Vleermuizen

Three leading Australian environmental scientists have called for a substantial change to the way the world responds to wildlife that is going extinct

In a paper provocatively entitled “Counting the books while the library burns”, the researchers produce evidence that many wildlife programs round the world are monitoring species to the point of extinction – often without taking the necessary action to save them. Professor David Lindenmayer and Dr Maxine Piggott of the ARC Centre of Excellence for Environmental Decisions (CEED) and the Australian National University, and Assoc. Professor Brendan Wintle of CEED and the University of Melbourne warn in the journal Frontiers of Ecology that some conservation programs are standing by and watching species die out. Their work, funded through Australia’s National Environmental Research program (NERP), highlights the growing challenge of saving almost 20,000 endangered animals, birds and reptiles from extinction – and proposes a new action plan. “Of the 63,837 species assessed worldwide using the International Union for Conservation of Nature (IUCN) Red List criteria, 865 are extinct or extinct in the wild and 19,817 are listed as critically endangered, endangered, or vulnerable to extinction,” the researchers say. “Since the start of the 21st century alone, at least 10 species of vertebrates are known to have gone extinct, although this is likely to be a substantial underestimate.”

Er werd ons een groene en duurzame hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid beloofd en dit is wat we kregen

In ruil voor de miljarden euro's aan jaarlijks betaalde belastingen werd de Europeanen een groene en duurzame hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) beloofd. Maar nu de besluiten zijn genomen is het zeer onwaarschijnlijk dat een groenere en duurzame landbouw vorm aan zal nemen. Vrijstelling van groene maatregelen is eerder regel dan uitzondering geworden. Erger nog, in sommige landen is deze zogenaamde "groene" hervorming eerder een stap achteruit door onevenredige bezuinigingen op het groene Fonds voor plattelandsontwikkeling en een reductie van de milieu-eisen.

Unbemerkt - Schleichender Verlust an Biodiversität

Der Verlust an Biodiversität geht schleichend und für viele unmerklich vor sich. Neben den Schmetterlingen u.a. Insekten sind auch die Wirbeltiere vom intensiven Obstbau geschädigt, was am Beispiel der Vogelwelt gut belegbar ist. Es sind zwei Gründe, die zur Ausrottung bestimmter Vogelarten in der Talsohle des intensiven Obstbaus geführt haben. Zum einen ist es der Lebensraumverlust und zum anderen der Spritzmitteleinsatz. Als Beispiele seien zwei früher häufige Arten genannt, die Feldlerche (Alauda arvensis) und der Neuntöter (Lanius collurio). Beide Arten stehen auf der Roten Liste der bedrohten Vogelarten und es sind vor allem die Lebensraumveränderungen, die zu ihrem starken Rückgang (europaweit!) geführt haben. Für beide Arten bietet der Obervinschgau zurzeit noch gute Brutgebiete. In der Heckenlandschaft Hoache/Mals (ca. 100 ha) wurde am 19. Juni 2013 die erstaunliche Zahl von 27 Neuntötern (15 Männchen, 9 Weibchen und einige Jungvögel) gezählt, wobei mehrere Brutpaare beobachtet werden konnten. Dieses Brutgebiet ist bei einer weiteren ungehinderten Ausbreitung des intensiven Obstanbaus ohne ökologische Ausgleichsmaßnahmen in höchstem Maß gefährdet. Dabei ist der Neuntöter nur ein Indikator für viele weitere Tierarten des Gebietes. Die Malser Haide hingegen stellt eines der letzten bedeutenden Brutgebiete für die Feldlerche dar. Auch diese Vogelart kann sich nicht an den Obstbau anpassen. Weitere stark bedrohte Arten sind Schwarzkehlchen (Saxicola rubicola), Wiedehopf (Upupa epops), Wendehals (Jynx torquilla), Goldammer (Emberiza citrinella), Braunkehlchen (Saxicola rubetra), Wachtel (Coturnix coturnix) und Wachtelkönig (Crex crex).

