Algemeen

Auswirkungen der Intensiv-Landwirtschaft in Deutschland und Europa

In Deutschland werden über 50 Prozent der Fläche durch die Agrarwirtschaft genutzt. Viele Tiere und Pflanzen sind auf diese Flächen als Lebensraum angewiesen. Aufgrund der Intensivierung der Agrarnutzung gilt eine Vielzahl von ihnen mittlerweile als gefährdet, darunter ehemals verbreitete Arten wie Feldhase, Kiebitz oder Acker-Rittersporn. Derzeit befinden sich 45 Prozent der Agrarvogelarten auf der Roten Liste und über 30 Prozent auf der Vorwarnliste. Besonders dramatisch ist der Einbruch beim Bestand der Rebhühner. Laut Daten des European Bird Census Council ist deren Vorkommen in Europa zwischen 1980 und 2010 von 13,4 Millionen auf nur noch 800.000 Exemplare zurückgegangen (minus 90 Prozent). Ähnlich dramatische Einbußen verzeichnen demnach unter anderem die Populationen von Ortolan (minus 87 Prozent) und Braunkehlchen (minus 71 Prozent). Eine weitere Artengruppe, die europaweit stark negative Trends aufweist, sind Tagfalter, die in Grünlandlebensräumen vorkommen. Dazu zählen Arten wie der Hauhechelbläuling oder das Große Ochsenauge. Der europäische Trendindikator für 17 ausgewählte Arten zeigt gegenüber dem Referenzwert von 1990 einen Rückgang um fast 50 Prozent. Zu den typischen Arten in Agrarlandschaften zählt die Rotbauchunke, die innerhalb Deutschlands einen Verbreitungsschwerpunkt in Mecklenburg-Vorpommern hat. Laut der Roten Liste Deutschland wird die Rotbauchunke als "stark gefährdet" eingestuft.

Het gebrek aan ongewervelde dieren veroorzaakt achteruitgang van de Knoflookpad in Nationaal Park De Meinweg

De Knoflookpad (Pelobates fuscus) is de zeldzaamste amfibieënsoort van de Meinweg en behoort tot de meest bedreigde amfibieën van Limburg. De volwassen knoflookpad leeft van kleine ongewervelde dieren die hij 's nachts tegenkomt op de bodem. Van exemplaren uit Oekraïne bleek uit onderzoek dat voornamelijk loopkevers en daarnaast nachtvlinders op het menu staan. Andere ongewervelden, zoals vliegen en muggen, snuitkevers, dwergcicaden, spinnen, duizendpoten en mieren werden eveneens aangetroffen in de maag. Al in het begin van de jaren negentig is geconstateerd dat de soort in Midden Limburg sterk achteruit is gegaan. Vanaf 1977 tot 1994 is de Knoflookpad in twintig onderzochte oppervlaktewateren in de Meinweg in bezetting teruggegaan van 13 naar zes locaties. In 1999 zijn dezelfde wateren opnieuw onderzocht en is het voorkomen nog maar in drie wateren vastgesteld.

Pestizide: Erst sterben die Insekten – dann die Vögel

Paul Nothers ist diplomierter Landwirt, passionierter Jäger – und liebt die Natur. Als er vor mehr als 50 Jahren auf den Hof seiner Familie in Orbroich zog, war die Welt noch in Ordnung. „Insekten überall, Wild, Hasen, Rebhühner und Fasane im Überfluss“, erinnert er sich. Singvögel hörte und sah er ständig. Und wenn er eine längere Fahrt im Auto unternahm, musste er danach seine Windschutzscheibe von Insekten säubern. Das ist lange her. Heutzutage gibt es eine Fülle von heimischen Tierarten, die laut Bericht des Bundesumweltministeriums kurz vor dem Aussterben stehen. Für den 82-Jährigen ein triftiger Grund, in seiner Dankesrede zur Verleihung des Bundesverdienstkreuzes an die Gäste aus Verwaltung, Politik, Natur- und Umweltschutz in Krefeld einen dringenden Appell zu richten. Deutschland stehe vor einer ähnlichen Öko-Katastrophe wie die USA in den 60er Jahren, als neue Pestizide auf DDT-Basis und Herbizide wie Agent Orange auf den Markt kamen. Viele dieser tödlichen Gifte sind in den vergangenen Jahrzehnten verboten worden. Neue dafür nachgerückt. Beispielsweise die Neonikotinoide, eine neue Generation von Insektiziden. „Die sich anbahnende Katastrophe ist viel gefährlicher“, warnt Nothers. Man sehe nicht mehr massenweise tote Vögel, weil sie sang- und klanglos verschwinden. Auch die Insekten verschwinden und mit ihnen der Anfang der Nahrungskette. In der Folge sterben die Amphibien. Wespen, Heimchen und Schmetterlinge gehen stark zurück. „Wann haben Sie zuletzt mal ein Glühwürmchen gesehen?“, fragt er suchend in die Runde.

