Henk Tennekes dient een klacht in over de literatuurstudie van Blacquiere et al. bij de Raad van Bestuur van Wageningen Universiteit

De toxicoloog Henk Tennekes heeft op 28-02-2012 een klacht ingediend bij de Raad van Bestuur van Wageningen Universiteit. Volgens de Notitie Wetenschappelijke Integriteit (over normen van wetenschappelijk onderzoek) van 2001 moet het selectief weergeven van resultaten, met name het weglaten van ongewenste uitkomsten worden beschouwd als een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit (bijlage). Naar zijn oordeel heeft dr. Tjeerd Blacquiere van Plant Research International met een recente publicatie in het tijdschrift Ecotoxicology zich hieraan schuldig gemaakt. De auteurs van dit artikel beweren alle deugdelijke zogenoemde peer reviewed artikelen van de afgelopen 15 jaar te hebben uitgeplozen op aanwijzingen dat met name het gif neonicotine een hoofdrol zou spelen in de bijenkwestie, en komen tot de conclusie dat het verdwijnen van bijenvolken op geen enkele manier samenhangt met het gebruik van neonicotinen in het veld. Naar het oordeel van Tennekes hebben Blacquiere c.s. echter het doel van literatuuronderzoek (een betrouwbaar en volledig overzicht te krijgen van de literatuur die over een bepaald onderwerp is gepubliceerd) flagrant geschonden door een aantal belangwekkende publicaties, die tot nieuwe (en zeer verontrustende) inzichten over de risico's van neonicotinoiden voor insecten en andere geleedpotigen hebben geleid, volkomen te negeren. In de literatuurstudie van Tjeerd Blacquiere et al., die ook aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt vastgesteld dat de NOEL (no-observable-effect-level) voor imidacloprid bij 20 ppb ligt, maar de ontdekking van Tennekes toont aan dat zelfs een 100-voudig geringere concentratie (0, 2 ppb) nog sterfte binnen de levensverwachting van honingbijen veroorzaakt. De werkelijke risico's worden in Blacquiere's literatuurstudie dus schromelijk onderschat.

Francisco Sanchez-Bayo heeft samen met zijn Japanse collega Kouichi Goka op 15 april 2012 een weerwoord op de literatuurstudie van dr. Tjeerd Blacquiere et al. bij het tijdschrift Ecotoxicology ingediend. EFSA, de Europese Voedselautoriteit, presenteerde in mei 2012 in opdracht van de Europese Commissie een rapport over de risico’s van pesticiden op de gezondheid van onder meer honingbijen en hommels. In het rapport schrijft EFSA dat voor wat betreft blootstelling gekeken moet worden naar acute en chronische effecten van de pesticiden. En ook naar de gevolgen van langdurige blootstelling aan lage doseringen. De recente publicaties van de toxicologen Henk Tennekes en Francisco Sánchez-Bayo over de grote overeenkomsten in het dosis-werkingsprofiel van kankerverwekkende stoffen en neonicotinoide insecticiden (bijlage) krijgen daarbij ruime aandacht en zijn een uitgangspunt voor het ontwikkelen van nieuwe methodes om de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen vast te kunnen stellen. Het voedselveiligheidsagentschap van de EU heeft op 16 januari 2013 studies gepubliceerd waaruit blijkt dat de neonicotinoide insecticiden een onaanvaardbaar risico inhouden voor de gezondheid van de bijen (bijlage). De Raad van Bestuur van Wageningen UR heeft met schrijven van 27 maart 2012 de klacht van Henk Tennekes over de literatuurstudie van dr. Tjeerd Blacquiere et al. ongegrond verklaard.

