Toxicoloog Henk Tennekes wil dat tijdschrift Nature de vogelstudie van Nijmeegse biologen rectificeert

Henk Tennekes staat volledig achter de inhoud van het stuk dat vorige week werd gepubliceerd. Maar hij neemt het de auteurs kwalijk dat zij zijn wetenschappelijke publicaties niet hebben genoemd in hun lijst referenties. De schrijvers verwijzen naar 24 andere studies, maar niet naar twee wetenschappelijke artikelen en een Engelstalig boek van Tennekes, die al in 2010 een verband legde tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de teruggang van vogels. Tennekes stuurde de auteurs een mailwisseling met dierecoloog Bruno Ens van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Tennekes schreef Ens in juli 2011: "Het staat naar mijn oordeel buiten kijf dat onmisbare voedselbronnen van de kluut acuut bedreigd worden door extreme oppervlaktewaterverontreiniging met insecticiden, met name imidacloprid." Ens antwoordde in maart 2012 dat hij de stukken had bestudeerd, maar dat hij de analyses niet overtuigend vond. Maar, schreef Ens, inmiddels waren in Nijmegen biologen bezig met hun studie.

Uit het proefschrift van co-auteur Chris van Turnhout van maart 2011, waarin het woord 'insecticide' geen enkele keer wordt genoemd, blijkt eveneens dat het boek van Tennekes de Nijmeegse onderzoekers op het spoor heeft gezet. Volgens de leider van het Nijmeegse onderzoek, plantenecoloog Hans de Kroon, is er niet opzettelijk gezwegen over de publicaties van Tennekes: "Wij hebben een keuze moeten maken. Om een studie over zo'n precair onderwerp als dit te publiceren, moet je verwijzen naar de beste wetenschap, anders wordt je afgebrand." De Kroon weigert te rectificeren. Een Oostenrijkse overheidsambtenaar noemt het verzwijgen van de Tennekes publicaties een "zware wetenschapsethische overtreding", een vooraanstaande wetenschapper van Novartis kwalificeert het als "misselijkmakend". De Australische ecotoxicoloog Francisco Sánchez-Bayo protesteerde tegen deze gang van zaken in een Letter to the Editor van Nature. Volgens Tennekes voldoet het ontbreken van verwijzingen naar zijn werk aan definities van plagiaat. Alleen is er geen wet die plagiaat verbiedt, zo jurist Arnoud Engelfriet.
Bron: Dagblad Trouw, 15-07-14

Henk Tennekes

di, 15/07/2014 - 14:42

Het is betreurenswaardig dat Hans de Kroon als leider van belangrijk vogelonderzoek Henk Tennekes in de Nature publicatie niet de erkenning heeft gegeven die hem toekomt. Nog betreurenswaardiger is dat de Kroon deze handelwijze rechtvaardigt met diskwalificatie van het baanbrekende onderzoek dat Tennekes in de afgelopen jaren heeft gepubliceerd. Dat komt volgens Tennekes neer op een dubbele belediging van gezaghebbende (en peer-reviewed) wetenschappelijke literatuur. Ook in een persoonlijk gesprek van de Kroon met Tennekes op 15-07-14 werd geen oplossing gevonden. De Kroon erkent weliswaar de verdiensten van Tennekes als toxicoloog maar ziet geen aanleiding de publicatie in Nature te rectificeren. Feit is echter dat Tennekes in 2010 al waarschuwde voor de risico's van imidacloprid voor niet-doelinsecten en daarmee ook voor veel vogelsoorten die vooral in de broedtijd van insecten afhankelijk zijn. De bekende ornitholoog Pierre Mineau, die een lang gesprek over neonics had gevoerd met Tennekes tijdens een SETAC conferentie in Berlijn in mei 2012, kwam tot dezelfde conclusies op het Amerikaanse continent en publiceerde hierover in 2013. De contacten die Tennekes in 2011 met de Vogelbescherming en Sovon aanknoopte hebben onderzoekers zoals Caspar Hallmann geinspireerd tot het onderzoek dat nu in Nature werd gepubliceerd. Het was wel zo netjes geweest deze chronologie ook in de publicatie te documenteren.

Henk Tennekes

di, 15/07/2014 - 16:46

I looked again at your book after receiving this mail and you really did a great job, as I have said before the book was very convincing to me and also enjoyable to look at with the art work! The idea of cumulative toxicity because of the long half-life of inhibition at the molecular target seems very sound, and would account for the extreme toxicity under certain conditions. It is sickening that you are not getting the recognition, you deserve, especially after putting your livelihood at risk, but I see you are still an ardent warrior and wish you luck in this endeavor.

Best wishes
Phil

Philip Bentley
Distinguished Scientist, Preclinical Safety, Novartis Pharmaceuticals Corporation One Health Plaza East Hanover, NJ 07936-1080 USA
gedateerd 14 juli 2014

Henk Tennekes

wo, 16/07/2014 - 09:53

De wetenschapsvoorlichter van de Radboud Universiteit, Iris Roggema, tweet op 15 juli 2014 naar dagblad Trouw: @trouw Nature staat alleen peer reviewed studies toe in de literatuurlijst. Vreemd dat dit niet even gechecked is. Zij insinueert daarmee dat mijn werk onvoldoende kwaliteit zou hebben om opgenomen te kunnen worden in een artikel in Nature. Mijn eerste publicatie in het gerenommeerde vaktijdschrift Toxicology (2013 Impact Factor: 3.745) over het risicoprofiel van de neonics dateert van juli 2010 en vormde de basis voor de publicatie van mijn boek Disaster in the Making in november 2010. Ik heb nog nooit gehoord dat publicaties in het vaktijdschrift Toxicology (dat al haar publicaties heeft onderworpen aan peer review) niet kunnen worden opgenomen in de literatuurlijst van een Nature artikel. Dat geldt overigens ook voor het American Bird Conservancy rapport van de wereldbekende toxicoloog Pierre Mineau. Tenzij mevrouw Roggema dat bewijs levert, kwalificeer ik haar tweet als een schandalige leugen en een goedkope uitvlucht om niet te hoeven rectificeren.

Henk Tennekes

zo, 20/07/2014 - 14:56

I'm not sure if anyone in Birdlife is aware of a new, subtle threat for our birds, especially insectivorous and invertebrate-feeding species, that comes mainly from the indirect impacts of neonicotinoid insecticides. See attached a recent paper published in Nature on this issue. Another report and a book on the topic can be found at the links below

The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making, by Henk A. Tennekes http://www.disasterinthemaking.com/
The Impact of the Nation's Most Widely Used Insecticides on Birds, report by Pierre Mineau to the American Bird Conservancy http://www.abcbirds.org/abcprograms/policy/toxins/Neonic_FINAL.pdf

For further information on these insecticides you can contact me

Francisco Sanchez-Bayo, PhD
Dept. Plant and Food Sciences
Faculty of Agriculture & Environment,
The University of Sydney,
1 Central Avenue, C81 - ATP
Eveleigh, NSW 2015, Australia
Tel: +61-2-8627 1046

Henk Tennekes

zo, 20/07/2014 - 15:52

Geachte heer Derksen,
.

Ik ben toxicoloog. Mijn bezorgdheid (over neonics) begon in 2009 toen ik zag dat
1. imidacloprid zich gedraagt als een kankerverwekkende stof, waarvoor dus geen veilig blootstellingsniveau te definiëren is (ik heb dat in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd, zie bijlage) en
2. de landbouw ons land bezoedelt met deze stof. Een kaartje van NL met de toepassingen van imidacloprid is bijgevoegd.

Ik interpreteer dat zo dat we op een regelrechte milieuramp afstevenen als geen maatregelen genomen worden. Over korte of lange tijd gaan niet-doelwit insecten er aan. Dat heeft ook een impact op vogels. Ik was zo bezorgd dat ik er een boek over heb geschreven: ’Disaster in the Making’ (informatie op www.disasterinthemaking.com)

Bij de akkervogels is de zaak behoorlijk helder. De teloorgang van akkervogels staat in verband met insecticiden. Aangetoond o.a. door de groep van Frank Berendse van Wageningen universiteit. Komt door een gebrek aan insecten. De akkervogels verdwijnen dan ook in razend tempo.

