Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er een verband is tussen imidacloprid concentraties en de insectenrijkdom in het oppervlaktewater
Er vliegen de laatste jaren steeds minder insecten rond. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er een verband is tussen imidacloprid concentraties en de insectenrijkdom in het oppervlaktewater:
http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0062374. Op bijna de helft van het aantal plekken waar de afgelopen acht jaar in Nederland gemeten is zit er te veel imidacloprid in het water. Sommige metingen gaven zelfs aan dat de concentratie imidacloprid in het oppervlaktewater 25.000 keer de norm overschreed. Op plekken met te hoge imidacloprid concentraties werden gemiddeld drie keer zo weinig ongewervelde dieren gevonden dan in water dat wel aan de norm voldeed. Ook onder die 13 nanogram per liter grens heeft imidacloprid nog steeds een schadelijk effect op de insectenrijkdom in het water, zo vonden de onderzoekers. De resultaten bevestigen de conclusies van het in 2010 verschenen boek van de toxicoloog Henk Tennekes (The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making"): chronische blootstelling van geleedpotigen (arthropoden) aan stoffen die onomkeerbare en zich stapelende beschadigingen in het centrale zenuwstel veroorzaken, leiden tot een milieuramp. In een reactie, die op 11 mei 2013 werd gepubliceerd in de NRC, komen de Utrechtse toxicologen Dr. Henk Vijverberg en Prof. Dr. Bas Blaauboer tot de conclusie dat het onderzoek in een aantal opzichten manco's vertoont en geen argument vormt om de milieunorm voor imidacloprid aan te passen. In een weerwoord schrijft de Utrechtse universitaire docent en auteur Jeroen van der Sluijs dat in het onderhavige geval (imidacloprid en sterke afname van rijkdom van ongewervelden in en om het water) alle drie de vereiste bewijzen om van causaliteit te mogen spreken zijn geleverd. Ingrijpen is nu geen kwestie meer van het voorzorgsprincipe maar van het preventie principe (zie UNESCO COMEST rapport The Precautionary Principle voor uitleg van het verschil), aldus Van der Sluijs. De toxicoloog Henk Tennekes onderschrijft deze visie en is ook van mening dat de waarschuwingen over de mogelijke rol van milieuverontreiniging met neonicotinoiden bij de sterk dalende populaties van vogels, kikkers, egels, vleermuizen en andere insectenetende dieren niet ver gezocht zijn en serieus moeten worden genomen. Groteske overschrijdingen van milieunormen zijn ontoelaatbaar, aldus Tennekes.