Henk Tennekes heeft sinds 2009 meerdere pogingen gedaan Tjeerd Blacquiere van het immense gevaar van de neonicotinoiden te overtuigen (zonder enig resultaat):
- Op 30 oktober 2009 tijdens een extra bijeenkomst van de werkgroep ‘Bestuivende insecten en gewasbeschermingsmiddelen en biociden’;
- Op 3 november 2010 tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer van de Vaste commissie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het Wetsvoorstel Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving voor het op de markt brengen en het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;
- Op 25 mei 2011 tijdens een voordracht in het Bijenhuis in Wageningen over de relatie tussen het gebruik van neonicotinoïde insecticiden en de verhoogde bijensterfte. Dit op uitnodiging van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Bijgevoegd achtergrondinformatie en het antwoord van Henk Tennekes op een mail van de rector magnificus van Wageningen Universiteit, d.d. 6 maart 2012. Een reactie van Tjeerd Blacquiere van juli 2012 is eveneens bijgevoegd. De Raad van Bestuur van Wageningen UR heeft met schrijven van 27 maart 2012 de klacht van Henk Tennekes over de literatuurstudie van dr. Tjeerd Blacquiere et al. ongegrond verklaard. Als redenen worden genoemd
- dat het in de wetenschap normaal is dat niet alle relevante artikelen en studies worden meegenomen (al beweerde Blacquiere wel alle peer reviewde studies van de afgelopen 15 jaar te hebben uitgeplozen);
- dat relevante studies niet meegenomen zijn in het onderzoek omdat ze niet peer reviewed waren (daaronder bijvoorbeeld de studie van een Franse regeringscommissie).
Enkele dagen later, op 29-03-2012, werd het causale verband tussen bijensterfte en neonicotinoide bestrijdingsmiddelen in twee artikelen in het tijdschrift Science onweerlegbaar bewezen (zie bijlage). Onderzoekers van de Harvard School of Public Health leverden kort daarna overtuigend bewijs voor het verband tussen imidacloprid en Colony Collapse Disorder (CCD). De gegevens van Alex Lu, universitair hoofddocent milieubiologie aan Harvard's Department of Environmental Health, bewijzen dat de voor bijensterfte benodigde hoeveelheid imidacloprid lager wordt naarmate de blootstellingstijd toeneemt. Dit was in 2001 al aangetoond door de groep van Luc Belzunces in Frankrijk (bijlage). Deze bijenonderzoekers bij INRA in Avignon stelden vast dat de acuut letale dosis van imidacloprid, die sterfte binnen 48 uur veroorzaakt, slechts 40 nanogram per bij was. Hun grote ontdekking was echter dat de letale dosis bij chronische blootstelling 4.000 keer lager was. “Een opname van 1 picogram per dag was voldoende om een bij binnen 10 dagen te doden” vertelde Belzunces in het INRA tijdschrift (juni 2009). Dat betekende dat de uiterst geringe sporen van imidacloprid in de orde van grootte van microgrammen per kilogram stuifmeel een risico voor bijen vormde. Deze versterkende werking van de tijd werd door Druckrey en Küpfmüller theoretisch verklaard door omomkeerbaarheid van zowel de receptor binding als ook van de werking die van deze receptor binding uitgaat. De werking is dan proportioneel aan de dubbele integraal van gifconcentratie over tijd. Daarmee is nu onomstotelijk aangetoond dat een veilige imidacloprid dosis voor bijen niet bestaat. Iedere hoeveelheid veroorzaakt schade. Daarmee werd het artikel van Henk Tennekes in het vaktijdschrift Toxicology (bijlage) en een overzichtsartikel van Henk Tennekes en Francisco Sanchez-Bayo in het vaktijdschrift JEAT (bijlage), die ontbraken in het literatuuroverzicht van Blacquiere et al., in alle opzichten bevestigd. Bijgevoegd een poster van Henk Tennekes en Francisco Sanchez-Bayo die op 23 mei 2012 op het zesde wereldcongres van de SETAC (Society of Environmental Toxicology and Analytical Chemistry) in Berlijn werd tentoongesteld. EFSA, de Europese Voedselautoriteit, presenteerde in mei 2012 in opdracht van de Europese Commissie een rapport over de risico’s van pesticiden op de gezondheid van onder meer honingbijen en hommels. In het rapport schrijft EFSA dat voor wat betreft blootstelling gekeken moet worden naar acute en chronische effecten van de pesticiden. En ook naar de gevolgen van langdurige blootstelling aan lage doseringen. De recente publicaties van de toxicologen Henk Tennekes en Francisco Sánchez-Bayo over de grote overeenkomsten in het dosis-werkingsprofiel van kankerverwekkende stoffen en neonicotinoide insecticiden (bijlage) krijgen daarbij ruime aandacht en zijn een uitgangspunt voor het ontwikkelen van nieuwe methodes om de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen vast te kunnen stellen.

