Oppervlaktewaterverontreiniging met neonicotinoiden bedreigt de vlokreeft, een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten
Het Tjeukemeer is een van de grootste meren in Friesland. Het water staat via spuisluizen in indirecte verbinding met het IJsselmeer, zodat gedurende het late voorjaar en in de zomer IJsselmeerwater kan worden ingelaten. In de winter fungeert het meer als afwateringsgebied voor een groot gedeelte van Zuid-Oost Friesland. Dankzij de regelmatig uitgevoerde sleepnetbemonsteringen is er een redelijk goed beeld verkregen van de relatieve aantallen van 8 algemene vissoorten namelijk: Paling (Anguilla anguilla). Brasem (Abramis brama), Kolblei (Blicca bfoerkna). Blankvoorn Rutilus rutilus). Spiering (Osmerus eperlanus). Snoekbaars (Stizostedion lucioperca). Baars (Perca fluviatilis) en Pos (Gymnocephalus cernua). Hiervan is Brasem verreweg de meest voorkomende vis. De Paling neemt na 1983 sterk af. Tussen 1973 en 1980 nemen vooral Baars en Pos sterk in aantal af. De vlokreeft (Gammarus tigrinus) is een belangrijk voedselorganisme voor bijna alle vissoorten in het meer. Deze vlokreeftensoort is na 1979 enorm in aantal gedaald. Deze achteruitgang is ongetwijfeld van invloed geweest op de visfauna.