Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: 'Ons was niets bekend van nadelige effecten van imidacloprid'

De overschrijdingen van neonicotinen, waaronder imidacloprid, in het oppervlaktewater vinden al plaats sinds 2004. Waarom deed de overheid niets? Wat is de rol van de waterschappen? Henk Bouman van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) vertelt dat de negen toezichthouders van het HHNK die eerste jaren niets bekend was van nadelige effecten.

Wel werd duidelijk dat er steeds meer imidacloprid in het water kwam. Geleidelijk werden landelijk op honderden controlepunten overschrijdingen aangetroffen, variërend van iets boven de vijf tot honderden en soms duizenden maal (Noordwijkerhout, Boskoop, Almere) het MTR of maximaal toelaatbaar risiconiveau. Vooral in de kop van Noord-Holland en in Zuid-Holland was het raak.
De waterschappen hadden aanvankelijk nog invloed op de overschrijdingen van de MTR. Door (glas)tuinbouwers en kwekers een individuele vergunning te geven en de naleving steekproefsgewijs te controleren. Later schoof de landelijke overheid dat vergunningstelsel terzijde en kwamen er landelijke regels waar 'men' zich aan moest houden.
Die sloegen op de wijze waarop de bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt voor zaadbehandeling, spuitmiddel, in korrels en in druppelsystemen (in kassen) en of het gewas wel ver genoeg van de sloot afstaat. Maar als er vervolgens in de omgeving van kweker of tuinder te veel imidacloprid werd aangetroffen, was het uiterst lastig om met de vinger te wijzen naar de boosdoener, bleek Bouman en zijn collega's.
Lastig is ook, dat volgens de regels dat overtollige 'drainwater' mag worden geloosd als er door te veel zout in het circulatiewater gewasschade dreigt, zegt Bouman. ,,Daar kan dan niet tegen worden opgetreden'', zegt hij. Het rijk heeft inmiddels met de glastuinbouwsector afgesproken dat vanaf 2013 de sector wordt afgerekend op de werkelijke verontreiniging. In de open en bollenteelt gaat het vooral om problemen rond bolontsmetting waarbij wel eens druppels gif worden gemorst of anderszins kleine hoeveelheden neonicotinoïden via afval of regenwater in nabijgelegen sloten terechtkomen.
Alleen als de lozing feitelijk geconstateerd wordt, kunnen de toezichthouders verbaliseren. In 2010 zijn door HHNK 480 bedrijven gecontroleerd, er zijn 42 waarschuwingen afgegeven en er is drie keer proces-verbaal opgemaakt. In het verleden zijn er door het openbaar ministerie schikkingsvoorstellen gedaan van bedragen van soms meer dan duizend euro. Meestal blijft het echter bij een waarschuwing.

Bron: Noordhollands Dagblad, 10 juni 2011 (bijlage)

Henk Tennekes

wo, 22/06/2011 - 13:55

Zowel recirculatie-, spui-, filterspoel-, condens- als bassinwater van glastuinbouwbedrijven bevatten gewasbeschermingsmiddelen. Restwater van bedrijven kan bij lozing dus het oppervlaktewater vervuilen. Vooral in spui- en filterspoelwater kunnen hoge concentraties voorkomen. Dat stond in het rapport ‘Emissiereductie van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de glastuinbouw', dat was opgesteld door meerdere waterschappen, Wageningen UR en Bayer Crop Science. Bij de presentatie van het rapport op 28 januari 2009 waren alle betrokken partijen, inclusief LTO Glaskracht Nederland en Nefyto, het erover eens dat maatregelen op zijn plaats zijn, maar dan wel in gezamenlijk verband. 'Onmogelijke eisen werken averechts', vond men toen. Veel telers zagen op dat moment geen mogelijkheden om de emissie te beperken en beweerden aan het maximum van hun mogelijkheden te zitten.

Bron: Vakblad voor de Bloemisterij, 30 januari 2009
http://www.vakbladvoordebloemisterij.nl/nieuws/2571/geen-mogelijkheden-o