Ik meen dat er ook duidelijke aanwijzingen zijn voor effecten aan de vastelandskust van de Waddenzee, die bezoedeld wordt met imidacloprid, o.a. door de aardappelteelt:

http://www.boerenlandvogels.nl/content/broedvogels-de-waddenzee-achteru…

Naar mijn oordeel zou de Vogelbescherming er goed aan doen, tegen deze milieuverontreiniging te protesteren (voordat het te laat is). Het verband tussen roken en longkanker werd ook lange tijd als niet bewezen geacht. We weten nu wel beter.

Met vriendelijke groet

Henk Tennekes

Henk Tennekes

ma, 21/07/2014 - 07:56

In mei 2009 brengen de onderzoekers Jeroen van der Sluijs en Henk Tennekes met een brief in de wetenschapsbijlage van de NRC een nationale discussie over de rol van neonicotinoïden bij bijensterfte op gang. In november 2009 wordt een door meer dan 40.000 burgers ondertekende petitie voor een moratorium op neonicotinoïden overhandigd aan de Tweede Kamer. De initiatiefnemer hiervan is de Noord-Hollandse natuurbeschermer Jaap Molenaar. In juli 2010 publiceert de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes een artikel in het vaktijdschrift Toxicology waaruit blijkt dat de giftigheid van de neonicotinoïden imidacloprid en thiacloprid voor geleedpotigen – waaronder bijen – vooral op de lange termijn behoorlijk is onderschat. Volgens Tennekes zijn de minieme hoeveelheden die in stuifmeel en nectar gevonden worden voldoende om bij langdurige blootstelling de ondergang van bijenvolken te bewerkstelligen. Bayer bestrijdt dit. In november 2010 publiceert Tennekes het boek ‘Disaster in the Making’. Daarin waarschuwt hij voor een mogelijke – door neonicotinoïden veroorzaakte – uitroeiing van ongewervelde dieren en een breuk in de voedselketen.

Henk Tennekes

di, 22/07/2014 - 10:12

Geachte professor de Kroon,

Naar aanleiding van ons telefoongesprek van 15 juli j.l. deel ik u mede dat enkele gerenommeerde vakcollega’s zeer verbolgen zijn over uw weigering het artikel van Caspar Hallmann et al. in Nature te rectificeren en mij de erkenning te geven die mij toekomt. Mijn collega Francisco Sánchez-Bayo schreef hierover vandaag een Letter to the Editor van Nature.

Ik verzoek U nogmaals met mij een oplossing te zoeken die recht doet aan beide partijen.

Met collegiale groet

Dr. H. A. (Henk) Tennekes
Consultant in Toxicology
Experimental Toxicology Services (ETS) Nederland BV
Frankensteeg 4
7201KN Zutphen, The Netherlands
www.toxicology.nl
www.disasterinthemaking.com
www.farmlandbirds.net

nieuw: tel. 06 2816 1078

Henk Tennekes

di, 22/07/2014 - 15:09

Liebe FreundInnen der Bienen,

Ich habe in den letzten beiden Aussendungen über die TASK FORCE ZU SYSTEMISCHEN INSEKTIZIDEN bzw. das „WORLD INTEGRATED ASSESSMENT OF THE IMPACT OF SYSTEMIC PESTICIDES ON BIODIVERSITYAND ECOSYSTEMS“ berichtet.
http://www.tfsp.info/
Es gibt zwar nichts Neues von der TASK FORCE – aber ich habe gleichzeitig auch den Artikel von Hallmann et al. in NATURE ausgesandt. In diesem Zusammenhang muss ich Euch darauf hinweisen, dass Hallmann et al. eigentlich ein schweres „wissenschaftsethisches Foul“ begangen haben, indem sie nicht auf die bahnbrechenden Arbeiten von Henk Tennekes verwiesen haben. Dieser hat in seinem Buch „The systemic insecticides: a disaster in the making“ (2010) erstmals die These vertreten und in die wissenschaftliche Gemeinschaft hineingetragen, dass die Neonikotinoid-Anwendung zur indirekte Ausrottung von Vogelpopulationen aber auch von Kleinsäugern, Fischen, Amphibien und Fledermäusen führen wird, da deren Insekten basierende Nahrungsquelle erheblich reduziert wird.
Siehe dazu die HOMEPAGE: http://www.disasterinthemaking.com/ bzw. die deutsche Übersetzung
„Das Ende der Artenvielfalt – Neuartige Pestizide töten Insekten und Vögel“ durch den BUND
https://www.bundladen.de/Medien/Tiere/Das-Ende-der-Artenvielfalt.html (Diese Publikation kann auch weiter on-line bestellt werden.)

Die Parallelen zur Arbeit der TASK FORCE ZU SYSTEMISCHEN INSEKTIZIDEN sind nicht zufällig, sondern einleuchtend und basieren auf einem historischen Zusammenhang. Die Arbeiten von Henk Tennekes, Francisco Sanchez-Bayo, Rosemary Mason, und Palle Uhd Jepsen trugen ganz wesentlich zur Gründung und geistigen Fundierung der TASK FORCE bei. Viele ImkerInnen, die diesen Diskurs seit Jahren verfolgen, wissen das auch. (Dazu siehe auch http://www.farmlandbirds.net/en/content/neonicotinoids-linked-recent-fa…)

Damit aber auch Hallmann et al. bzw. auch das Wissenschaftsjournal NATURE die Urheberschaft für die Fundamente dieser Forschung anerkennen, hat Francisco Sanchez-Bayo einen Letter to the Editor of NATURE geschrieben. Auch diesen möchte ich Euch bekannt machen
Die wesentlichen wissenschaftlichen Arbeiten von Henk Tennekes zu diesem Themenkomplex sind – und sind on-line zugänglich:
Tennekes, H. A. The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making. (ETS Nederland BV, 2010); http://www.disasterinthemaking.com/

Tennekes, H. A. The significance of the Druckrey–Küpfmüller equation for risk assessment—The toxicity of neonicotinoid insecticides to arthropods is reinforced by exposure time; Toxicology 280, 173-175; http://www.toxicology.nl/attachments/TOX50689.pdf

Tennekes HA, Sánchez-Bayo F. Time-dependent toxicity of pesticides and other toxicants: implications for a new approach to risk assessment. J. Environment. J Environment Analytic Toxicol 2011, S:4; http://dx.doi.org/10.4172/2161-0525.S4-001 (http://www.cbgnetwork.org/downloads/JEAT_%20Study_Tennekes_Neonicotinoi…)

Mason R, Tennekes H, Sánchez-Bayo F, Jepsen PU (2012) Immune suppression by neonicotinoid insecticides at the root of global wildlife declines. J Environ Immunol Toxicol 1:3–12; http://www.gmfreecymru.org/pivotal_papers/JEIT-D-12-00001_proofs.pdf

H. A. Tennekes, F. Sánchez-Bayo, Koichi Goka. Impact of Systemic Insecticides on Organisms and Ecosystems DOI: 10.5772/52831; http://cdn.intechopen.com/pdfs/40497/InTech-Impact_of_systemic_insectic…

Wer sich für „The systemic insecticides: a disaster in the making“ in der deutschen Fassung als Sommer-Lektür interessiert, kann sich auch bei mir melden.
Wir halten Sie mit der aktuellsten wissenschaftlichen Literatur am Laufenden
-------------------------------------------------------------
Und wünschen einen schönen Sommer
Josef Hoppichler
BA für Bergbauernfragen

Wenen, Oostenrijk, 22-07-2014

Henk Tennekes

ma, 28/07/2014 - 10:55

In het proefschrift 'Birding for science and conservation - Explaining temporal changes in breeding bird diversity in the Netherlands - Mechanisms and constraints in biodiversity conservation and restoration' dat co-auteur Chris van Turnhout op dinsdag 15 maart 2011 in de aula van de Radboud Universiteit verdedigde wordt het woord 'insecticide' geen enkele keer genoemd. Hij had dus op dat moment geen enkele notie van de bedreiging van de voedselketen die uitging van milieuverontreiniging met imidacloprid. Uit de correspondentie van Henk Tennekes met Bruno Ens van datzelfde jaar blijkt dat het boek van Tennekes van doorslaggevende betekenis was voor het onderzoek dat in 2014 in Nature werd gepubliceerd.