Artikelen over dit onderwerp:
- Gert van Maanen, hoofdredacteur van Bionieuws en voormalig adjunct-hoofdredacteur van Resource, het weekblad van Wageningen UR, over de integriteitsklacht van Tennekes, zie bijlage. Artikel in Resource van 5 april 2012, zie bijlage.
- Artikelen in Vrij Nederland van 4 april 2012 en 1 december 2012 en verdere achtergrondinformatie op de website van Zembla:
http://www.vn.nl/Archief/Politiek/Artikel-Politiek/Alweer-dubieuze-desk…
http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/Artikel-Samenleving/Dode-bij-still…
http://zembla.vara.nl/Nieuws-detail.2624.0.html?tx_ttnews%5Btt_news%5D=6...

Henk Tennekes

di, 06/03/2012 - 12:28

Geachte heer Kropff,

Hartelijk dank voor uw reactie. De heer dr. Tjeerd Blacquiere is al sinds oktober 2009 geheel op de hoogte van mijn werk en dat van de heer dr. Francisco Sanchez-Bayo (universiteit Sidney), dat tot nieuwe (en zeer verontrustende) inzichten over de risico’s van neonicotinoide insecticiden heeft geleid. De confrontatie in de arena heeft reeds plaats gevonden, o.a. bij de vaste Kamercommissie van ELI in 2010, en bij een voordracht voor collegeleden van het Ctgb in het Bijenhuis in Wageningen in mei 2011. Ook de inhoudelijke kritiek van Bayer CropScience wetenschappers op mijn publicatie is met Letters to the Editor van het tijdschrift Toxicology weerlegd.

Natuurlijk begrijp ik dat U deze affaire eerst intern wilt onderzoeken. Ik ben echter zeer bezorgd over de gevolgen van het tijdsverlies dat de afgelopen jaren toch al heeft plaats gevonden. De naar mijn oordeel zeer eenzijdige publicatie van Blacquiere c.s. heeft immense negatieve gevolgen voor het ecosysteem. Daarom stel ik voor dat deze publicatie voorlopig wordt ingetrokken.

Hoogachtend

Dr. Ir. H.A. (Henk) Tennekes
Zutphen, 6 maart 2012

Henk Tennekes

zo, 25/03/2012 - 08:51

Franse imkers hadden in de jaren 1990 vrij snel in de smiezen dat de plotseling verhoogde bijensterfte door de invoering van het neonicotinoide insecticide imidacloprid werd veroorzaakt. Een Franse regeringscommissie (Comite Scientifique et Technique) bevestigde op 18 september 2003, na een onderzoek van 18 maanden, waarin meer dan 300 studies werden uitgeplozen, dat imidacloprid mede verantwoordelijk was voor de ondergang van honderdduizenden bijenvolken in Frankrijk. Blacquiere c.s. maken in hun literatuurstudie geen enkele verwijzing naar dit beroemde rapport (bijlage) en negeren ook andere belangwekkende studies die sindsdien werden gepubliceerd, onder andere die van Jeff Pettis et al. (die aantonen dat blootstelling aan uiterst geringe hoeveelheden van imidacloprid, die bijna niet meer te meten zijn, honingbijen zeer gevoelig maakt voor de darmparasiet Nosema) en van de toxicologen Henk Tennekes en Francisco Sánchez-Bayo (die grote overeenkomsten ontdekten in het dosis-werkingsprofiel van kankerverwekkende stoffen en neonicotinoide insecticiden, waardoor gevreesd moet worden dat een veilig blootstellingsniveau voor neonicotinoiden bij insecten en andere geleedpotigen in feite niet bestaat, en iedere hoeveelheid giftig is voor deze organismen). Tennekes vreest dat de grootschalige milieuverontreiniging met imidacloprid, die in Nederland al bijna een decennium plaats vindt, de insecten zal uitroeien. Insecten zijn onmisbaar in het ecosysteem.