De neonicotinoíden en de afbraak van het ecosysteem - moeten we echt wachten tot de voorspelling van Henk Tennekes uitkomt?

Gevallen van massale sterfte, samen met uitbraken van ziekten en andere stressfactoren voor populaties, komen steeds vaker voor. We hebben het niet over een paar dode vissen op het strand. Bij massasterfte gaat het om afzonderlijke gebeurtenissen waarbij meer dan 90 procent van een populatie wordt uitgeroeid. En volgens nieuw onderzoek komt het steeds vaker voor. Het onderzoek, dat deze week verscheen in de Proceedings of the National Academy of Sciences, is de eerste studie waarin wordt gekeken of massasterfte door de tijd heen is toegenomen. De onderzoekers hebben historische verslagen van 727 gevallen van massasterfte tussen 1940 en 2012 bekeken en vastgesteld dat vogels, ongewervelde zeedieren en vissen steeds vaker slachtoffer zijn. Massasterfte kan tot permanente verandering van de voedselketen leiden. Massasterfte kan ook gevaren met zich meebrengen voor menselijke activiteiten zoals de landbouw, bijvoorbeeld wanneer insecten die planten bevruchten (denk aan bijen) het slachtoffer zijn. “Zulke gebeurtenissen kunnen de ecologische en evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde in een andere richting sturen”, schrijven de onderzoekers.

De ringslang heeft het zwaar in Nederland

De Ringslang (Natrix natrix) is landelijk gezien zeer kwetsbaar. De achteruitgang heeft vooral te maken met intensivering van de landbouw, verdroging en versnippering van de leefgebieden, verkeersslachtoffers, enz. Ook het verdwijnen van geschikte eilegplaatsen (open stalmesthopen) spelen de dieren parten. (Rode Lijstsoort). Het is niet altijd even duidelijk te zien maar de Ringslang is het duidelijkst te herkennen aan de oranje kleurige vlekjes achter op de kop. Water is voor de Ringslang van levensbelang. Daar vindt hij de kikkers, de visjes en salamanders die hij voornamelijk eet. De Ringslang houd van beschutte plekjes uit de wind waar zon en schaduw elkaar afwisselen. Regelmatig worden ze gezien onder, maar soms ook in, bramenstruiken. Hier liggen ze veilig. Het dier is een echte zwerver en kan grote afstanden afleggen. De Ringslang is niet giftig en volkomen ongevaarlijk!

WWF-Report: Intensiv-Landwirtschaft verschuldet dramatischen Artenschwund in Deutschland / Rebhuhn, Singvögel und Schmetterlinge sind die großen Verlierer

Die Intensivierung der Landwirtschaft in Deutschland und Europa ist eine Hauptursache für den teils dramatischen Verlust von Tier- und Pflanzenarten. Diese Intensivierung beinhaltet unter anderem hohe Stickstofffrachten und Pestizideinsätze, die sich für viele Organismen negativ auswirken. Davor warnt die Naturschutzorganisation WWF anlässlich des Starts der „Internationalen Grünen Woche“ in Berlin auf Basis einer auszugsweisen Vorabveröffentlichung einer Grundlagenstudie für ein Pilotprojekt zu Artenvielfalt und Landwirtschaft. So gelten beispielsweise die Vögel der Agrarlandschaft als überdurchschnittlich stark gefährdet: 45 Prozent befinden sich auf der Roten Liste. Selbst die Populationen vermeintlich häufiger Arten wie Star und Feldsperling sind um rund die Hälfte zurückgegangen. Zusätzlich hat die Universität Göttingen herausgefunden, dass die große Mehrzahl der ehemals für Grün- und Ackerland typischen Pflanzen in den vergangenen Jahrzehnten um bis zu 95 Prozent abgenommen hat.