Henk Tennekes

di, 29/07/2014 - 17:43

In 2010 heeft de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes in het vaktijdschrift Toxicology beschreven dat de chronische toxiciteit van imidacloprid voor aquatische arthropoden ernstig is onderschat en dat de blootstellingstijd een versterkende werking heeft op de toxiciteit van Imidacloprid en Thiacloprid voor ongewervelde dieren. Dat was al sinds 2009 na de publicatie van Francisco Sanchez-Bayo in het tijdschrift Ecotoxicology bekend. Het Ctgb heeft in 2011 bij de herbeoordeling van de neonicotinoiden deze publicaties volledig genegeerd.

Toch werd in Wageningen wel een experimentele inhaalslag uitgevoerd in het laboratorium van Paul van den Brink om de chronische toxiciteit van imidacloprid voor aquatische ongewervelden nader te onderzoeken. De resultaten hebben de conclusies van de Tennekes-publicatie in alle opzichten bevestigd. In de Wageningse publicatie (Ivo Roessink, Lemessa B. Merga, Hans J. Zweers, Paul J. Van den Brink, Env. Toxicol. Chem. 2013; 32:1096–1100) zijn verwijzingen naar het werk van Sanchez-Bayo en Tennekes echter ver te zoeken.

Het Ctgb heeft in januari 2014 op basis van het werk van Roesink et al. de toepassingen van Imidacloprid beperkt en het RIVM pleit nu voor een strengere waterkwaliteitsnorm voor deze stof. Het oppervlaktewater in landbouwgebieden is echter al sinds 2003 sterk verontreinigd met Imidacloprid en Tennekes heeft sinds 2009 gewaarschuwd voor de enorme bedreiging die van deze milieuverontreiniging uitgaat. Hij heeft zijn waarschuwing met zeer verontrustende gegevens over de achteruitgang van insecten en insectivore soorten onderbouwd. Het is moeilijk te verteren dat overheidsinstanties het belangrijker vinden geen gezichtsverlies te lijden dan de gezondheid van het milieu te beschermen.
S (Simon) Vink, Woordvoerder Raad van Bestuur van Wageningen universiteit, was er na de publicatie van de Nijmeegse vogelstudie in Nature in juli 2014 als de kippen bij de feiten zo te verdraaien dat de indruk ontstaat alsof Wageningen voorop heeft gelopen in het neonicotinoíden onderzoek. Lees navolgend zijn meesterwerk van volksverlakkerij:
"In dit dossier vindt u nieuws, achtergronden en resultaten van onderzoek naar de omstreden insecticide imidacloprid. Dit middel (een neonicotinoïde) is bedoeld om planten te beschermen tegen insectenvraat, maar er zijn aanwijzingen dat het middel schadelijk is voor het milieu. Er wordt al jaren onderzoek naar gedaan, en de resultaten daarvan wijzen steeds meer in de richting van negatieve gevolgen ervan voor zowel de aquatische als terrestrische fauna.

In 2010 publiceerde hoogleraar Frank Berendse samen met collega’s al een artikel dat het gebruik van insecticiden de doorslaggevende factor is bij de achteruitgang van broedvogelsoorten in geheel Europa. Neonicotinoïden behoren tot de veel gebruikte insecticiden (verschillende bronnen schatten het marktaandeel op zo’n 25-40%).

In 2013 toonden onderzoekers van Wageningen UR (Ivo Roessink en Paul van den Brink) aan dat het middel al in zeer lage concentraties in oppervlaktewater dodelijk kan zijn voor onder andere eendagsvliegen. Op basis van dit onderzoek heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) besloten tot een grondige herziening van de geldende normstelling voor deze stof.

De invloed van imidacloprid (en andere neonicotonoïden) op bijen is aan discussie onderhevig. Behalve het gebruik van insecticiden zijn voor het bijensterven meerdere oorzaken aan te wijzen, zoals de aanwezigheid van parasitaire Varraomijt en de sterke afname van het areaal aan waardplanten, zoals werd aangetoond door Wageningen UR-onderzoeker Tjeerd Blacquiere. Het is echter mogelijk dat imidaclorpid de vatbaarheid voor parasitaire infecties doet toenemen.

Onafhankelijke wetenschappelijke onderzoekresultaten over imidacloprid zijn tot op heden nog schaars, en doorslaggevende resultaten zijn er nog niet. Er zijn wel correlaties aangetoond tussen het gebruik van het middel en afnames van populaties in het veld, en de giftigheid voor soortengroepen is in laboratoria bewezen. Daarom is er volgens Wageningen UR reden genoeg om terughoudend te zijn met het gebruik van neonicotinoiden (waaronder imidacloprid).

Vragen en antwoorden rond imidacloprid
Hoe giftig is imidacloprid voor insecten?
Imidacloprid is een stof die hoort bij de neonicotinoïden. Die stoffen zijn ontwikkeld om schadelijke insecten in de landbouw te bestrijden. Het is dus de bedoeling dat ze het meest giftig voor insecten zijn en veel minder voor andere soorten dieren en mensen. Minder dan 100 nanogram (1 nanogram = 0,000000001 gram) is genoeg om een insect te doden. Door de sterke giftigheid is er relatief weinig van de stoffen nodig om insecten succesvol te bestrijden. Het is daarbij wel zaak om zo goed mogelijk de plaagsoorten bloot te stellen en de onschadelijke en zeker ook de nuttige insecten te ontzien. Probleem is dat imidacloprid slecht afbreekt als het in de bodem of in het water terechtkomt. Het is ‘persistent’ en vooral in sloten rond land- en tuinbouwpercelen, waar er steeds weer nieuwe neonicotinoïden bijkomen, worden insecten die in het water leven voor een groot deel van hun leven blootgesteld. Daarvan hoeven ze niet direct dood te gaan, maar onderzoek van Wageningen UR heeft aangetoond dat te hoge ‘chronische blootstelling’ wel tot schadelijke effecten leidt.

Hoe giftig is imidacloprid voor bijen?
Bijen zijn, net als andere insecten, heel gevoelig voor neonicotinoïden zoals imidacloprid die speciaal ontwikkeld zijn om plaaginsecten te doden. De dodelijke dosis ligt onder de 100 nanogram per insect. Onderzoekers van Wageningen UR onderzoeken onder andere in welke mate bijen schadelijke effecten ondervinden wanneer zij worden blootgesteld aan neonicotinoïden. Ook wordt gekeken naar de invloed op de gezondheid van bijenvolken zoals de vermindering van bloemenrijkdom door intensivering van de landbouw en de invloed van varroamijt wanneer deze ’s winters wel of niet bestreden wordt."