Henk Tennekes

vr, 30/03/2012 - 08:18

Het dreigt nu dus een weinig inhoudelijk, maar juridisch welles-nietes spelletje te gaan worden. Daar wil Tennekes geen deel van uitmaken. Tennekes is geen jurist maar toxicoloog. Hij heeft het als zijn taak gezien het gevaar van neonicotinoiden voor mens, dier en milieu wetenschappelijk aan te tonen. Het gaat Tennekes niet om politiek of juridisch gewin, maar om de wereld van morgen waarin zijn kleinkinderen moeten leven. Het verband tussen bijensterfte en neonicotinoide bestrijdingsmiddelen werd in twee artikelen in het tijdschrift Science, die op 29-03-2012 verschenen, onweerlegbaar bewezen (zie bijlage).

Henk Tennekes

za, 14/04/2012 - 08:54

In France, Imidacloprid was banned as a seed dressing for sunflowers in 1999, after a third of French honeybees died following its widespread use. Five years later it was also banned as a treatment for sweetcorn in France.
In 2003 the Comité Scientifique et Technique, convened by the French government, declared that the treatment of seeds with Imidacloprid leads to significant risks for bees. The 108-page report that was made, by order of the French agricultural ministry, at the universities of Caen and Metz and by the Institut Pasteur states: "The results of the examination on the risks of the seeds-treatment Gaucho (Imidacloprid) are alarming. The treatment of seeds by Gaucho is a significant risk to bees in several stages of life. (...) Concerning the treatment of maize-seeds by Gaucho, the results are as alarming as with sunflowers. The consumption of contaminated pollen can lead to an increased mortality of nurse-bees, which can explain the persisting bee-deaths even after the ban of the treatment on sunflowers".
The studies also showed that even very small dosages, a few parts per billion, could impair honeybees´ learning performance. Residues of Imidacloprid in sunflower nectar and pollen were found at potentially hazardous levels that "can affect honeybees´ learning abilities" and impair their memory. When individual bees were exposed to sublethal doses their foraging activity decreased and they became disorientated, which researchers concluded "can temporarily damage the entire colony".
In 2002 a broad survey for pesticide residues in pollen was conducted across France. Imidacloprid was the most frequently found insecticide and was found in 49% of the samples.

Bron: http://www.cbgnetwork.org/2821.html
The long-term public and multidisciplinary research Apenet, funded by the Italian Ministry of Agriculture, about the bees crisis, systemic effects of chemical seed treatment and corn rootworm, has produced many important scientific findings, including:
- Unacceptable acute and chronic effects of seed treatment on bees and on non-targets insects;
- Detection of various, deadly and unexpected routes of exposure of bees;
- Inadmissible effects of treatment even with significant reduction of pollutant emission;
- Limitations and serious consequences of the chemical approach to the corn defense.
Source: Miele d'Italia, March 29, 2012
http://www.mieliditalia.it/index.php/en-fr-es-de/english/80570-apenet-2…

Henk Tennekes

vr, 06/07/2012 - 13:24

Een brief van de werkgroep Bijengezondheid van imkersvereniging Blaricum stelt dat op grond van de twee recente Science publicaties (waarover elders in deze nieuwsbrief meer) onze recente review in Ecotoxicology en het rapport voor EL&I achterhaald is. Nu hadden wij deze twee artikelen, en nog een paar graag opgenomen, want het zijn goede studies, maar ze veranderen de conclusies tot nu toe niet wezenlijk.
Veel wezenlijker dan bovenstaand verschil van inzicht is de oproep van de werkgroep aan mij. Omdat ik een sleutelrol zou spelen bij de besluitvorming van de overheid over de toelatingen, wat overigens geenszins het geval is, doen zij, mede op grond van “te verwachten dramatische gevolgen voor de natuur en de mens” een “klemmend beroep op mijn integriteit en verantwoordelijkheid als wetenschappelijk onderzoeker, met het verzoek aan mij de staatsecretaris te adviseren dit type gewasbeschermingsmiddelen niet langer toe te laten”.