Ongefundeerde hetze tegen IUCN Task Force on Systemic Pesticides

Een onderzoek dat eind juni werd gepubliceerd en concludeerde dat neonicotinoïde gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn voor bijen blijkt nu vervalst, zo schrijft The Times. Een bericht op de blog van een medewerker suggereert dat de onderzoekers hun conclusies bij voorbaat hadden opgesteld, en dat ze met hun publicaties een wereldwijd verbod op neonicotinoïden wilden bekomen. Eén van de betrokken onderzoekers bevestigt dat het bericht juist is, maar ontkent dat het onderzoek bevooroordeeld was. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie hoopt dat beleidsmakers het onderzoek nu met de nodige voorzichtigheid zullen behandelen. Tegelijkertijd hopen landbouwers dat de huidige (tijdelijke) ban op neonicotinoïden, volgend jaar niet door de evaluatie geraakt.

Freshwater species have suffered a 76 per cent decline since 1970, an average loss almost double that of land and marine species

According to the Living Planet Report report, populations of fish, birds, mammals, amphibians and reptiles have declined by 52 per cent since 1970. Freshwater species have suffered a 76 per cent decline, an average loss almost double that of land and marine species. “Biodiversity is a crucial part of the systems that sustain life on Earth – and the barometer of what we are doing to this planet, our only home. We urgently need bold global action in all sectors of society to build a more sustainable future,” said WWF International Director General Marco Lambertini. Biodiversity declines in Africa highlight the intense pressure felt by tropical species. For the thousands of species tracked by the report, the tropics showed a 56 per cent loss across populations compared to 36 per cent in temperate zones. “The unique nature and natural resources of Africa are under more pressure than ever before. Life-sustaining ecosystems are rapidly degrading, thus compromising the future security, health and well-being of millions of African people, with the poor heavily and disproportionately bearing the brunt of these losses,” said Fred Kumah, Director of Africa at WWF International.

Neonicotinoid contamination of global surfacewaters and associated risk to aquatic invertebrates: A review

Neonicotinoids, broad-spectrum systemic insecticides, are the fastest growing class of insecticides worldwide and are now registered for use on hundreds of field crops in over 120 different countries. The environmental profile of this class of pesticides indicate that they are persistent, have high leaching and runoff potential, and are highly toxic to a wide range of invertebrates. Therefore, neonicotinoids represent a significant risk to surface waters and the diverse aquatic and terrestrial fauna that these ecosystems support. This review synthesizes the current state of knowledge on the reported concentrations of neonicotinoids in surface waters from 29 studies in 9 countries world-wide in tandem with published data on their acute and chronic toxicity to 49 species of aquatic insects and crustaceans spanning 12 invertebrate orders. Strong evidence exists that water-borne neonicotinoid exposures are frequent, long-term and at levels (geometric means = 0.13 μg/L (averages) and 0.63 μg/L (maxima)) which commonly exceed several existing water quality guidelines.

Biodiversiteit in vrije val

De internationale inspanningen om de achteruitgang van de biodiversiteit tegen 2020 aan banden te leggen hebben gefaald. Dat stelt het tussentijdse VN-rapport over de huidige stand van zaken van de biodiversiteit. Op de VN-conferentie over biodiversiteit (COP12) die vandaag in Zuid-Korea start, zijn 200 landen samen om het verlies aan natuur en soorten te bespreken. De doelen die de leden in 2010 hebben vastgelegd om dat verlies aan banden te leggen, omvatten onder meer inspanningen om de vernietiging van de natuurlijke habitat van soorten tegen te gaan, vervuiling te verminderen en overbevissing te stoppen tegen 2020. Twintig doelstellingen werden daarvoor onderverdeeld in 56 elementen en slechts vijf daarvan zitten vandaag op schema. Volgens de experts in natuurbehoud wijst dat op een absoluut gebrek aan vooruitgang terwijl we al halfweg de termijn zijn om die doelen te bereiken.