Bronnen: Netwerk Vitale Landbouw en Voeding, 23-04-14
http://www.netwerkvlv.nl/index.asp?menu=01&id=2&id=45
WUR, dossier imidacloprid, juli 2014
http://www.wageningenur.nl/nl/Dossiers/dossier/Imidacloprid.htm

Henk Tennekes

do, 31/07/2014 - 09:24

Onlangs is er een publicatie verschenen onder leiding van Hans de Kroon van de Radboud Universiteit (Nijmegen) waarin wordt aangetoond dat neonicotinoïden naast dat ze bijensterfte veroorzaken ook zeer schadelijk zijn voor vogels. Dit artikel is een doorbraak, zo zegt men, en het is gepubliceerd in het tijdschrift Nature. Er is alleen vergeten om te refereren aan Henk Tennekes, een toxicoloog die al in 2010 aantoonde dat bovenstaande het geval is. Dit deed hij onder andere in zijn boek ‘Disaster in the making’. Het verschil tussen de wetenschappers van de Radboud Universiteit en Henk Tennekes is, dat deze wetenschappers hun baan wèl behouden hebben. Henk Tennekes niet. Sinds Tennekes met zijn bevindingen kwam, is hij geboycot door de agrochemische industrie en kreeg zijn onderzoeksbureau geen opdrachten meer. Tennekes is inmiddels ernstig ziek. Verschillende wetenschappers uit diverse hoeken van de wereld noemen de gang van zaken een grote schande. De waarheid kan niet vaak genoeg geschreven worden en daarom doe ik dat nu ook op mijn eigen klein hoekje op het internet. Elk artikeltje waarin de waarheid juist wordt weergegeven helpt, met de hulp van zoekmachines, een beetje.

Bron: Kor Dwarshuis,, 23 juli 2014
http://www.dwarshuis.com/blog/2014/07/henk-tennekes-hans-de-kroon-neoni…

Henk Tennekes

za, 02/08/2014 - 05:00

Op 22 juli 2014 heb ik professor Hans de Kroon van de Radboud Universiteit in Nijmegen nogmaals verzocht met mij een oplossing te zoeken die recht doet aan beide partijen. Tot op heden (2 augustus 2014) heb ik geen reactie ontvangen. Als de heer de Kroon meent dat ik het hierbij laat zitten, vergist hij zich. Allereerst wil ik hem er op wijzen dat het ontbreken van verwijzingen naar mijn werk in de onderhavige publicatie naar mijn oordeel voldoet aan de definities van plagiaat. Plagiaat is het letterlijk overnemen van (delen van) andermans werk zonder fatsoenlijke bronvermelding. Het cruciale element is dat je doet alsof je andermans werk eigenlijk zelf hebt gemaakt of bedacht. Verschillende universiteiten en hogescholen hebben ieder een definitie van plagiaat omschreven. Hieronder staan enkele op een rijtje. Aan de Radboud Universiteit wordt onder plagiaat verstaan het zonder bronvermelding overnemen van andermans ideeën, formuleringen, resultaten, enzovoorts. De Tilburg University verstaat onder plagiaat: “In een scriptie of ander werkstuk tekstgedeelten, redeneringen of gedachten van anderen over te nemen zonder bronvermelding”. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden verstaat onder plagiaat: “Het geheel of gedeeltelijk overnemen van teksten/formuleringen van andere auteurs zonder plaatsing van aanhalingstekens en nauwkeurige bronvermelding”. In de onderwijs- en examenregeling van De Haagsche Hogeschool is de definitie van plagiaat: “Een vorm van fraude waarbij stukken van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk zijn gebruikt in eigen werk zonder correcte bronvermelding”. Een bestaande theorie in je eigen woorden opschrijven, zonder het vermelden van de bron is dus ook plagiaat. Als geen schikking in der minne mogelijk is, zal ik mij beraden op volgende stappen. Ik heb er echt genoeg van dat sommige onderzoekers menen een loopje met mijn werk te kunnen nemen. Als bewijs dat mijn boek een zeer belangrijke bron voor het onderzoek van Hallmann e.a. is geweest navolgend de mail van Bruno Ens van SOVON Vogelonderzoek Nederland:
Van: Bruno Ens [mailto:Bruno.Ens@sovon.nl]
Verzonden: donderdag 1 maart 2012 19:25
Aan: ETS Nederland
CC: Afdeling COM; Marieke.Dijksman@vogelbescherming.nl;
manon.tentij@vogelbescherming.nl; Laurien Holtjer; Caspar Hallmann
Onderwerp: RE: Red de kluut voordat het te laat is

Geachte heer Tennekes,

Excuses dat ik zo lang niets van mij heb laten horen. Ik heb uw stukken en boek wel bestudeerd, maar wist niet zo goed wat ik ermee aanmoest. De analyses die u in uw boek presenteert vond ik niet zo overtuigend.
Tegelijkertijd is duidelijk dat het om een in potentie zeer ernstig probleem gaat.

De reden dat ik u nu mail is niet dat ik ondertussen wel overtuigd ben van uw analyses, maar dat Caspar Hallmann grote interesse blijkt te hebben voor dit probleem. Caspar is nu aan een promotieonderzoek bij de Radboud Universiteit begonnen, maar heeft daarvoor bij SOVON gewerkt aan de statistische analyse van verspreidingsgegevens van o.a. broedvogels.
Caspar is een uitermate bekwame rekenaar en hij heeft al helemaal uitgedacht hoe hij kaartbeelden van imidacloprid wil koppelen aan de kaartbeelden van de vogels om op die manier te toetsen of er sprake is van duidelijke correlaties. Zijn belangrijkste probleem is de tijd vinden om de berekeningen uit te voeren.

Als ik Caspar mag geloven is voldoende materiaal beschikbaar om een eventueel verband aan te tonen. Ik heb hem uw boek gegeven en ik denk dat u meer heeft aan een gesprek met hem, dan met mij. Zijn email adres is caspar.hallmann@sovon.nl.

Met vriendelijke groeten,

Bruno

Bronnen:
http://www.scribbr.nl/plagiaat/wat-is-plagiaat/
http://www.ru.nl/nederlands/bachelor_nl/fraude_en_plagiaat/
http://www.iusmentis.com/auteursrecht/plagiaat/#Wanneerisietsplagiaat

Henk Tennekes

vr, 08/08/2014 - 07:03

Hans de Kroon ontkent (namens de auteurs) in een artikel in de Stentor ('Henk Tennekes klaar voor juridisch gevecht') van vrijdag 8 augustus 2014 dat er in het Hallmann et al. artikel in Nature door het ontbreken van verwijzingen naar het baanbrekende werk van Henk Tennekes en Pierre Mineau sprake zou zijn van plagiaat. De Kroon:"Mede omdat Nature slechts een zeer beperkt aantal referenties toestaat hebben we er voor gekozen in ons artikel alleen naar 'peer-reviewed' wetenschappelijke artikelen te verwijzen. Onze resultaten doen vermoeden dat de heer Tennekes over wat hij in zijn boek betoogt met terugwerkende kracht gelijk heeft gekregen. Toch viel het boek af, alsmede een Canadees rapport met dezelfde strekking, omdat deze publicaties geen wetenschappelijke toetsing hebben ondergaan. Van plagiaat is geen sprake."
De Kroon vindt dus schijnbaar dat bronvermeldingen niet nodig zijn wanneer de betreffende bron geen wetenschappelijke toetsing (peer review) heeft ondergaan. Dat zegt hij zonder met de ogen te knipperen over het werk van zeer gerenommeerde toxicologen. Ik ben van mening dat bronvermeldingen essentieel zijn in een artikel omdat wetenschap altijd voortbouwt op het werk van anderen, die daarvoor erkenning verdienen.

Henk Tennekes

vr, 08/08/2014 - 13:24

Navolgend de instructies van het tijdschrift Nature voor auteurs van Nature Letters.
"Letters are short reports of original research focused on an outstanding finding whose importance means that it will be of interest to scientists in other fields.

They do not normally exceed 4 pages of Nature, and have no more than 30 references. They begin with a fully referenced paragraph, ideally of about 200 words, but certainly no more than 300 words, aimed at readers in other disciplines. This paragraph starts with a 2-3 sentence basic introduction to the field; followed by a one-sentence statement of the main conclusions starting 'Here we show' or equivalent phrase; and finally, 2-3 sentences putting the main findings into general context so it is clear how the results described in the paper have moved the field forwards.

Please refer to our annotated example to see how the summary paragraph for a Letter should be constructed.