Wetenschappelijke integriteit
Op welke integriteit wordt nu een beroep gedaan? Over wetenschappelijk integer handelen worden belangrijke dingen gezegd in de gezamenlijke ‘ Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (VSNU 2004) van de gezamenlijke Nederlandse universiteiten. Zo hoort onder verantwoord wetenschappelijk handelen dat een onderzoeker zich slechts baseert op de wetenschappelijke feiten (blijkend uit eigen onderzoek en dat van anderen) en niet laat leiden door belangen zoals gewin, invloed, politieke belangen, ideële beginselen, religie. Ook staat nadrukkelijk vermeld dat een verantwoord wetenschappelijk onderzoeker wanneer hij uitspraken doet in de maatschappij zich beperkt tot zijn eigen vakgebied.
Er staat nog veel meer in, maar voor mij essentieel is dat ik op grond van bovenstaande twee richtlijnen JUIST NIET op het verzoek kan ingaan. Als ik op grond van een mening (de middelen zijn slecht en moeten weg) de staatssecretaris ga wijsmaken dat ik hem als wetenschapper adviseer met deze middelen te stoppen, ben ik wetenschappelijk niet integer bezig, maar eigenlijk frauduleus. Als ik omdat ‘de middelen slecht zijn voor de menselijke gezondheid’ ga adviseren ze te verbieden, ga ik buiten mijn boekje want ik heb alleen de effecten op bijen onderzocht, en kan dan ook alleen daarover uitspraken doen.

Onlangs is tegen mij en mijn collega’s een klacht ingediend, (zowel bij Wageningen University als bij het tijdschrift Ecotoxicology) en breed in de pers en op het internet uitgemeten, dat wij niet integer zouden handelen. Die klacht is op basis van een degelijk onderzoek ongegrond verklaard, en ook door het tijdschrift Ecotoxicology naar de prullenbak verwezen.

U kunt er van op aan dat wij onze wetenschappelijke integriteit nooit te grabbel zullen gooien door te luisteren naar enige oproep van ideële of commerciële partij. Het is namelijk het enige dat je hebt als wetenschapper. Nou ja, enige: natuurlijk ook liefde voor wetenschap. Maar zonder deze twee ben je nergens.
Bron: Nieuwsbrief van Bijen@wur, editie 24 juli 2012
http://enews.nieuwskiosk.nl/more.aspx?e=16586&b=142797&u=$uid$

Henk Tennekes

za, 07/07/2012 - 08:21

In 1961 sloot de Amerikaanse biologe Rachel Carson zich op in haar huisje in Colesville, Maryland, om haar boek Silent Spring te voltooien. Als serie gepubliceerd in de New Yorker gedurende de zomer van 1962 verscheen Silent Spring in september van dat jaar. Het blijft een van de meest effectieve veroordelingen van industriële wanpraktijken die ooit zijn geschreven, waarmee ecologisch bewustzijn in de VS en Europa in beweging werd gezet. Bij de Women's National Press Club veroordeelde Rachel Carson de nauwe banden die waren ontstaan tussen tussen wetenschap en industrie. "Als een wetenschappelijke organisatie spreekt," vroeg ze, "wiens stem horen we - die van de wetenschap of van de ondersteunende industrie?". Deze vraag blijkt nu net zo van belang te zijn als toen, in 1962. Van enige verbetering in de bestrijdingsmiddelenproblematiek is eveneens geen enkele sprake. De neonicotinoïde insecticiden, die tegenwoordig gebruikt worden in de zaad behandeling, veroorzaken de 'bijenverdwijnziekte', een aandoening waardoor in de Verenigde Staten alleen al in 2007 maar liefst 800.000 bijenkasten werden weggevaagd. Zoals Carson toen al schreef: "Chemische oorlog wordt nooit gewonnen en al het leven is gevangen in haar gewelddadige kruisvuur".

Bron: The Guardian/The Observer, 27 mei 2012
http://www.guardian.co.uk/science/2012/may/27/rachel-carson-silent-spri…

