Extreme oppervlaktewaterverontreiniging met bestrijdingsmiddelen bedreigt de kluut in het Delta- en Waddengebied
De kerngebieden van de verspreiding van de kluut Recurvirostra avosetta zijn gelegen in de Waddenzee (vooral Noord-Friesland-buitendijks, Groningse Noordkust, Dollard), de Kop van Noord-Holland (Balgzand) en het Deltagebied (grootste kolonies in Volkerakmeer en Haringvliet). In het afgelopen decennium viel in de Delta een substantiële teruggang te bespeuren. Zo nam het aantal paren in het Haringvliet in 2009 t.o.v. 2008 met 44% af; met 253 paren bereikte de soort hier het laagste aantal sinds 2002. In het Volkerakmeer neemt de Kluut sinds 2003 jaarlijks in aantal af en werd in 2009 met 145 paren een dieptepunt bereikt. De kluut was van oudsher ook een broedvogel op de Slikken van Flakkee, de Hompelvoet en de Slikken van Bommenede. Ook hier zijn de aantallen sterk teruggelopen. Recent neemt het aantal kluten ook in het Waddengebied af. Een sterke afname doet zich voor langs de vastewalkust. Langs de Noordkust van Groningen, tussen Lauwersmeer en Eemshaven, broedde in 2004 nog maar 16% van de populatie in 1987. Een vrijwel vergelijkbare trend wordt ook langs de Friese Noordkust gevonden. De aantalsontwikkeling van de kluut op het Balgzand is ronduit rampzalig. Tot 2005 kwamen jaarlijks nog 400-600 paren tot broeden. In 2008 broedden nog slechts 23 paren kluten op Balgzand. Het broedsucces is bovendien nihil. In alle belangrijke broedbiotopen van de kluut in het Delta- en Waddengebied worden arthropoden bedreigd door extreme oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid en andere bestrijdingsmiddelen, met name door de bollen- en aardappelteelt. In vrijwel alle andere gebieden van Europa was de broedpopulatie van de kluut in de jaren 1990 stabiel of nam zelfs toe (gegevens Birdlife International, zie bijlage).