The rest of the text is typically about 1,500 words long. Any discussion at the end of the text should be as succinct as possible, not repeating previous summary/introduction material, to briefly convey the general relevance of the work.

Letters typically have 3 or 4 small display items (figures or tables).

Word counts refer to the text of the paper. References, title, author list and acknowledgements do not have to be included in total word counts"

Nergens is op te maken dat de bronvermeldingen 'peer-reviewed' dienen te zijn. Hallmann et al. refereren naar 28 bronvermeldingen, waarvan er tenminste drie (12, 13, 26) met grote waarschijnlijkheid niet aan wetenschappelijke toetsing werden onderworpen.
De argumentatie van de Kroon houdt geen stand. Er waren zonder twijfel mogelijkheden geweest naar het boek van Tennekes (2010) en het American Bird Conservancy rapport van Mineau (2013) te verwijzen, die dezelfde verbanden tussen imidacloprid en de teruggang van vogelpopulaties hebben beschreven.
Bron: http://www.nature.com/nature/authors/gta/#a1.2

Henk Tennekes

vr, 08/08/2014 - 18:30

To: Arnoud Engelfriet (Ius Mentis beheerder)
From: "Henk Tennekes"
Subject: Plagiaat van Radboud universiteit? (via iusmentis.com)
Geachte heer Engelfriet,

Onlangs (juli 2014) is er een publicatie verschenen in het toonaangevende tijdschrift Nature van de vakgroep van Hans de Kroon van de Radboud Universiteit (Nijmegen) waarin wordt aangetoond dat milieuverontreiniging met het neonicotinoïde insecticide imidacloprid achteruitgang van vogels veroorzaakt. In de publicatie wordt niet gerefereerd naar mijn boek Disaster in the Making, dat al in 2010 dit verband heeft beschreven. Eveneens ontbreekt een verwijzing naar een publicatie van Pierre Mineau uit 2013 die dit verband bevestigde.
Hans de Kroon ontkent (namens de auteurs) in een artikel in de Stentor ('Henk Tennekes klaar voor juridisch gevecht') van vrijdag 8 augustus 2014 dat er in het Hallmann et al. artikel in Nature door het ontbreken van verwijzingen naar het baanbrekende werk van Henk Tennekes en Pierre Mineau sprake zou zijn van plagiaat. De Kroon:"Mede omdat Nature slechts een zeer beperkt aantal referenties toestaat hebben we er voor gekozen in ons artikel alleen naar 'peer-reviewed' wetenschappelijke artikelen te verwijzen. Onze resultaten doen vermoeden dat de heer Tennekes over wat hij in zijn boek betoogt met terugwerkende kracht gelijk heeft gekregen. Toch viel het boek af, alsmede een Canadees rapport (van Mineau) met dezelfde strekking, omdat deze publicaties geen wetenschappelijke toetsing hebben ondergaan. Van plagiaat is geen sprake."
De Kroon vindt dus schijnbaar dat bronvermeldingen niet nodig zijn wanneer de betreffende bron geen wetenschappelijke toetsing (peer review) heeft ondergaan. Dat zegt hij zonder met de ogen te knipperen over het werk van zeer gerenommeerde toxicologen. Ik ben van mening dat bronvermeldingen essentieel zijn in een artikel omdat wetenschap altijd voortbouwt op het werk van anderen, die daarvoor erkenning verdienen. Hoe kijkt U hier tegen aan?

Henk Tennekes

zo, 10/08/2014 - 14:44

Van: Arnoud Engelfriet [mailto:arnoud@engelfriet.net]
Verzonden: zondag 10 augustus 2014 14:13
Aan: ETS Nederland BV
Onderwerp: Re: Plagiaat van Radboud universiteit? (via iusmentis.com)
Geachte heer Tennekes,

Een juridische procedure zie ik als volstrekt kansloos. Plagiaat is geen juridisch begrip, er is geen wet die plagiaat verbiedt. Dit is niet meer dan een ethische norm binnen de wetenschap.

Juridisch gezien kunt u optreden bij auteursrechtinbreuk, maar dan moet er concreet tekst van u zijn overgenomen, al dan niet in bewerkte vorm.
Daarvan lijkt geen sprake te zijn. Van de auteurswet mag men inspiratie opdoen, op het spoor gezet worden en ideeën opdoen zelfs zonder de bron te noemen.

Klagen over plagiaat is vrijwel altijd een kwestie van een beroep doen op iemands ethisch besef. Soms zijn er klachtcommissies bij universiteiten die bindende uitspraken kunnen doen.

Met vriendelijke groet,

Arnoud Engelfriet

Henk Tennekes

zo, 10/08/2014 - 16:16

Uit mijn correspondentie met Bruno Ens blijkt dat mijn boek voor Caspar Hallmann een zeer belangrijke bron is geweest, maar een bronvermelding is in zijn Nature publicatie in geen velden of wegen te zien. Dat was voor een collega van mij, de ecotoxicoloog Francisco Sánchez-Bayo, aanleiding een Letter to the Editor van Nature te schrijven (bijlage). Mijn collega maakt daarin zeer plausibel dat de Nijmeegse onderzoekers alleen door mijn boek op het spoor voor hun onderzoek kunnen zijn gezet. De leider van het Nijmeegse onderzoek, Hans de Kroon, claimt nu dat zij de eersten zijn die een verband hebben aangetoond tussen de verontreiniging van het oppervlaktewater met het bestrijdingsmiddel imidacloprid en de achteruitgang van insectivore broedvogelsoorten, zoals in deze Youtube video wordt gedocumenteerd:
https://www.youtube.com/watch?v=lqcmKoGNaf0&t=0m45s
Deze bewering is pertinent onjuist. Ik heb in mijn boek dit verband aan de hand van toxicologische gegevens in 2010 al beschreven en plausibel onderbouwd met de algemeen toegankelijke vogel gegevens van SOVON. De achteruitgang van vogelsoorten is een logisch gevolg van de uitzonderlijke giftigheid van imidacloprid voor insecten. De jarenlange milieuverontreiniging met imidacloprid zal de insectenstand beneden het bestaansminimum voor vissen, vogels, reptielen, amfibieën en andere insectivore soorten brengen. In de afgelopen 5 jaar heb ik op deze website veel gegevens verzameld om deze rampzalige breuk in de voedselketen nog verder te documenteren. De wereldbekende toxicoloog Pierre Mineau, die ik in mei 2012 heb ontmoet tijdens een SETAC conferentie in Berlijn, heeft dit verband in een rapport voor de American Bird Conservancy in 2013 bevestigd. En al dit moeizame werk laat De Kroon achterwege in zijn publicatie in Nature omdat het "geen wetenschappelijke toetsing" heeft ondergaan. De Kroon bouwt niet voort op bestaand werk, zoals het een serieuze wetenschapper betaamt, hij gaat er mee aan de haal. En ik heb helaas geen mogelijkheden hier iets tegen te ondernemen. Er is geen wet die plagiaat verbiedt, zo jurist Engelfriet.

Henk Tennekes

za, 16/08/2014 - 09:08

Geachte heer van den Broek,

Ik voeg een pdf van mijn boek bij. Daarin wordt beschreven dat de neonics (met name imidacloprid) veel gebruikte zeer persistente insecticiden zijn, die makkelijk uit- en afspoelen naar het grond- en oppervlaktewater, en dat ze hele regio's van NL verontreinigd hebben. Daarna wordt de uitzonderlijke giftigheid van deze stoffen voor arthropoden beschreven, die absoluut vergelijkbaar is met die van genotoxische (DNA-beschadigende) carcinogenen, de meest gevaarlijke stoffen die we kennen, en die zeer streng worden gereguleerd. Dan trek ik de conclusie dat deze milieuverontreiniging insecten en insectivore soorten zal gaan bedreigen. En die stelling onderbouw ik met een analyse van betrouwbare gegevens over broedvogels in verschillende NL habitats. Vergelijk dit met de volgende passage in de mail van Bruno Ens, en het wordt onmiddellijk duidelijk dat mijn boek Caspar Hallmann op het spoor heeft gezet.