Henk Tennekes

vr, 20/07/2012 - 08:40

Recent schreven we dat een Nederlandse literatuurstudie neonicotinoïden geen belangrijke rol toedicht in de sterfte van bijen. De nieuwsbrief van Wageningen Universiteit vermeldde niet dat het onderzoek in Nederland veel kritiek kreeg omdat twee studies in Science het tegenovergestelde aantonen en een tv-reportage twijfels zaaide bij de onafhankelijkheid van het bijenonderzoek aan de universiteit. De studie van de wetenschappelijke literatuur levert volgens de onderzoekers geen aanwijzingen op dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen belangrijke wetenschappelijke gegevens gemist heeft. Zij bedoelen gegevens die er op zouden wijzen dat neonicotinoïden in belangrijke mate bijdragen aan de verhoogde bijensterfte die wereldwijd wordt waargenomen. De onderzoekers merken wel op dat er een gebrek is aan goede (openbare) onderzoeksresultaten. Het onderzoek werd gelijktijdig gepubliceerd met twee peer reviewed studies in Science die wél een verband leggen tussen de achteruitgang van het bijenbestand en twee insecticiden van de groep der neonicotinoïden. Daarop barstte in Nederland de kritiek op het onderzoek los. Vrijwel meteen werd de onafhankelijkheid van onderzoeker Tjeerd Blacquière in twijfel getrokken, waarna ook de autoriteit van Wageningen Universiteit op het vlak van bijenonderzoek eraan moest geloven. Precies een jaar eerder werd op de Nederlandse televisie immers een documentaire getoond die het imago van de onderzoeker en de universiteit geen goed deed. Het VARA-programma Zembla liet uitschijnen dat het Nederlandse landbouwministerie doof is voor de waarschuwende signalen van de Universiteit van Utrecht en volledig het oordeel volgt van Wageningen Universiteit. Dat is volgens de programmamakers problematisch omdat Wageningen Universiteit, of meer bepaald Plant Research International (PRI), banden zou hebben met de producenten van de gewasbeschermingsmiddelen die een rol spelen in de sterfte van bijen. De Nederlandse staatssecretaris voor Landbouw Henk Bleker kreeg de heikele vraag voorgeschoteld in het parlement, maar antwoordde dat het ongepast is om de integriteit van onderzoeksinstellingen in twijfel te trekken. In de Zembla-documentaire 'Moord op de honingbij' getuigt de Franse hoogleraar Chemie Bonmatin nochtans dat zijn goede samenwerking met Bayer spaak liep omdat de firma na verloop van tijd niet opgetogen was met de onderzoeksresultaten en steeds meer druk ging uitoefenen. Uiteindelijk dreigde Bayer volgens de professor zelfs met een proces wegens smaad omdat het onderzoek het imago van het bedrijf zou schaden. De woordvoerster van Bayer bevestigt dat verhaal niet.
Bron: Vlaams infocentrum land- en tuinbouw, 18 juli 2012
http://www.vilt.be/Literatuurstudie_bijensterfte_kreeg_bakken_kritiek

Henk Tennekes

do, 13/12/2012 - 11:15

Op dit moment vindt er een heftige discussie plaats over de werking van neonicotinoïden die inmiddels op grote schaal in de Nederlandse landbouw worden toegepast. De grote vraag is of er nu wel of niet voldoende wetenschappelijke evidentie aanwezig is om deze stoffen te verbieden. Of dat bij gebrek aan voldoende gegevens beter het voorzorgprincipe kan worden toegepast? Frank Berendse, de Wageningse hoogleraar Natuurbeheer en plantenecologie, heeft de toxicoloog Henk Tennekes uitgenodigd over dit thema te spreken. Tijd: dinsdag 11 december 10.30 uur – 12.00 uur. Plaats: Gaia-gebouw 101, zaal Gaia 1 en 2 (Droevendaalsesteeg 3a, Wageningen). Nadien sprak Theo Brock (Team Environmental Risk Assessment Alterra) over de beoordeling van de ecologische effecten van insecticiden in oppervlaktewater. Bijgevoegd de presentatie van Henk Tennekes. Op dia 25 levert Tennekes met de resultaten van laboratoriumonderzoek het onomstotelijk bewijs dat imidacloprid een ontoelaatbaar risico voor bijen vormt. Wageningse experts zoals Tjeerd Blacquiere en Frank Berendse volharden echter in hun visie dat dit effect ook door veldonderzoek moet worden aangetoond.