Australia is home to some unique critters, but it also has one of the highest extinction rates in the world

Built on a fragile balance of predators and prey, Australia's various ecosystems are highly susceptible to change. When human intervention consistently alters an ecosystem, this balance can be upset, seriously threatening the biodiversity. While all species are important to an ecosystem, 'keystone' species are particularly vital. These are often top predators such as crocodiles, because of the role they play in controlling prey. The southern cassowary, however, is also a keystone species as it spreads the seeds of as many as 238 species of plants in northern Queensland. "Importantly, research clearly shows that biodiversity contributes significantly to our survival, well-being and enjoyment of life, so when we lose species at the rates that we're currently witnessing, we should be gravely concerned," says Dr Euan Ritchie an ecologist at Deakin University in Melbourne. "Losing any one species is a tragedy, but what is even more concerning is the loss of a species' ecological role following its extinction," says Euan. "If we were to lose dingoes, as an example, we also lose their ability to control pest species such as foxes and cats, and overabundant herbivores, [like] pigs, goats and kangaroos, which has widespread and often negative impacts across the whole system."

Middle East Respiratory Syndrome Coronavirus in Bats, Saudi Arabia

For more than 15 months, officials have tried to determine what sparked the outbreak of Middle East Respiratory Syndrome (MERS). They have identified bats with similar viruses in Africa and Eastern Europe, but had not yet found an exact match to MERS. In a report released published Aug. 21 in Emerging Infectious Diseases, an international team of doctors from EcoHealth Alliance and Columbia University's Center for Infection and Immunity pointed to the Egyptian tomb bat, an insect-eating bat that does not typically bite humans or come near human food supplies. Researchers collected about 100 fecal samples from seven species of bats living in three locations, veterinary epidemiologist Jonathan Epstein, of EcoHealth Alliance, explained to CBSNews.com. One of the bats was a perfect match for the MERS coronavirus. Coronaviruses are a family of viruses that cause conditions ranging from the common cold to severe acute respiratory syndrome (SARS), which killed about 800 people during a 2003 pandemic.

Het gaat slecht met de vleermuizen in Vlaanderen. Vijf van de twintig soorten zijn zo goed als uitgestorven

Vlaanderen kent zo’n 20 soorten vleermuizen waarvan slechts enkelen geregeld in gebouwen voorkomen. Meestal gaat dit om de gewone en kleine dwergvleermuis. Maar ook de laatvlieger, de gewone grootoor, beide soorten baardvleermuizen en de zeer zeldzame ingekorven vleermuis leiden een verborgen en nachtelijk bestaan en kunnen vaak jarenlang een woning bewonen zonder dat ze opgemerkt worden. Alle Europese vleermuizen genieten wettelijke bescherming, ook hun verblijfplaatsen zijn beschermd. Toch worden ze vaak uit onwetendheid vernietigd. Het gaat slecht met de vleermuizen in Vlaanderen. Vijf van de twintig soorten zijn zo goed als uitgestorven. Het is belangrijk dat vleermuizen genoeg plekken hebben waar niemand ze lastigvalt, zegt Natuurpunt. In de forten rond Antwerpen bijvoorbeeld, zitten er nu veel om te paren, en om rustig te overwinteren.

Insecticide residues in bats from Indiana

Over recent decades, numerous species of bats have been declining, but the causes are not well understood. One of the causes often mentioned is that of environmental toxicants. Feeding on insects makes insectivorous bats more likely to be exposed to insecticides. We sent nine bats (5 Indiana myotis, Myotis sodalis, and 4 northern myotis, Myotis septentrionalis) through U.S. Fish & Wildlife Service (USF&W) sources to be tested for toxicants. Three of these proved to have organophosphate (OP) insecticide residues: chlorpyrifos (0.18 ug/g), diazinon (0.034 ug/g), and methyl parathion (0.015 ug/g). Chlorpyrifos was also detected in all six dead Indiana myotis found during the USF&W Service biennial mid-winter hibernacula surveys in Ray's and Wyandotte Caves, both important Indiana myotis hibernacula. Chlorpyrifos or dichlorvos (another OP) was found in Indiana myotis guano from all four caves sampled (Wyandotte, Coon, Grotto and Ray's). These data are particularly surprising since OP insecticides are thought to have little bioaccumulation in living tissues or in food chains. Their presence in a tissue sample is indicative of exposure shortly before death. Even though exposure to low doses might not be the primary cause of mortality, such exposure could impair echolocation, coordination and response time which, in turn, could lead to significant injuries and death of bats in the field. Presence of OPs in bat guano from caves may suggest insecticide application near these hibernacula and constitutes clear evidence of oral exposure through persistence of toxicants in water or through the food chain.

