Heidevogels

Gebrek aan insecten was de doodsteek voor de korhoenders van de Holterberg

De Holterberg en korhoenders (Lyrurus tetrix, vaak ook Tetrao tetrix), ooit hoorden ze bij elkaar als Jip bij Janneke. Maar de tijd dat de vogels hier massaal voorkwamen ligt ver achter ons. De vogels werden steeds verder terug gedrongen naar uiteindelijk de heidevelden in het midden van de heuvel. Nadat veertig jaar geleden het hoen verdwenen was uit het nabij gelegen Wierdense Veld en de Borkeld ging het ook op de Holterberg bergafwaarts. De kleine restpopulatie kon het op eigen kracht niet redden. De kuikens voeden zich in de eerste twee weken van hun leven met ongewervelden.

Insecticiden roeien sprinkhanen en krekels uit

Meer dan een kwart van de Europese sprinkhaan- en krekelsoorten worden met uitsterven bedreigd door onduurzame landbouw in Europa. Dit blijkt uit een nieuw rapport van de International Union for Conservation of Nature. Omdat krekels en sprinkhanen een belangrijke voedselbron zijn voor veel vogels en reptielsoorten, brengt hun achteruitgang hele ecosystemen in gevaar. Het is de eerste keer dat wetenschappers de status van alle 1.082 sprinkhaan- en krekelsoorten in Europa onder de loep nemen.

De verdwenen broedvogels van de Gorsselse Heide

Het gebied de “Gorsselse Heide” is ruim 110 hectare groot en wordt gekenmerkt door een centraal gelegen heideveld van zo’n 40 hectare, met daaromheen een brede zoom van oud (naald)bos, begrenst door openbare zandwegen. Het zal niemand verbazen dat de Wulp (Numenius arquata) vroeger een vaste broedvogel was op de Gorsselse Heide. Wulpen broedden toen nog veel in natte heidevelden en hoogvenen. Zowel in 1969 als in 1983 werden er nog drie broedparen geteld op de heide. Dat moet een flink gejodel geweest zijn in het vroege voorjaar!

Großtrappen brauchen sehr viele Insekten für die ersten Lebenswochen ihrer Jungtiere. Doch sie finden einfach zu wenige

Gleich hinter dem Dörfchen Baitz stehen an allen Wegen sehr gut sichtbar die leuchtend gelben Schilder: „Naturschutzgebiet“. Durchfahrt verboten, denn hier leben ganz, ganz seltene Vögel: Großtrappen (Otis tarda) – immerhin die größten flugfähigen Vögel Europas, die vor 20 Jahren in Deutschland fast ausgestorben waren. Mitte der 90er-Jahre, als auch in Brandenburg der Tiefpunkt für diese Population erreicht war, wurden nur noch 57 Tiere gezählt. „Aktuell sind es 232“, sagt Steffen Bohl, der Chef des Naturparks Hoher Fläming. „Das ist die höchste Zahl der vergangenen zwei Jahrzehnte. Aber die Trappen sind trotzdem noch vom Aussterben bedroht, denn erst bei mehr als 1000 Tieren würde die Population als stabil gelten.“ Dass der seltene Vogel überlebt hat, liegt allein am Menschen. Aber er ist auch Schuld daran, dass er fast ausgestorben ist. „Im 17. und 18. Jahrhundert zahlte der Staat noch Abschussprämien, weil Großtrappen überall verbreitet waren und als Landplage galten“, erzählt Bohl. Der Bestand sank aber immer weiter, 1939 wurden noch 3 400 Tiere in der Mark Brandenburg gezählt. Der Grund für den massiven Rückgang war die Intensivierung der Landwirtschaft und der Einsatz von Dünger und Pflanzenschutzmitteln, sagt Bohl. „Durch die Pestizide sank die Zahl der Insekten dramatisch.“ Die Trappen brauchen aber sehr viele Insekten für die ersten Lebenswochen ihrer Jungtiere. Doch sie fanden einfach zu wenige. Genau wie andere Vögel, etwa Feldlerche, Raubwürger oder Neuntöter. Bohl erklärt, dass wissenschaftliche Untersuchungen ergeben haben, dass auf den intensiv genutzten Futterwiesen der modernen Landwirtschaft zehn Mal weniger Insekten leben als auf einer Naturwiese.

Het Nederlandse cultuurlandschap wordt al sinds 2004 bezoedeld met insectenkiller imidacloprid

Een inventarisatie van meer dan vijfvoudige normoverschrijdingen van het neonicotinoïde insecticide imidacloprid in het oppervlaktewater in 2014 bevestigt het treurige beeld van bezoedeling van het Nederlandse cultuurlandschap met een voor insecten uitzonderlijk giftige stof dat al sinds 2004 heeft plaats gevonden en een bepalende rol speelt bij de verhoogde bijenvolksterfte. De imidacloprid concentraties in het oppervlaktewater correleren eveneens met achteruitgang van insectivore vogelsoorten, die zich door insectenschaarste niet kunnen voortplanten. Een waterschap is een overheidsorganisatie, net zoals de Rijksoverheid, de provincies en de gemeenten, belast met watersysteembeheer (dit gaat over de kwantiteit, kering en waterkwaliteit) en zuiveringsbeheer (zuivering van afvalwater). Er is bijna geen waterschap in Nederland dat niet met imidacloprid verontreiniging te kampen heeft, maar er wordt nog steeds niet ingegrepen. Navolgend het aantal locaties met meer dan vijfvoudige normoverschrijdingen per waterschap. Wetterskip Fryslan: 2; Waterschap Hunze en Aa's: 2; Waterschap Vechtstromen: 1; Waterschap Zuiderzeeland: 1; Waterschap Rivierenland: 4; Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden: 3; Waterschap Brabantse Delta:3; Waterschap Roer en Overmaas: 2; Waterschap De Dommel: 1; Waterschap Scheldestromen: 4; Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: 5; Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht: 1; Hoogheemraadschap van Delfland: > 5; Hoogheemraadschap van Rijnland: > 5. De situatie in de provincie Zuid-Holland is ronduit dramatisch.