Henk Tennekes

vr, 18/01/2013 - 13:16

In juli 2010 heb ik een baanbrekende ontdekking gepubliceerd in het tijdschrift Toxicology (bijlage). Daarin wordt overtuigend aangetoond dat het risico van chronische blootstelling van geleedpotigen (daaronder bijen) aan een relatief nieuwe categorie bestrijdingsmiddelen, de zogenaamde neonicotinoiden, die voornamelijk door Bayer CropScience worden geproduceerd, zwaar onderschat is. Over deze conclusie bestaat op dit moment algemene overeenstemming. De ontdekking verklaarde ook de sedert een aantal jaren sterk verhoogde bijensterfte. De neonicotinoiden zijn een belangrijk product van Bayer CropScience, die per jaar honderden miljoenen oplevert.

Ik heb in mijn tijd als hoofd van de toxicologie bij een Zwitsers CRO (1985-1992) kennis gemaakt en vriendschappelijke contacten onderhouden met medewerkers van Bayer CropScience. Mijn expertise als toxicoloog heeft in de chemische industrie nooit ter discussie gestaan. Ik werd algemeen gezien als één van de beste op mijn vakgebied. Ik was uit dien hoofde er van overtuigd dat toxicologen van Bayer CropScience contact met me op zouden nemen om een constructieve dialoog over het onderwerp te beginnen, met als doel er samen uit te komen en nieuwe richtlijnen voor de risico analyse te ontwerpen en geaccordeerd te krijgen door de overheid. Dat zou wel betekenen dat een aantal producten op basis van die nieuwe richtlijnen van de markt zouden moeten worden genomen. Dat komt echter vaker voor in de agrochemische industrie. Bedrijven ontwikkelen voortdurend nieuwe producten, daarbij voortbouwend op bestaande know-how en ervaringen met de eerste producten van een nieuwe stofklasse.

Deze verwachtingen zijn tot mijn grote verontrusting niet uitgekomen. Integendeel, in oktober 2010 stuurde de Editor-in-Chief van het tijdschrift Toxicology mij een zogenaamde Letter to the Editor (zie bijlage) van twee medewerkers van Bayer CropScience, met het verzoek hierop te reageren. Het was een opportunistische poging mijn ontdekking onderuit te halen. Erger nog, de Bayer medewerkers ontkenden dat er sprake was van een onderschatting van het risico van chronische blootstelling van geleedpotigen. Ik zag dit als een poging mijn renommee als toxicoloog aan te tasten. Mijn antwoord (bijlage) heeft brandhout gemaakt van het Bayer CropScience epistel, althans zo zie ik dat. Daarmee was de basis gelegd voor een onverkwikkelijke confrontatie die beide partijen beschadigt of zal gaan beschadigen.

Ik maakte mij op basis van mijn ontdekking grote zorgen over de negatieve gevolgen van het gebruik van deze stoffen voor de biodiversiteit. Aangezien Bayer CropScience de confrontatie verkoos boven een constructieve dialoog, en ik er van overtuigd was dat mijn zorgen gegrond waren en er sprake was van een dreiging van een enorme natuurramp, zag ik mij genoodzaakt in eigen regie een boek te publiceren om de algemeenheid te waarschuwen. Dat is ook gelukt. Het boek “Disaster in the Making” is ingeslagen als een bom en wordt over de hele wereld gelezen. Ik ben daarmee in de voetsporen getreden van de wereldberoemde biologe en schrijfster Rachel Carson, die in 1962 het boek Silent Spring (dode lente) publiceerde. Alleen, het gevolg van dit succes was dat de confrontatie met Bayer CropScience nog verder werd aangescherpt.

Nooit heeft Bayer CropScience een poging gedaan een constructieve dialoog te voeren over het onderwerp. Nooit ben ik betrokken bij verder onderzoek. In de agrochemische industrie wist dus na verloop van tijd iedereen dat de bekende toxicoloog Henk Tennekes in de clinch lag met één van de grootste producenten van bestrijdingsmiddelen. Door verschillende collega’s is mij verzekerd dat een potentiële opdrachtgever uit de agrochemie dan wel drie keer nadenkt voordat hij werk bij mij gaat uitbesteden. Door het uitblijven van een constructieve dialoog werd mijn broodwinning dus aangetast.

