De knoflookpad wordt sterk bedreigd door milieuverontreiniging met imidacloprid

De knoflookpad (Pelobates fuscus) is een plompe pad met opvallend uitpuilende ogen met verticale pupillen. Zijn leefgebied bestaat uit rivierduinen en kleinschalig agrarisch landschap met bos in de nabijheid. De knoflookpad is gebonden aan de stroomdalen van beken en rivieren in het oosten en zuidoosten van Nederland. De knoflookpad is op dit moment één van de meest bedreigde amfibieën in Nederland. Sinds 1990 zijn er in Nederland nog maar 38 leefgebieden van de knoflookpad bekend, daarvoor was hij bekend van meer dan 100 leefgebieden. Tegenwoordig is het belangrijkste leefgebied van de knoflookpad in Overijssel het stroomgebied van de Overijsselse Vecht. Dit is het grootste bolwerk van de soort in Nederland. Twente was vroeger ook een belangrijke regio. Helaas zijn de meeste leefgebieden hier verdwenen. Een aantal leefgebieden liggen nog langs weerszijden van de IJssel. In Limburg resteren nog slechts drie leefgebieden. De Knoflookpad wordt in al deze gebieden in haar voortbestaan bedreigd. Vooral in Midden-Limburg is de situatie uiterst alarmerend. Van de meer dan 25 wateren waar de soort hier in het verleden is waargenomen resteert er tegenwoordig nog één. Deze populatie in Nationaal Park De Meinweg verkeert op de rand van uitsterven. Hiermee zouden de laatste Knoflookpadden van Midden-Limburg verloren gaan.

De knoflookpad is een insectivoor (insecteneter). Insecten worden in het verspreidingsgebied van de knoflookpad bedreigd door verontreiniging van het oppervlaktewater met het insecticide imidacloprid. Tijdens de voortplanting in het water pakt het knoflookpadmannetje het vrouwtje in de liezen vast en hangt als het ware achter aan het vrouwtje. De voortplantingswateren bevinden zich vooral bij of op hogere zandgronden in de directe omgeving van geschikte leefomgeving op het land. De knoflookpad gebruikt verschillende type wateren bij voorkeur matig voedselrijk tot voedselrijk om zich voort te planten zoals:vennen, kolken, geïsoleerde rivierarmen, poelen, en (tuin-)vijvers. Belangrijk voor de knoflookpad is dat er in het water hoog opgaande planten (riet, lisdodde) of takken aanwezig zijn waaraan de eisnoeren kunnen worden opgehangen. Omdat de knoflookpad zich vanaf april voortplant is het belangrijk dat het gebruikte water tot eind augustus water houdt, wanneer de jonge padden het land op gaan.

Gebruikte bron: RAVON
http://www.ravon.nl/Infotheek/Soortinformatie/Amfibie%C3%ABn/Knoflookpa…