Chronic exposure to neonicotinoids increases neuronal vulnerability to mitochondrial dysfunction in the bumblebee

Here we show that bumblebees (Bombus terrestris audax) fed field levels [10 nM, 2.1 ppb (w/w)] of neonicotinoid accumulate between 4 and 10 nM in their brains within 3 days. Acute (minutes) exposure of cultured neurons to 10 nM clothianidin, but not imidacloprid, causes a nicotinic acetylcholine receptor-dependent rapid mitochondrial depolarization. However, a chronic (2 days) exposure to 1 nM imidacloprid leads to a receptor-dependent increased sensitivity to a normally innocuous level of acetylcholine, which now also causes rapid mitochondrial depolarization in neurons. Finally, colonies exposed to this level of imidacloprid show deficits in colony growth and nest condition compared with untreated colonies. These findings provide a mechanistic explanation for the poor navigation and foraging observed in neonicotinoid treated bumblebee colonies.

There were 30 million hedgehogs in the UK 50 years ago but their numbers have slumped to just one million.

ONE of the nation’s best-loved garden creatures is in rapid decline right under our noses and needs urgent help to survive. A Somerset wildlife rescue charity is hoping to bring the plight of the hedgehog to the forefront of public attention. The hedgehog population is dwindling rapidly in the West Country, and East Huntspill’s Secret World is hoping a special open weekend will highlight the issue. Secret World founder Pauline Kidner says there were about 30 million hedgehogs in the UK 50 years ago but now it is estimated their numbers have slumped to one million. She said: “So if we carry on at this rate and positive steps are not taken to encourage them and preserve their habitats then they could be almost extinct in 10 years.”

De tapuit staat op de rand van de afgrond

De tapuit (Oenanthe oenanthe), een karakteristieke zangvogel voor duin en heide, lijkt uit Nederland te verdwijnen. Waren er rond 1980 nog tussen de 1.900 en 2.500 broedparen, in 2004 bedroeg de aantalschatting slechts 350-450 paar, en in 2005-2008 slechts 220 - 275 paar. De aantallen broedvogels in enkele resterende bolwerken zijn dit voorjaar sterk achteruitgegaan. Zo broeden er momenteel nog maar vier paren in het Noord-Hollands Duinreservaat. In 1988 waren dit er nog 165. Tussen Callantsoog en Den Helder zijn de aantallen ten opzichte van voorgaande jaren met bijna een kwart afgenomen en resteren nog vijftig broedparen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Bargerveen en Sovon. De soort is hard op weg om te verdwijnen als broedvogel uit Nederland.

De kuifleeuwerik komt in Vlaanderen als broedvogel nauwelijks meer voor

De kuifleeuwerik Galerida cristata broedde midden jaren zeventig nog in de kuststreek, de Kempen en enkele kleinere kernen in stedelijke of geïndustrialiseerde gebieden. Het aantal broedpaartjes werd toen op 380 geschat. ‘Sindsdien neemt de populatie aanzienlijk af,’ zegt Dominique Verbelen op Natuurbericht.be. ‘Eerst werden de kleinere verspreidingsgebieden verlaten, maar ook in de kerngebieden ging het de soort niet voor de wind.’ Begin jaren negentig waren er nog 20 tot 25 paartjes in de Limburgse Kempen en 25 tot 30 in de Antwerpse Kempen. In de kuststreek telde we nog 62 tot 67 paren. ‘Midden jaren negentig was de Kempense populatie teruggevallen tot amper vijf paar’, zegt Verbelen. Ook de populatie aan de kust kreeg ook rake klappen. De soort viel van 150 paar midden jaren tachtig terug op 50 à 60 paren rond de eeuwwisseling. In de Westkust werden in 2007 amper zes broedpaartjes geteld en sinds 2008 broedde er geen enkele kuifleeuwerik meer aan de Oostkust.

Henk Tennekes spreekt op het Slow Food Filmfestival op 12 mei 2013 in Deventer

Na het succes van vorig jaar organiseren Filmhuis De Keizer en Slow Food IJsselvallei op zondag 12 mei a.s. het 2e slow food film festival deventer. Met bijzondere films en tussendoor genieten van volop Lekker, Puur en Eerlijk eten en drinken. De films brachten heel verschillende kanten van ons ‘food’ in beeld: de achtergronden en bedreigingen van onze voedselvoorziening, de hartstocht voor voedingsproducten en het gastronomisch genieten. Van 17:15 - 17.45 werd de film More than Honey ingeleid door dr ir Henk Tennekes, toxicoloog en pleitbezorger voor een verbod op toepassing van insecticiden die bijenvolkeren en insecten in het algemeen bedreigen. De voordracht is bijgevoegd.