Mijn ontdekking wordt op Europees niveau erkend (bijlage). De neonicotinoiden zijn in zwaar vaarwater terecht gekomen. Alle zeilen moeten worden bijgezet om een verbod van de neonicotinoiden te verhinderen. Of dat gaat lukken is zeer de vraag. Zeker is in ieder geval dat het aanzien van Bayer CropScience (en in feite de hele agrochemische sector) door deze kwestie zwaar beschadigd is en veel consumenten de stap naar biologisch voedsel maken.
Ik ben niet van plan mijn standpunt ten aanzien van de neonicotinoiden te wijzigen, come what may. Deze stoffen bedreigen de biodiversiteit en hun veelvuldige gebruik kan een milieuramp van ongekende omvang veroorzaken.
w.g. Dr. Ir. H.A. (Henk) Tennekes
Consultant in Toxicology
Experimental Toxicology Services (ETS) Nederland BV
Frankensteeg 4
7201KN Zutphen, The Netherlands
www.toxicology.nl
www.disasterinthemaking.com
www.farmlandbirds.net

Henk Tennekes

za, 19/01/2013 - 11:32

Op verzoek van het Europese Parlement zette het Oostenrijkse milieu-agentschap het wetenschappelijke bewijs voor de effecten van neonicotinoïden op bijen op een rij (bijlage). De hoofdconclusies:

1. Wetenschappers houden neonicotinoïden in toenemende mate verantwoordelijk voor de bijensterfte van de laatste jaren.

2. Neonicotinoïden vertonen een hoge, acute giftigheid voor honingbijen.

3. De chronische blootstelling aan niet dodelijke doses kan leiden tot een breed palet aan verstoringen van het bijengedrag, zoals problemen met vliegen en verlaagde weerstand tegen ziekten.

4. Recente wetenschappelijke vindingen maken het noodzakelijk de toegelaten neonicotinoïden opnieuw op veiligheid te beoordelen.

5. Zolang er onzekerheid is over de effecten van neonicotinoïden op honingbijen, moet het voorzorgprincipe worden gehanteerd.
Dit nieuwe rapport van Europese Directoraat-Generaal over de risico’s van neonicotinoide insecticiden (bijlage) heeft het werk van Henk Tennekes ruim geciteerd, geaccordeerd en bevestigd. Ook het voedselveiligheidsagentschap van de EU, de EFSA, heeft op 16-01-2013 studies over neonicotinoiden gepubliceerd (bijlage) waaruit blijkt dat deze stoffen een onaanvaardbaar risico inhouden voor de gezondheid van de bijen.

Henk Tennekes

ma, 28/01/2013 - 16:43

Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft op 24 januari 2013 ingestemd met een verbod op het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw en ongediertebestrijding. PvdA, SP, Groen Links, D66, ChristenUnie en 50+ stemden voor de motie die was ingediend door de Partij voor de Dieren. VVD, CDA, PVV en SGP stemden tegen de motie. Staatssecretaris Sharon Dijksma (Landbouw) had de motie ontraden. Dijksma moet zich nu in Europees verband inzetten voor een verbod van alle landbouwtoepassingen van de neonicotinoiden. De motie wil dat de regering zich inzet voor een Europees moratorium op alle toepassingen van neonicotinoïden, tenzij bewezen is dat zij geen schadelijk effect hebben op bijen

Henk Tennekes

do, 31/01/2013 - 15:00

De Europese Commissie heeft op 31 januari 2013 aangegeven EU-lidstaten te willen verzoeken het gebruik van pesticiden te beperken, die verbonden worden met de achteruitgang van de bijen. De Commissie wil het gebruik van neonicotinoïde insecticiden op zonnebloem, koolzaad, maïs en katoen opschorten. "We hebben de lidstaten gevraagd gedurende twee jaar het gebruik van deze bestrijdingsmiddelen op zaden, granulaten en sprays voor gewassen die voor bijen aantrekkelijk zijn, op te schorten," zei Commissie woordvoerder Frederic Vincent op een normale dagelijkse briefing. Op 15 maart 2013 was er een meerderheid van de lidstaten voor het Commissievoorstel, maar omdat Duitsland en Groot Brittannië zich onthielden, ontstond geen gekwalificeerde meerderheid, zodat geen definitief besluit mogelijk was.
Bron:
http://uk.reuters.com/article/2013/01/31/eu-pesticides-idUKL5N0B08L2201…