"De reden dat ik u nu mail is niet dat ik ondertussen wel overtuigd ben van uw analyses, maar dat Caspar Hallmann grote interesse blijkt te hebben voor dit probleem. Caspar is nu aan een promotieonderzoek bij de Radboud Universiteit begonnen, maar heeft daarvoor bij SOVON gewerkt aan de statistische analyse van verspreidingsgegevens van o.a. broedvogels.
Caspar is een uitermate bekwame rekenaar en hij heeft al helemaal uitgedacht hoe hij kaartbeelden van imidacloprid wil koppelen aan de kaartbeelden van de vogels om op die manier te toetsen of er sprake is van duidelijke correlaties. Zijn belangrijkste probleem is de tijd vinden om de berekeningen uit te voeren.

Als ik Caspar mag geloven is voldoende materiaal beschikbaar om een eventueel verband aan te tonen. Ik heb hem uw boek gegeven en ik denk dat u meer heeft aan een gesprek met hem, dan met mij. Zijn email adres is caspar.hallmann@sovon.nl"

Ook mijn collega Francisco Sánchez-Bayo komt in een Letter to the Editor van Nature (bijlage) over de Hallmann et al publicatie tot de conclusie dat alleen mijn werk de Nijmeegse onderzoekers op het spoor kan hebben gezet en dat ik daarvoor met een bronvermelding erkenning verdien.

Ik zou graag zien dat Caspar Hallmann zich hierover uitspreekt.

Met vriendelijke groet

Henk Tennekes
14-08-2014

Henk Tennekes

do, 21/08/2014 - 01:09

Wetenschapsjournalist Michael Gross heeft een interessant artikel geschreven over de huidige problemen met de systemische insecticiden in de meest recente uitgave van Current Biology. Gross geeft de kennisvergaring chronologisch weer en schrijft onder andere: "In the summer of 2010, Henk Tennekes from Experimental Toxicology Services Nederland at Zutphen warned that the accumulation of neonicotinoids in the environment would not only decimate useful insects but also have a knock-on effect on other species, including birds (Curr. Biol. (2011) 21, R137–R139). At the time, Tennekes did not find much support for his views and went on to publish his warnings as a book — The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making."

Ik heb er niets op tegen dat op dit moment veel wetenschappers met de muziek van een klokkenluider meelopen. Waar ik wel iets op tegen heb is dat sommige wetenschappers nu claimen de eersten te zijn geweest die het verband tussen imidacloprid en de achteruitgang van vogels plausibel hebben gemaakt en dat doen door mijn werk (en overigens ook het werk van Pierre Mineau en Cynthia Palmer) compleet te negeren. Fatsoenlijke wetenschappers doen zoiets never nooit.
Bron: Current Biology (2014) Vol 24 No 16 R717-R720

Henk Tennekes

do, 21/08/2014 - 10:23

Dr. Pierre Mineau began his long and distinguished scientific career studying the effects of persistent organochlorine compounds, like DDT and PCBs, on fish-eating birds. He then became responsible for the Canadian assessment of new and existing pesticides to determine their adverse impacts on wildlife. In 1994 he transitioned from regulatory reviews to full-time research on the environmental impacts of pesticides, achieving the rank of Senior Research Scientist at Environment Canada. Working with international collaborators and graduate students, he works on assessing globally the environmental footprint of pesticides. He also studies how birds are exposed to pesticides and how bird populations respond topesticide use and agricultural practices. His work includes defining the ecological values of birds in cropland as well as estimating the incidental take of birds from various other human activities. He has written more than 100 peer-reviewed publications and has authored some 200 presentations. He officially retired from public service in 2012 and now holds an Emeritus position with the Canadian government, serves as an adjunct research professor at Carleton University in Ottawa and at the University of Saskatchewan in Saskatoon, and consults privately.
Henk A. Tennekes graduated from the Agricultural University of Wageningen, The Netherlands, in 1974, and performed his Ph.D. work at Shell Research Ltd in Sittingbourne in the UK. He worked at the German Cancer Research Centre in Heidelberg from 1980-1985 and was Chief Toxicologist at a major contract research organisation in Switzerland from 1986-1992. In 1992, Dr. Tennekes established an independent consultancy for product safety assessment, ETS Experimental Toxicology Services, which has served leading companies in the chemical industry over the past two decades, with an excellent record of achievement. Dr. Tennekes was Secretary of the Toxicology Section of the Swiss Society of Pharmacology and Toxicology from 1992-1998 and a Member of the Board of Directors of the Swiss Register of Toxicologists from 1996-2000. Henk Tennekes has authored important papers in the field of toxicological research, most recently a chapter in a text book on Cancer Risk Assessment, published by John Wiley & Sons. The culmination of Dr Tennekes' research was his recent discovery that the relationship between exposure concentration and lethal effect in arthropods for a new generation of insecticides, the so-called neonicotinoids, has much in common with genotoxic chemical carcinogens - cancer-causing agents, the implication being that very stringent risk assessment procedures would have to be applied to a category of pesticides used all over the world. In particular, the risk associated with longer term exposure of invertebrates to the low concentrations of these persistent pesticides prevailing in the environment had been seriously underestimated. When he realized the dire consequences of environmental pollution with these insecticides, i.e., the possible extinction of the invertebrates and, consequently, of invertebrate- dependent species, such as fish, birds, amphibians, reptiles, and some mammalian species ( bats, hedgehogs, non-human primates), he decided to write the now famous book “The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making” to warn the general public about an impending environmental catastrophe.

Henk Tennekes

do, 28/08/2014 - 19:13

Dear Henk,

Thank you for your patience, and for the copy of your book, which was very helpful in our considerations. I have carefully discussed your case with my colleagues, and I'm afraid to say we stand by our initial view that this issue is best dealt with using our online commenting tool. This option will connect your comments with the article and notify the authors, such that they are able to make a public reply. Indeed, your colleague Dr Sancho-Bayez has recently used this feature to draw attention to your work.

We appreciate that your book is relevant, but do not feel there is sufficient evidence that your book played a pivotal role in the making of Hallmann et al.'s paper. Our main three reasons are as follows: (1) in the manuscript, the authors construct a convincing argument based on earlier work; (2) what the authors claim primacy on is the quantitative link between neonicotinoid concentrations and bird declines, not the idea, which we feel is justified, because (3) there are many other potential reasons, apart from neonicotinoids, underlying the bird declines you document in your book.

I hope that this has better explained our decision, and that this satisfactorily addresses your concerns. If you feel this is not sufficient, you may wish to approach our Correspondence section, which handles brief "letter to the editor"-type pieces. This may be an appropriate platform to air your concerns about the potential subjectivity of selecting references more generally, with reference to this specific example.

With best wishes,
Hanna

Henk Tennekes heeft hierop als volgt geantwoord:
Thanks, Hanna. I am very pleased that you have approved Dr Sanchez-Bayo's comment. I can live with your verdict, which reminds me of King Solomon. At least there is some credit for my book. It took me nearly a year to get the work done and published. I am very proud of it. I was blacklisted and nearly went bankrupt, but it was the best I ever did.

