de Maas en hun aftakkingen, zoals de IJssel. De lozingen van rioolwaterzuiveringsinstallaties, landbouw en industrie worden dan minder verdund. Dat kan dagen, maar ook maanden duren. Het RIVM-rapport concludeert onder meer dat er te veel bestrijdingsmiddelen in het water kunnen voorkomen in een droog jaar in combinatie met snelle klimaatverandering. Dat zou een keer in de bijna 5 jaar kunnen gebeuren. Voor sommige stoffen zouden zelfs de 'risicogrenzen' voor mensen kunnen worden overschreden.