Akkervogels

Schutz der Heidelerche auf dem Schaffhauser Randen

Die Heidelerche Lullula arborea ist eine in der Schweiz stark gefährdete Vogelart. Nach stetigem Rückgang kam die Heidelerche Anfang der Achtzigerjahre im östlichen Jura praktisch nur noch auf dem Schaffhauser Randen vor. Seit 1997 hat sich der Bestand der bedrohten Heidelerche - dank Buntbrachen - auf dem Schaffhauser Randen nahezu verdoppelt, ebenso konnten auch andere Vogelarten wie der Baumpieper Anthus trivialis oder die Goldammer Emberiza citrinella von den Massnahmen zur Verbesserung ihres Lebensraum profitieren. Buntbrachen sind mit Ackerwildkräutern angesäte, mehrjährige Streifen auf stillgelegtem Ackerland. Nicht nur für Vögel haben die Buntbrachen positive Auswirkungen, auch das Wild sowie unzählige Insekten und Spinnen nutzen das neue Nahrungsangebot dieser ökologischen Ausgleichsflächen.

Het paapje komt door het gebruik van pesticiden nauwelijks meer voor in het boerenland

In 1960 omvattende de Nederlandse populatie van het paapje Saxicola rubetra 2.500-4000 paren. De huidige aantallen liggen ruim 80% lager. Ook vanaf 1990 is er een significante afname. Voor het paapje is een ruim en gevarieerd insectenaanbod cruciaal. Deze vogelsoort is verdwenen uit het agrarische cultuurland en de duinen. Uit recent onderzoek van Wageningen Universiteit en acht andere Europese universiteiten is gebleken dat het gebruik van pesticiden, zoals in de intensieve akkerbouw, een negatief effect heeft op de biodiversiteit van wilde planten, loopkevers en broedvogels. Ook voor een aantal afzonderlijke broedvogelsoorten waaronder het paapje bleken insecticiden en fungiciden de doorslaggevende factoren te zijn. Het voorkomen van het paapje is nu geconcentreerd in hoogvenen, vochtige heidevelden en natte graslanden in het noordoosten van het land (Drenthe, Oost-Groningen, Zuidoost-Friesland). In het Bargerveen nam het aantal territoria af van van 11 tot 18 in de periode 2000 tot 2003 naar 6 in 2009; in het Drents-Friese Wold nam het aantal territoria af van 9 tot 21 in de periode 2000 tot 2003 naar 9 in 2009.

Frank Berendse (Wageningen Universiteit) in de Tweede Kamer: De akkervogels verdwijnen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen

Uit recent onderzoek van Wageningen Universiteit en andere Europese universiteiten is gebleken dat pesticiden in de intensieve akkerbouw een negatief effect hebben op de biodiversiteit van wilde planten, kevers en broedvogels (zie bijlage). ‘Het gebruik van insecticiden en fungiciden blijkt consistent een groot negatief effect te hebben op de biodiversiteit. Die uitkomsten zijn zeer robuust’, stelt Frank Berendse,hoogleraar Natuurbeheer en plantenecologie in Wageningen. Een verdubbeling van de agrarische productie, van 4 naar 8 ton per hectare, leidt gemiddeld tot een halvering van het aantal wilde plantensoorten en het verlies van een derde van het aantal soorten loopkevers en broedvogels. Op 3 november 2010 deed Prof. Frank Berendse verslag van de resultaten van het onderzoek tijdens een rondetafelgesprek van de Vaste commissie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (zie bijlage). De gevolgen voor de Nederlandse akkervogels zijn catastrofaal. De grauwe gors en de ortolaan zijn inmiddels verdwenen en het paapje komt als akkervogel niet meer voor. Korhoenders en kwartelkoningen zijn ook zo goed als uitgestorven. De geelgors is verdwenen uit het westen en noorden van het land. Andere tot voor kort wijd verspreide akkervogels (patrijs, veldleeuwerik en kievit) verliezen in razend tempo terrein. De cijfers uit Vlaanderen zijn ook weinig hoopgevend: traditionele akkervogels zoals Patrijs, Veldleeuwerik, Grauwe Gors, Geelgors en Ringmus vertonen een afname van -50 tot zelfs -95 % op 30 jaar tijd. Ook in Luxemburg zijn akkervogels uitgestorven (korhoen, grauwe gors) of worden met uitsterven bedreigd (paapje, kievit, kwartelkoning).

Rebhuhn, Braunkehlchen und Kuckuck werden immer seltener

Die Staatsregierung Sachsen gibt in der Großen Anfrage für Vögel der Agrarlandschaft folgende Rückgangszahlen an: Rebhuhn Perdix perdix: Rückgang von 1990 - 2007 um 88 Prozent; Braunkehlchen Saxicola rubetra: Rückgang 1990 - 2007 um ca. 50 Prozent; Feldlerche Alauda arvensis: Rückgang 1990-2007 um ca. 55 Prozent; Kiebitz Vanellus vanellus: Rückgang 1993-2007 um ca. 68 Prozent; Kuckuck Cuculus canorus: Rückgang 1990-2007 um 42 Prozent.

Invertebrates are a major component of chickfood for many farmland bird species

Invertebrates are a major component of chickfood for many farmland bird species: chaffinch (Fringilla coelebs), cirl bunting (Emberiza cirlus), corn bunting (Miliaria calandra), goldfinch (Carduelis carduelis), greenfinch (Carduelis chloris), grey partridge (Perdix perdix), house sparrow (Passer domesticus), quail, red-legged partridge (Alectoris rufa), reed bunting (Emberiza schoeniclus), rook (Corvus frugilegus), skylark (Alauda arvensis), stone curlew (Burhinus oedicnemus), tree sparrow (Passer montanus), yellowhammer (Emberiza citrinella) and yellow wagtail (Motacilla flava).