Best wishes

Henk

Henk Tennekes

do, 28/08/2014 - 19:17

Dear Francisco Sanchez-Bayo,

The following post you wrote on the Nature website has been approved by the moderator:
I'm surprised that this article does not mention even once the pioneering work on the same issue by Henk. A. Tennekes.
In 2010, Dr Tennekes alerted the world about the indirect impacts of neonicotinoid insecticides on birds by publishing his book 'Systemic Neonicotinoids: A Disaster in the Making' (ETS Nederland BV, 2010). Although not a peer-reviewed work, the book made the claim, for the first time, that the recent decline of many species of birds in the Netherlands and other European countries is correlated with the increasing use of imidacloprid and other neonicotinoids during the last two decades. Insectivorous birds and waders were identified in that book as the species most at risk. In fact, 8 among the 14 species of birds studied by Hallmann et al. were explicitly named in that book. Even more interesting is that the declining populations of 5 bird species mentioned by Dr Tennekes were found, by Hallmann et al., to have a positive and significant correlation with neonicotinoid residues in waters. So, why the authors of that paper omitted to cite this source is incomprehensible to me and anyone who has been following developments on this controversial topic.
Science builds upon the foundations laid by previous researchers or people with vision who are able to point out the way forward. This is the main reason for including citations in the scientific literature, other than paying tribute to the authors. However, I wonder if the researchers from Radboud University could have ever thought about the impact that neonicotinoid insecticides may have had on bird populations. My doubts arise from the following:
i) The only other report dealing with the effects of neonicotonoids on birds was released late last year (Mineau, P. & Palmer, C. The Impact of the Nation?s Most Widely Used Insecticides on Birds. American Bird Conservancy, 2013). Although that report focuses on the acute and chronic toxi city of such insecticides to birds, it also deals with the issue of indirect effects by depletion of the invertebrate food source, acknowledging Dr Tennekes as the promoter of this idea and citing his book as a reference.
ii) Neonicotinoid insecticides are not particularly toxic to vertebrates and, to my knowledge, no peer-reviewed papers have yet been published proving the contrary. There are a few studies about the sublethal effects of these compounds on birds, but they do not attract much attention from terrestrial ecotoxicologists for that very reason, let alone interest from ecologists and ornithologists.
It is very likely, therefore, that Hallmann et al. were prompted to thoroughly investigate this issue based on the insights of that book or the numerous public dissertations of Dr Tennekes on this matter. As far as I am aware, scientific citations do not need to be restricted to peer-reviewed papers or to work carried out only by experts on a particular field (note that Dr Tennekes is neither a professional nor an amateur ornithologist). Anyone who has the vision to suggest a new direction in research should be acknowledged and given the due credit.

Thank you for contributing,

-Nature editors
http://www.nature.com/nature/journal/vaop/ncurrent/abs/nature13531.html

Henk Tennekes

do, 28/08/2014 - 20:05

De Kroon mag nu van alle daken schreeuwen de eerste te zijn geweest die het verband tussen imidacloprid en de achteruitgang van insectivore vogels kwantitatief te hebben aangetoond. Ik heb in 2010 dit verband al beschreven, een logisch gevolg van de uitzonderlijke giftigheid van imidacloprid voor insecten en de grootschalige mllieuverontreiniging met deze stof, die insecten en insectivore soorten zal uitroeien. Ook de editor van Nature bevestigde dat mijn boek relevant is geweest, zag echter te weinig bewijs voor mijn bewering dat het Hallmann et al. op het spoor heeft gezet. Gelukkig staat nu zwart op wit de visie van mijn collega Francisco Sanchez-Bayo onder het artikel Van Hallmann et al. Sanchez-Bayo argumenteert dat het bijna niet anders kan zijn geweest. Ik sluit me daarbij aan.

Henk Tennekes

za, 30/08/2014 - 15:48

Lieber Henk,

ich finde es beschämend und für ein wissenschaftliches Magazin vom Range von Nature schändlich, dass Deine Verdienste um das Aufzeigen des Zusammenhangs zwischen dem Rückgang speziell der Insektenfressenden Vögel und der rapide wachsenden Verbreitung der Neonikotinoide nicht in angemessener Weise gewürdigt wurden. Ich hoffe, dass sich die Erkenntnisse über die Zusammenhänge zwischen der Pestizidanwendung in der Landwirtschaft und der Umweltschädigung wie auch dem Artensterben auch in der Öffentlichkeit weiter verbreiten.

Immerhin aber hat der BUND Dein großartiges Buch in deutscher Sprache herausgebracht, und vertreibt es über seinen Internetauftritt, was mir als langjährigem BUND-Mitglied Genugtuung verschafft.

Eine gewisse Genugtuung sollte Dir auch geben, dass Dein Jahrelanger Kampf für die Anerkennung und Wiederanwendung der Haber'schen Regel bei der toxikologischen Beurteilung der Kumulationsgifte Eingang in die offiziellen Papiere der EFSA gefunden hat. So finden sich in der "Scientific Opinion on the science behind the development of a risk assessment of Plant Protection Products on bees" vom EFSA Panel on Plant Protection Products and their Residues (PPR) im EFSA Journal 2012; 10(5):2668 auf den Seiten 39-47 die Ausführungen zur Haber'schen Regel, wobei Deine und Sanchez-Bayo's Arbeiten auf Seite 41f. zitiert werden. Die Schlußfolgerung daraus ist, dass die gegenwärtigen Prüfmethoden für die Gefährdung der Bienen (und aller Insekten!) durch Pestizide völlig unzureichend sind. Auch die EPPO-Richtlinien werden auf dieser Basis in Frage gestellt (Seite 49f.).

Du hast für den Naturschutz und speziell Vögel und Bienen etwas Großartiges geleistet!
Beiträge, die weit über die Wissenschaft hinausgehen, und dem Thema "Gefährdung durch Pestizide" in der Öffentlichkeit, in Behörden und in der Politik zu Aufmerksamkeit und Anerkennung verholfen haben.
Selbst die EFSA hat das anerkennen müssen. Klar, das Ringen ist noch nicht zu Ende, aber einige große Schritte sind getan.

Aus den genannten Gründen möchte ich Dir für Dein Engagement zu Gunsten der Natur danken,
und großen Respekt und Anerkennung zollen.

In Freundschaft

Anton
30-08-14

Henk Tennekes

za, 13/09/2014 - 06:59

Caspar Hallmann heeft volgens het artikel van Paul van den Broek en Martine Zuidweg in VOX magazine van 12-09-14 inspiratie opgedaan bij een publicatie van de Universiteit Utrecht (UU) waarin een verband wordt gelegd tussen de achteruitgang van insecten en de concentraties van het insecticide imidacloprid in het oppervlaktewater. Wat niet verteld wordt is dat deze laatste publicatie eveneens gebaseerd was op mijn publicaties van 2010, waarin duidelijk wordt beschreven dat imidacloprid een ramp in de insectenwereld zal veroorzaken. In de UU publicatie wordt dan ook gerefereerd naar mijn werk.

Een voetnoot van de Spaanse ecotoxicoloog Francisco Sánchez-Bayo (universiteit Sydney) is door de Editors van Nature na mijn verzoek om rectificatie nu onder de Hallmann et al. publicatie geplaatst. Dr. Sánchez-Bayo argumenteert dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat mijn werk geen rol heeft gespeeld bij de Hallmann et al. publicatie en vraagt zich af waarom de auteurs verzwijgen dat ik de verbanden tussen imidacloprid en de achteruitgang van vogels (op basis van toxicologische gegevens over het dosis-werkingsprofiel van imidacloprid bij arthropoden) 4 jaar eerder al had beschreven in mijn boek The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making. Deze argumentatie past bij het oordeel van een prominent lid van de commissie Wetenschappelijke Integriteit van Radboud, Evert van de Zweerde.

Het is verbijsterend dat de journalisten van den Broek en Zuidweg, die kennis hadden van de visie van Van de Zweerde, Hallmann hiermee niet hebben geconfronteerd en het getuigt naar mijn oordeel ook niet van objectieve journalistiek (VOX claimt onafhankelijk te zijn). Eigenlijk zou de commissie wetenschappelijke integriteit van de Radboud universiteit deze kwestie nader dienen te onderzoeken. Wat op het spel staat zijn algemeen geaccepteerde normen en waarden in de wetenschap. Er zijn echter helaas aanwijzingen dat de kwestie in de doofpot zal belanden. Daarmee geven Nijmeegse academici geen goed voorbeeld van correcte wetenschapsbeoefening

Bron: VOX, 12-09-14
http://www.voxweb.nl/als-onderzoekers-de-wereld-opschudden/

Henk Tennekes

zo, 14/09/2014 - 21:59

Nature publicatie over dalende vogelstand: fraude of niet?