Pesticiden hebben een grote invloed op de insecten prooi die beschikbaar is voor vleermuizen

Vleermuizen zijn intrigerende dieren - 's werelds enige echte vliegende zoogdieren en één van de meest diverse groepen van zoogdieren op aarde - ze doen alleen onder voor de knaagdieren in aantal soorten, ze komen voor op elk continent behalve Antarctica. In heel Groot-Brittannië en Noord-Ierland - en ook elders in West-Europa - zijn vleermuispopulaties de laatste jaren drastisch gedaald. Verschillende soorten vleermuizen zijn nu ernstig bedreigd, en in het laatste decennium is één soort - de vale vleermuis (Myotis myotis) - uitgestorven als een Britse broedsoort. Zelfs de vaker voorkomende vleermuizen soorten hebben een dramatische achteruitgang geleden. De aantallen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) zijn bijvoorbeeld ongeveer 70% gedaald in een periode van slechts 15 jaar (van 1978 tot 1993). Vleermuizen eten alleen insecten en veranderingen in de landbouwmethoden blijken een belangrijke factor te zijn bij de achteruitgang. Herbiciden en insecticiden hebben een grote invloed op de insecten prooi die beschikbaar is voor vleermuizen. Heggen en vijvers, die op grote schaal gebruikt worden door vleermuizen, zijn in een alarmerend tempo verloren gegaan op het platteland - ook in de afgelopen jaren. Bijvoorbeeld in de periode 1984-1990 verdween 23% van de heggen en 75% van de vijvers. Ook veel oude bomen zijn verdwenen.

One of the UK's rarest mammals, the grey long-eared bat (Plecotus austriacus) is in danger of disappearing from the country

A four-year study by scientists from the University of Bristol estimated there were 1,000 of the bats left - all confined to southern England. The Bat Conservation Trust has published the findings in a new conservation management plan. Dr Orly Razgour, who led the research, said that very little was known about the species before she started her study. "We thought there might be more colonies, that it might be less rare than we suspected," she told BBC News. "But after studying the species for four years, we realised that they are very rare. We also know that [it has] declined dramatically in the last century".

Impacts of Neonicotinoid Insecticides on Biodiversity

Many groups of organisms found in agricultural areas are experiencing catastrophic declines, including: birds (e.g., Nebel, S. et al. 2010. Declines of aerial insectivores in North America follow a geographic gradient. Avian Conserv. Ecol. 5(2): 1. [online]); bats (e.g., Wickramasinghe, L.P. et al. 2004. Abundance and species richness of nocturnal insects on organic and conventional farms: effects of agricultural intensification on bat foraging. Conserv. Biol. 18: 1283–1292); amphibians (e.g., Blaustein, A.R. 2011. The complexity of amphibian population declines: understanding the role of cofactors in driving amphibian losses. Ann. N. Y. Acad. Sci. 1223: 108-119); bumblebees (e.g., Cameron, S.A. et al. 2011. Patterns of widespread decline in North American bumble bees. Proc. Nat. Acad. Sci. 108(2): 662-667); butterflies (e.g., Van Dyck, H. et al. 2009. Declines in common, widespread butterflies in a landscape under intense human use. Conserv. Biol. 23(4): 957-965); moths (e.g., Conrad, K.F. et al. 2006. Rapid declines of common, widespread British moths provide evidence of an insect biodiversity crisis. Biol. Conserv. 132(3): 271-291); and carabid beetles (Brooks, D. R. et al. 2012. Large carabid beetle declines in a United Kingdom monitoring network increases evidence for a widespread loss in insect biodiversity. J. Appl. Ecol. 49(5): 1009-1019). There is an urgent need for greater understanding of the degree to which exposure to neonicotinoid insecticides may be contributing to these declines, and how exposure to these chemicals may be interacting with other negative pressures on biodiversity in agricultural areas.