Bestrijdingsmiddelen kunnen het einde zijn van kleverige poelslakken in de Wieden-Weerribben

De Kleverige poelslak (Myxas glutinosa) is een inheemse waterslak uit het zoete water. De dieren hebben een erg fragiel en dun slakkenhuisje met een oorvormige mondopening. Dit kun je echter bij de kruipende slakken niet altijd goed zien, omdat ze de buitenkant van het lichaam (de mantel) er bijna altijd omheen schuiven. Andere waterslakken doen dat niet. Hierdoor lijken ze op één tot anderhalve centimeter grote, geelbruine, plakkerige slijmklompjes. Deze uiterst kritische soort kan alleen leven in zeer schoon, helder, min of meer stilstaand water. In Nederland is het dier van oudsher bekend uit grote delen van het land, aangetroffen in zowel kleine als grotere sloten, plassen, meren en moerassen met een weelderige onderwatervegetatie, vaak met Krabbenscheer, maar ook met onder meer Brede waterpest of Fonteinkruid.

De Nederlandse populatie van de Kleverige poelslak was begin vorige eeuw één van de rijkste in Europa. Deze broze zeldzaamheid blijkt zich nu vrijwel alleen nog in natuurgebieden die in laagveengebied liggen te kunnen handhaven. Daarbuiten is hij in 80% van het oorspronkelijke leefgebied verdwenen, onder andere doordat water is verontreinigd met chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De belangrijkste van de nu nog overgebleven populaties zijn aanwezig in de Kop van Overijssel en het zuidwesten van Friesland. Binnen dit gebied kunnen de Wieden en Weerribben worden gezien als belangrijk kerngebied.

Bron: Nature Today, 19-11-17
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23922