Met hun Nature-publicatie begin juli over de negatieve invloed van een veelgebruikt bestrijdingsmiddel op de vogelstand oogstte een groep Nijmeegse onderzoekers internationale aandacht. Kritiek was er ook, van toxicoloog Henk Tennekes, die de Nijmegenaren betichtte van plagiaat. Vox legt het dossier voor aan Evert van der Zweerde, als voormalig voorzitter van de integriteitscommissie van de RU gezaghebbend op het terrein van fraude. Plagiaat of niet?
Het artikel
In hun artikel onderzoeken promovendus Casper Hallmann (eerste auteur) en vier anderen, onder wie hoogleraar Hans de Kroon, de oorzaken van de afnemende vogelstand. Onder alle factoren die een rol kunnen spelen komt er één bovendrijven: het bestrijdingsmiddel Imidacloprid, dat doorsijpelt in het oppervlaktewater en een vernietigende invloed heeft op de insectenstand, voorname voedselbron van de vogels. De sterkste vingerwijzing tot dusver van de schadelijke invloed van het middel op de natuurlijke omgeving, claimen de onderzoekers.
De aanklacht
Toxicoloog Henk Tennekes, een in Wageningen opgeleid en gepromoveerd toxicoloog, ontketent via Twitter een aanklachtenregen tegen de Nijmeegse onderzoekers. Zijn eerste blijdschap (eindelijk erkenning voor mijn inzicht), slaat om in woede omdat de onderzoekers in zijn ogen hebben verzuimd te verwijzen naar zijn boek uit 2010 (Disaster in the Making), waarin Tennekes het negatief verband tussen Imidacloprid en de vogelstand al heeft onderzocht. Tennekes nam het woord plagiaat in de mond na de publieke claim van de Nijmeegse onderzoekers dat zij de eerste zouden zijn die dit verband hebben gelegd. Hij verwijst naar de eigen regels van de Radboud Universiteit: ‘Door correcte bronvermelding wordt duidelijk gemaakt dat er niet wordt gepronkt met andermans veren.’ Verwijzing naar artikelen van dezelfde orde is de regel, mits dit artikel de gebruikelijke (peer reviewed) beoordeling heeft ondergaan. Nijmegen onderschrijft Europese regels met de volgende, voor Tennekes relevante passage: ‘Important work and intellectual contributions of others that have influenced the reported research should be appropriately acknowledged. Related work should be correctly cited.’

Reactie van de Nijmeegse onderzoekers
Het boek van Tennekes was de onderzoekers bekend, maar terzijde geschoven omdat dit boek niet de peer reviewed beoordeling heeft ondergaan. De kwestie ligt uiterst gevoelig, dus de Nijmegenaren willen alleen met de allerbeste bronnen naar buiten treden. Dat er een relatie bestaat tussen middelen als Imidacloprid en de vogelstand is bovendien al door meerdere onderzoekers gesuggereerd (die ook niet zijn geciteerd) en het ligt niet in de rede iedereen die hierover een balletje heeft opgeworpen een credit in het artikel te geven. Te meer omdat Nature uiterst terughoudend is met het opnemen van artikelen in de referentielijst.
Verweer van Tennekes
De overeenkomst tussen boek en artikel is al opvallend, meent Tennekes, die zich weet gesterkt door zijn correspondentie waaruit zou blijken dat de Nijmeegse onderzoekers zijn boek niet alleen kenden, maar er ook door beïnvloed zouden zijn. Het boek is inderdaad niet peer reviewed, zo gaat hij verder, maar wel enkele artikelen die eraan ten grondslag liggen. Bovendien noemt hij het al dan niet peer reviewed beoordeeld zijn niet relevant voor de aanklacht: het geeft domweg geen pas met andersmans veren te pronken. Tennekes overweegt een gang naar de rechter en eist van Nature een rectificatie.
Plagiaat of niet
Vox legde het dossier voor aan Evert van de Zweerde, hoogleraar Politieke Filosofie en voormalig voorzitter (en nog steeds lid) van de commissie wetenschappelijke integriteit. Zijn oordeel: de aanklacht ‘plagiaat’ in juridische zin houdt vermoedelijk geen stand, omdat het hier gaat om het overnemen van een gedachtegoed, en niet van letterlijke teksten of resultaten. Dat zou al anders liggen als de hypothese in kwestie te vinden was in de peer reviewed artikelen waarop het boek steunde. Maar er is ook nog zoiets als fatsoen, zegt Van der Zweerde, en in dat licht heeft Tennekes wel een punt. Gezien het gewicht van de bron, de statuur van Tennekes zelf en de gedachtes die hij in zijn boek ontvouwt, was het gepast geweest zijn boek in een voetnoot te noemen. Of de auteurs daadwerkelijk door het boek zijn beïnvloed (zo dat al is vast te stellen) doet dan niet ter zake: ze wisten ervan: ‘Zelfs als het artikel geheel onafhankelijk van het boek is geschreven, maakt een verwijzing ernaar het artikel niet zwakker.’ Van der Zweerde onderstreept de gewenste omgangsvormen tussen wetenschappers, vrij naar Pim Levelt die de kwestie-Stapel onderzocht: ‘Belangrijk is een academische cultuur van “critical friends”: hard op de inhoud, fatsoenlijk in de relatie.’
Bron: Persoonlijke correspondentie Van den Broek/Tennekes, 19 augustus 2014

Henk Tennekes

di, 16/09/2014 - 20:10

Mason R, Tennekes HA, Sanchez-Bayo F, Jepsen PU (2013) Immune suppression by neonicotinoid insecticides at the root of global wildlife declines. J Environ Immunol Toxicol 1:3–12
Rondeau G, Sanchez-Bayo F, Tennekes HA, Decourtye A, Ramirez-Romero R,DesneuxN (2014) Delayed and time-cumulative toxicity of imidacloprid in bees, ants and termites. Nat Sc Rep 4:5566. doi:10.1038/srep05566
Tennekes HA (2010) The significance of the Druckrey-Küpfmüller equation for risk assessment—the toxicity of neonicotinoid insecticides to arthropods is reinforced by exposure time. Toxicology 276:1–4
Tennekes HA (2011) The significance of the Druckrey-Küpfmüller equation for risk assessment—the toxicity of neonicotinoid insecticides to arthropods is reinforced by exposure time: responding to a letter to the editor by Drs. C. Maus and R. Nauen of Bayer CropScience AG. Toxicology 280:173–175
Tennekes HA, Sánchez-Bayo F (2012) Time-dependent toxicity of neonicotinoids and other toxicants: implications for a new approach to risk assessment. J Environ Anal Toxicol S4:001. doi:10.4172/2161-0525.S4-001
Tennekes HA, Sánchez-Bayo F (2013) The molecular basis of simple relationships between exposure concentration and toxic effects with time. Toxicology 309:39–51

Henk Tennekes

ma, 19/10/2015 - 10:24

The first comprehensive study warning that the recent decline of many bird species correlated with the increasing depletion of food resources caused by the use of imidacloprid and other neonicotinoids was carried out by Tennekes (2010). Hallman et al. (2014) basically confirmed the results by Tennekes (2010) and correlated concentrations of a specific neonicotinoid insecticide (imidacloprid) in aquatic ecosystems to bird decline (Fig. 12). The spatial analysis showed that concentrations of 20 nanograms/litre [ng/g] and above of imidacloprid resulted in an annual decline of bird populations of 3.5%. Additional analyses showed that this kind of decline appeared only after the introduction of
imidacloprid to the Netherlands.
Bron: Greenpeace (2015). Europe’s Pesticide Addiction. How Industrial Agriculture damages our Environment